Heildronk op Violirum Tremens
Een Vlaamse amateurtoneelkring in het gewest is als een waterput in een woestijnoase: je kunt wel dromen dat ze ooit zal overlopen, maar je mag al gelukkig zijn als het waterpeil constant blijft. Tien jaar geleden namen enkele jonge mensen, Herman Mennekens, Dimitri Sienaert, David Madder en Denis Vercammen, de beslissing om zich van de Jetse toneelgroep De Violier af te splitsen met de oprichting van Violirum Tremens. Geen kwade beslissing, omdat De Violier drie leeftijdsgroepen telt en er tussen de junioren en volwassenen een leemte was ontstaan.
Violirum Tremens werd dus iets voor leeftijdsgenoten en staat nog altijd geboekstaafd als de 'afdeling jongvolwassenen', ook al zijn de meeste acteurs inmiddels dertigers.
"Het waren er ooit maar vijf, nu zijn we toch met tien: vijf mannen en vijf vrouwen," zegt Annelies Mertens, die vanaf de derde productie meedraait. "Meestal brengen we twee producties per jaar, een in de grote zaal van het Gemeenschapscentrum Essegem en een kleine reisproductie, waarmee we op verkenning gaan naar een jeugdhuis of zo. Daarmee doen we het toch niet slecht. We halen driemaal negentig luisteraars naar een productieweekend. En het publiek blijft ons trouw, nu al vijftien theaterproducties lang."
Over de stukken beslist de hele groep samen. Er wordt gelezen, ideeën en stukken uitgewisseld. En nadien pas wordt een regisseur gezocht. Dit najaar is dat iemand uit eigen kring, die de monoloog IJs uitschrijft; over de rest houden ze bij Violirum Tremens de lippen stijf op elkaar. Wat de toneelkring brengt, hangt dus van vele smaken af, maar een paar criteria komen toch terug: artistiek verantwoorde stukken, geen boulevardkomedies. De komedie is trouwens een 'te moeilijk' genre, vindt Mertens.
Stukken als Ongelikt van Bart Moeyaert en HenceForward van Alan Ayckbourn waren succesverhalen voor Violirum Tremens. De kleine vriendenkring - want dat is het inmiddels geworden - staat wel open voor uitbreiding. "Dat realiseren we als we voorstellingen brengen die meer mankracht vragen," zegt Mertens. "Het is een kans om geïnteresseerde - en twijfelende - vrienden te laten proeven, door ze een keertje in te schakelen. En we werkten al samen met De Zonnebloem uit Ukkel (voor Caligula, red.). In de toekomst zullen we dat nog doen."
"In het Brusselse amateurtoneelleven is samenwerking noodzakelijk om te overleven, al was het maar om een interessante productie financieel haalbaar te maken. Zelf betalen we onze gelegenheidsregisseurs (inmiddels al elf, red.) niet. Het is niet evident om alles alleen te klaren. Iedereen neemt om de beurt de productie, de sponsoring, de decorbouw en costumering voor zijn rekening. Lid zijn van Violirum Tremens houdt dus het midden tussen toneelspelen en creatieve productie-inbreng."
Blijft het probleem van jong bloed. Voortboeren met de 'jongvolwassen' dertigers, of nieuwe leden zoeken? "De meningen zijn verdeeld," zegt Mertens. "Een uitbreiding naar een collectief, met aandacht voor poëzieavonden, is een mogelijkheid om te verjongen. Blijven spelen met de mensen die we na tien jaar overhouden, is risicovol, want het is een smal draagvlak om op voort te bouwen. Dat ervaren we als er plots iemand wegvalt. Maar de toestroom van jonge geïnteresseerden in een dorp als Jette is relatief klein."
:: Meer info bij Annelies Mertens, lena@davidbowie.com
Lees meer over: Cultuurnieuws
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.