Vier jaar na de rage van de Gangnam Style kan niet naast de cultuurprésence van Zuid-Korea in Brussel gekeken worden. Elk vleugje K-art is in opmars: expo’s, stripalbums, het verfijnde culinaire. Naast fenomenen als K-pop, hilarisch geliefd om zijn danspasjes. Zelfs de Koningin Elisabethwedstrijd ziet dit voorjaar een derde van de pianisten uit Korea toestromen. Eén adres om de ‘booming Korean culture’ te begrijpen: het sinds tweeënhalf jaar nieuwe Koreaans Cultureel Centrum.
K-Pop en een leerboek van veranderingen
In de herfst 2013 opende het Korean Cultural Center (KCC) – dat dit jaar 31 afdelingen van Moskou tot Buenos Aires en van L.A. tot Rome en Dubai gaat tellen – een hoofdadres in Europa. Gelegen aan het riante tracé tegenover de Zavelkerk. Duizend vierkante meter expo-, bib- en workshopruimtes. Een modulaire zaal voor gratis Korean Film Fridays, concerten en spektakel. Het kon niet op. En met een Vlaming als woordvoerder - talloze Europese cultuurinstellingen kunnen er niet aan tippen.
Voor eigen volk zou het cultuurpallet overdreven zijn, want amper 750 Koreanen wonen hier. Maar het groeiende cultuuraanbod blijkt in de smaak te vallen van onze locals. Wat pikken deze ‘K-culture consumers’ mee? Chung Haetal, executive manager van het cultuurcentrum die ooit als journalist voor Seoul Broadcasting System (SBS) werkte, en nog voor het Franstalige Radio Voix d’Asie anker is, maakt Brussel Deze Week wegwijs in het leerboek.
Al zien we ze niet, ze zijn er toch, de Koreanen in Brussel. Maar waar?
Chung Haetal: “Pakweg de helft van de Koreaanse expats is hier in mission, de andere helft is met Westerlingen (vooral Belgen, red.) getrouwd. Er zijn tolken en lesgevers Koreaans, advocaten en werknemers van Koreaanse bedrijven die hier gevestigd zijn, zoals bij het research- en innovatiecentrum KIC Europe in Brussel. Ook galerijhouder van hedendaagse kunst, meester in de gevechtssport taekwondo (zoals bij de ULB, red.) en restauranthouder, zijn beroepen die ze uitoefenen. De eettent Kimchi Korean Barbecue in Tervuren blijkt een begrip, en er zijn ook restaurants als Seoul, Maru en Hana (Matongewijk), gevestigd in Elsene. Eenmaal per maand halen we in het KCC een Koreaanse chef uit Parijs binnen, voor gratis culinaire workshops. Dat heeft enorm veel succes.”
Korea etaleert volop zijn cultuur, niet als monocultuur maar als kruisbestuivend product. Waarom?
Haetal: “We proberen het aanbod te diversifiëren, voor elk wat wils, van bekendmaking van striptekenaars tot kaligrafie. We zijn blij als anderen ook Koreaanse kunst in de picture zetten, zoals de Boghassianstiching met de expo over de gelauwerde groep abstracte kunstenaars van de jaren 1970-1980 in de Villa Empain (zie kaderstuk). Een deel van de basis van ons internationaal cultuurbeleid is te vinden aan het eind van de jaren 1990, toen Korea een ernstige economische crisis doormaakte. Het land, dat geen natuurlijke grondstoffen bezit, ging op zoek naar nieuwe strategieën om haar toekomstige exporten veilig te stellen. En één van de nieuwe strategieën was het culturele gezicht internationaal te promoten. Daardoor zou het land meer ‘soft power’ uitstralen, wat een positief effect zou hebben op de economie. Met andere woorden: als mensen in het buitenland meer van Koreaanse muziek of films gaan houden, gaan ze misschien ook meer Koreaanse producten kopen. In die redenering vind je een analogie met de VS, dat ook een groot deel van haar economische macht te danken heeft aan de invloed en de populariteit van de Amerikaanse popcultuur in de wereld.”
Als het woord pop valt, wordt opgekeken naar K-pop music. Waar plaatsen we die adolescentenhype?
Haetal: “Het fenomeen heeft zijn eigen stijl, idolen en fans ontwikkeld. Er is in België al een Facebookgroep rond K-pop. Die groeit. Meer jongeren interesseren zich voor dit genre, en dat vertaalt zich in de interesse voor onze taalopleiding Koreaans: 200 leerlingen al. Die leren dat niet voor hun werk, maar om de taal van hun K-popidolen te begrijpen en te kunnen zingen. Op het eerste gezicht lijkt K-pop wat commercieel en gemaakt. Maar deze subcultuur zit wel snor, met perfectionistische choreografie (een afgeleide van de choreografie-skills eigen aan Koreaanse militaire parades, red.). In juli en augustus gaan we professionele K-popchoreografen workshops dans laten geven in Brussel, iets daarvan was al op de beurs Made in Asia (vorig weekend) te zien. We denken aan een groter platform voor de toekomst. We organiseerden al tweemaal Belgische (dus regionale, red.) preselecties voor kampioenschappen K-pop. De Belgische winnaar gunnen we dan een ticket voor de wereldfinale. De datum van ons volgende kampioenschap staat nog niet vast.”
Perfectionisme nastreven kan ook opgemerkt worden bij het aanstormend jongerentalent klassieke muziek.
Haetal: “We werken nauw samen met de Muziekkapel Koningin Elisabeth. Programmeren concerten met jonge Koreaanse muzikanten. In juni komt een laureaat van de Elisabethwedstrijd in ons cultuurcentrum spelen. Dat streven naar perfectie zit in hun zelfontwikkeling gebakken. Het is een afgeleide van het geïmporteerde confusianisme, dat zelfdiscipline, fatsoen, wederzijds respect en zo vooropstelt. Vandaar de reden waarom Koreaanse jongeren gaan uitmunten zowel in K-pop als klassieke muziek, en massaal weerhouden worden voor deelname aan de Koningin Elisabethwedstrijd. Een stalen discipline voor intellectuele ontwikkeling van kinds af aan is hen cultureel eigen, mogelijk ten koste van een sociaal leven.”
Uw filmzaal brengt gratis Koreaanse klassiekers en nieuwkomers.
Haetal: “Vanaf het einde van de jaren 1990 ging Korea massaal meer investeren in haar eigen film- en muziekindustrie en andere culturele sectoren. Terwijl in Europa cultuur vaak gezien wordt als een luxueus extraatje dat in tijden van crisis dichtgesnoerd wordt wegens te geldverspillend, werd het in Korea net gezien als een economische motor. Aan het volgende Brussels International Fantastic Film Festival (BIFFF) nemen dertien Koreaanse films deel. Dat zegt wel wat. Voor de vierde keer organiseren we een Brussels festival van Koreaanse films (samen met Bozar en Cinema Galeries, eerder ook al met Aventure, red.). Daar presenteren we nieuw werk en laten regisseurs overvliegen. Voor onze reeks Korean Film Fridays hadden we in het begin vijftien kijkers. Nu haalt elke film 90 man binnen (in een zaal van 100, red.).”
Blijft nog de vraag wat het kostenplaatje is voor de bekendheid die het KCC aan de Koreaanse kunsten wil geven.
Haetal: “Misschien is het nu het goede moment om de Koreaanse culturele bekendheid een boost te geven. Want veel mensen gebruiken Koreaanse exportproducten, zoals smartphones en auto’s. En ze zijn misschien wel nieuwsgierig wat het land te bieden heeft op cultureel gebied. De keuze om in Brussel ook een KCC op te richten, is vooral ingegeven door de mogelijkheid om in Brussel niet enkel het lokale, Belgische publiek te bereiken, maar ook mensen van over heel Europa, gezien het grote aantal expats en internationale organisaties in deze stad. Van de zeven Koreaanse cultuurcentra in Europa zit Brussel wel in de hoogste financieringsschaal, samen met Londen en Parijs. Daar is de locatie wel kleiner, maar dat heeft met de hoge vastgoedprijzen te maken. Het toont aan dat de Koreaanse overheid wel ambitie heeft met ons centrum en dat ze onze reputatie graag ziet groeien.” Jean-Marie Binst
Lees meer over: Cultuurnieuws
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.