'Indiase muziek is niet zweverig'

Marjolein Gertner
© Brussel Deze Week
20/01/2006
Achter een onopvallende gevel in de Locquen­ghienstraat schuilt de Sangit School of Indian Music, een school voor Indiase klassieke muziek. Bert Cornelis studeert er al tien jaar sitar, en hij vertelt meer over de school.

"De school werd ongeveer vijftien jaar geleden opgericht door Daniel Schell, een componist van westerse muziek die heel erg geïnteresseerd was in Indiase muziek. Pandit Ashok Pathak, een bekende Indiase sitarspeler, voegde zich bij de school om sitarles te geven," vertelt Bert Cornelis.

Zelf raakte Cornelis geïnteresseerd in Indiase muziek toen hij al lang met muziek bezig was. Pas later is hij naar India gereisd. "Anders dan bij de meesten," vertelt hij. "Nogal wat leerlingen van de school raakten geïnteresseerd in Indiase muziek na een reis naar India."

Masterclass
Een Indiase academie in Brussel lijkt niet echt vanzelfsprekend, maar toch heeft de school meestal rond de vijftien vaste leerlingen. Ze kunnen kiezen uit sitar, tabla (India­se trommels), bansuri (Indiase fluit), viool en zang. Sitar en tabla zijn daarvan veruit het populairst. Daniel Schell bespeelt en geeft ook les op een niet-Indiaas instrument, de tap-gitaar.

De school wordt niet gesubsidieerd, het is een privé-school, hoewel ze in het verleden een zusterafdeling was van de muziekacademie van Anderlecht. De meeste leerlingen volgen één keer per week een uur privé-les.
De school organiseert ook seminaries in de Ardennen en masterclasses. Dat lijkt nodig, als je hoort dat het vijftien jaar duurt voor je de sitar helemaal beheerst. "Ik studeer al tien jaar, maar het duurt nog zeker vijf jaar voor ik volleerd ben," zegt Cornelis. Hij is als hobbyist begonnen, maar speelt nu professioneel sitar. Hij studeert zelfs aan de Londense afdeling van een India­se universiteit.

En hij is niet de enige van de Sangit School die het ver schopt. Eerder ging een studente bansuri van de school verder studeren aan het conservatorium van Rotterdam.

Geen notenbalk
Wie moeite heeft met klassieke notenleer, zal de Indiase muziek wel bevallen. Er worden geen notenbalken gebruikt, maar een Indiaas, gemakkelijker systeem. Do-re-mi mag je ook vergeten, in het Hindi heten de noten sa, re, ga, ma, pa, dha, ni, sa, al klinken ze hetzelfde. Notenleer hoef je niet te volgen, de theorie leer je tegelijk met het instrument. Wat het een stuk gemakkelijker maakt, is dat India­se klassieke muziek - anders dan de westerse - altijd maar één melodielijn heeft en nooit van toonaard verandert. Zelfs als absolute beginner kun je al snel iets spelen, al duurt het wel even voor je in groep kunt spelen.

Iedereen kan terecht aan de academie, kinderen en volwassenen, beginners en gevorderden. Regelmatig worden er kleine concertjes gegeven, waarin de leerlingen tonen wat ze kunnen.

Devotie
Bert Cornelis deinst er niet voor terug om Indiase muziek te combineren met westerse muziek. In zijn groep Al Palna speelt hij samen met een Tunesische zangeres, en in Nada musiceert hij met viool en gitaar. Ook maakte hij de muziek voor een dansvoorstelling met Samasara, een combinatie van sitar en didgeridoo. Ook westerse instrumenten zijn welkom om samen te musiceren, en wie dat wil, kan westerse harmonieles volgen.
Indiase muziek wordt vaak als zweverig bestempeld. Daar is Cornelis het niet mee eens: "Het vertrekpunt van deze muziek is devotie, iets wat wij in het Westen een beetje kwijt zijn. Daarom klinkt deze muziek op het eerste gehoor nogal vreemd. Indiase muziek is klassieke muziek met een heel rijke, duizenden jaren oude geschiedenis. Om ze te doorgronden, is een jarenlange toewijding nodig."

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Cultuurnieuws

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni