Hoe het Eeuwfeeststadion het Koning Boudewijnstadion werd
EEUWFEEST
De bouw van het Stade du Centenaire of Eeuwfeeststadion op de Heizelvlakte in 1929 kaderde in de vieringen rond honderd jaar België, maar ook de organisatie van de Wereldtentoonstelling speelde mee. Die zou in 1935 plaatsvinden op het landelijke gebied dat via Leopold II en de staat in handen van Brussel-stad was gekomen.
Op 4 oktober 1929 legde burgemeester Adolphe Max de eerste steen, de bouw verliep onder leiding van architect Joseph van Neck. In volle crisis werkten tot zeshonderd arbeiders dag en nacht aan een stadion met 66.000 staan- en 9.000 zitplaatsen, een overdekte eretribune en een (de-)monteerbare wielerpiste uit hout en staal.
Voor de officiële inhuldiging woonde prins Leopold, later Leopold III, de officieuze interland België-Nederland bij. De Rode Duivels wonnen met 4-1. Het verslag van Ons Volk Ontwaakt klonk toen zo: 'Het behoeft niet gezegd dat er een enorme belangstelling was. Van 1 uur was het een lange stoet naar den Heysel. (...) Vele drommen kwamen te voet aan, zoodat de nieuwe lanen van de Stadionwijk dat buitengewoon drukke verkeer met moeite slikken konden.'
Het Eeuwfeeststadion werd trouwens niet alleen voor sport gebruikt. Er waren bijvoorbeeld de 'Romeinsche spelen' - compleet met nagebouwde antieke arena en triomfbogen. Of de Miss Universe-verkiezing in 1935.
Toch was het stadion al in zijn begindagen voorwerp van controverse. Al voor de inauguratie waren er al twisten in de Brusselse gemeenteraad over de exploitatie. Als bouwheer mocht de stad gratis gebruikmaken van het stadion, maar het organisatiecomité van de Wereldtentoonstelling mocht het stadion verhuren. Ook de inkomsten vielen tegen. De Belgische voetbalbond was toen al de belangrijkste klant, maar liet nog veel interlands elders spelen. Ten slotte vonden sommigen al voor de bouw dat het stadion niet aan de geldende sportieve en organisatorische eisen voldeed.
HEIZEL
Tijdens de Tweede Wereldoorlog maakten Duitse en Engelse troepen gebruik van het stadion. De houten constructie van de wielerpiste overleefde die episode niet en er moest nadien ook een en ander hersteld worden. Dat leidde opnieuw tot discussies in de gemeenteraad, waar geschat werd dat het stadion tot dan 120 miljoen frank had gekost in plaats van de in 1931 begrote 28 miljoen. Het monteren van de wielerpiste kostte overigens op zich al telkens 60.000 frank. Voortaan zouden wielerwedstrijden op de piste vooral in Schaarbeek en Vorst gehouden worden, al kwamen er wel nog wielerwedstrijden aan op de sintelbaan van het stadion.
De legendarische bokswedstrijd tussen Cyriel Delannoit en Marcel Cerdan op 23 mei 1948 was het eerste grote sportevenement in wat na de oorlog het Heizelstadion ging heten. Volgden onder meer de Europese atletiekkampioenschappen in 1950, enkele legendarische vriendschappelijke wedstrijden van de Rode Duivels (2-0-winst tegen wereldkampioen Duitsland in 1954, 4-3-winst tegen Hongarije in 1956) en een hele reeks finales van Europa-bekers.
In de jaren zeventig kreeg het Heizelstadion een piste in tartan, waarop Miel Puttemans, Willy Polleunis en Gaston Roelants in 1972 vijf wereldrecords liepen. Er kwamen ook een overdekte tribune, een nieuw verlichtings-systeem en het typerende grote scorebord van 45 meter breed. Op 16 augustus 1977 vond op de Heizel dan de eerste editie plaats van de Memorial Ivo Van Damme, georganiseerd ter nagedachtenis van de in een auto-ongeluk overleden olympische held.
KONING BOUDEWIJN
Een nieuwe oorlog - het Heizeldrama van 29 mei 1985 - maakte een einde aan het Heizelstadion. Na het puinruimen tekende de bekende architect Bob Van Reeth een nieuw stadion. Hij herinnert zich het heikele dossier nog goed. "Tractebel had een ontwerp getekend dat niet voldeed. In een week tijd heb ik aan iets nieuws gewerkt dat meteen werd goedgekeurd. Dat ging dus snel, maar de beschikbare middelen waren absurd laag. Het moest dus zo eenvoudig mogelijk." De elegante rode gevel van gelijmde baksteen en het glas rond het oorspronkelijke voorportaal waren voor die tijd vernieuwend.
Het Koning Boudewijnstadion werd in 1995 ingehuldigd met de wedstrijd België-Duitsland, maar voor de organisatie van Euro 2000 moest al gerenoveerd worden, waardoor het kostenplaatje op 35,6 miljoen euro kwam.
Het EK van 2000 werd een succes en de Memorial de beste atletiekmeeting ter wereld. Er vonden ook heel wat muziekoptredens plaats: het concert van Celine Dion in 1997 voor 66.000 man was het eerste in een lange rij.
Maar de staat van het veld en de gebrekkige sfeer door de atletiekpiste rond het veld zijn een probleem en vandaag is het stadion ook objectief ongeschikt voor internationale voetbalfinales. waardoor de toekomst van het stadion hoogst onzeker is.
:: Rondleidingen in het stadion zijn mogelijk via www.prosportevent.be
:: Met dank aan Wim Van der Elst van de heemkundige kring Laca
Herinneringen
Paul Van Himst: 'Brazilië geklopt met 5-1'
Paul Van Himst noemt het Koning Boudewijnstadion toch 'een beetje mythisch'. "Het is misschien het enige plein met een piste rond waar wij ons eigenlijk op ons gemak voelden om een goede wedstrijd te spelen. Ik heb er veel goede herinneringen aan. De match die misschien het meeste tot de verbeelding spreekt is die tegen Brazilië in 1963. Pele en Garrincha speelden toen wel niet mee, maar we klopten de wereldkampioen toch met 5-1. Dat was in de beginperiode van mijn carrière als international. Maar ook met Anderlecht hebben we er gespeeld. Bijvoorbeeld die wedstrijd in 1962 tegen Real Madrid, toen we 1-0 wonnen na een doelpunt van Jef Jurion. En later heb ik er als trainer van Anderlecht de finale van de Europabeker tegen Benfica gespeeld, toen ze het Astridpark aan het verbouwen waren."
Frank Raes: 'Sfeer op Memorial'
"Eén van mijn eerste herinneringen aan het Heizelstadion is de finale van het Europees kampioenschap in 1972, waar ik met mijn vader naartoe ging," zegt VRT-voetbalcommentator Frank Raes. "West-Duitsland, met Maier, Muller, Netzer en Beckenbauer, won met 3-0 van de Sovjet-Unie. Als journalist herinner ik me de 2-0 van de Rode Duivels in 1981 tegen het grote Frankrijk voor de WK-kwalificatie. Met een goal van Vandenbergh buitenkant links van buiten de zestien."
"Er zijn weinig voetbalstadions in de wereld met een piste die toch veel sfeer hebben", merkt Raes op. "Ik ken er eigenlijk maar één en dat is dat van Rome. Op de Memorial is er wel zeker sfeer. Vooral de beginjaren waren bijzonder omdat we toen nog niet zo verwend waren als nu. Vandaag maakt het al niet zoveel meer uit of Usain Bolt komt of niet. Fons Breydenbach, Pietro Mennea of Sebastian Coe zien lopen, was toen al heel gedenkwaardig."
Lees meer over: Laken , Cultuurnieuws
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.