Guy Gypens BRUZZ 1549
Interview

Kaaidirecteur Gypens: 'Nooit zag ik meer radicaliteit in de kunsten'

Michaël Bellon
© BRUZZ
30/11/2016

Het Kaaitheaterfestival ‘Burning Ice’ is aan zijn laatste editie toe. Initiatiefnemer Guy Gypens kijkt met voldoening terug maar de vraag naar maatschappelijke relevantie is niet verdwenen. “In een postkapitalistische wereld is een ander mensbeeld nodig.”

Tien jaar geleden was het een duidelijk en zelfs verrassend politiek statement om als theater zo’n themafestival te organiseren. Vandaag geeft de roep naar nog meer engagement in de kunsten aanleiding tot pittige, vaak intergenerationele discussies in de sector. Maar volgens Gypens kan de aanpak van de succesvolle kunstenaars van de Vlaamse Golf van de jaren tachtig, naast die van de huidige jonge wolven bestaan. “We stoppen omdat de thema’s van ‘Burning Ice’ nu automatisch aan bod komen tijdens het seizoen.

In de dertig jaar dat ik in de kunstensector werk, heb ik er nog nooit zoveel engagement en radicaliteit gezien als vandaag. Het was destijds ook uitdrukkelijk de bedoeling om er een politiek festival van te maken, en geen neutraal artistiek vehikel. De financiële, de economische én de ecologische crisissen kwamen hard binnen. We wilden ons niet meer verschuilen achter de artiesten, maar naast hen gaan staan om te zeggen wat we er zelf van dachten.

Wat mij betreft kan kunst zich perfect verhouden tot maatschappelijke kwesties. Je komt dan op het gevoelige terrein van het ethische en esthetische, maar ik wilde die discussie niet voeren. Ik ga ervan uit dat er voor autonome kunsten in het Kaai ook nog altijd genoeg plaats is, al is het een moeilijke oefening om als kunstinstelling je vrijheid als curator te combineren met je dienende rol ten aanzien van kunstenaars.”

Kaaitheater heeft veel in geïnvesteerd in de relatie met het middenveld.
GUY GYPENS
: Als we concreet en positief willen bezig zijn, dan moeten we ons enten op de grootstedelijke horizontale bottom-upinitiatieven en de burgerbewegingen die massaal de kop opsteken. Daarnaast is er ook het klassieke middenveld dat zich best wel wil her-denken. De grote vraag is hoe zij samen een nieuwe ruggengraat kunnen geven aan de kracht van de burgers en zo iets kunnen betekenen ten opzichte van het hogere politieke niveau. De hergroepering van het middenveld na de massale ontzuiling in de jaren negentig is voor mij een essentieel vraagstuk. En de stad is geen slecht niveau om aan zo’n hergroepering te beginnen.

Kunstinstellingen zijn voor dat nieuwe vloeibare middenveld een interessante partner, omdat we vrij geïnstitutionaliseerd zijn, maar toch niet behoren tot het klassieke middenveld dat moet rekening houden met een achterban en specifieke verwachtingen. Alleen hebben die instellingen dringend een kader én begeleiding nodig voor de noodzakelijke institutionele transities, en op dat vlak is het beleid in Vlaanderen erg problematisch.

Bij het samenstellen van ‘Burning Ice’ werd ik vooral aangetrokken door kunstenaars met een praktijk die daadwerkelijke verandering onderzoekt. Via participatieve projecten stellen zij de vraag hoe dat ook alweer ging, samen beslissen waar we willen voor gaan. Als zij over de grenzen van het pure verbeeldingsdenken heen contact zoeken met interculturele, sociale, of emanciperende organisaties, moeten we dat faciliteren.

De veelheid aan jonge kunstenaars, waarvan is dat een teken? Is het een alarmsignaal, een teken dat we goed bezig zijn, of een teken van luxe?
GYPENS:
Voor mij is het onder meer een signaal van de maatschappelijke overgangsfase waar we in zitten. De plaats van klassieke arbeid of werk in onze samenleving wankelt. De kans is reëel dat we in de nabije toekomst in een postkapitalistische realiteit terechtkomen waarin door automatisering en robotisering de band tussen arbeid en productie efemeer wordt. Dan is er een ander mensbeeld nodig, waarin arbeid niet langer centraal staat, en creativiteit een grotere rol kan en moet gaan spelen. Misschien is de huidige toename van het aantal kunstenaars dat aansluiting zoekt bij lokale transitieprojecten daar al een soort voorafspiegeling van.

De link tussen activistische kunstenaars en actiegroepen heeft in enkele gevallen tot hoogtepunten in de geschiedenis van ‘Burning Ice’ geleid. ‘Burning Ice #7’, dat in het teken stond van de maatschappelijke controverse rond ggo’s, leidde tot veel opschudding. Met het Corporate Europe Observatory (CEO) organiseerden we een bustour langs de kantoren van de voornaamste voedsellobbyisten in de Europese wijk. Na een uur bleek dat de lobbyisten undercover mee op de bus zaten. Er was ook de actiedag naar aanleiding van Global Divestment Day in 2015. Door de openlijke kritiek die we hadden op het investeringsbeleid van KBC zijn we in een conflict beland dat uiteindelijk tot de stopzetting van hun sponsoring heeft geleid. Al beweren zij zelf dat het één niets met het ander te maken had.

Extra financiering voor de podiumkunsten zoeken in de privésector of via een uitgebreide taxshelter is voor systeemkritische kunstenaars dan misschien ook geen evidentie?
GYPENS:
De vraag die jonge kunstenaars inderdaad hebben, is of ze mee willen in zo’n systeembevestigend verhaal dat als een alternatief wordt voorgesteld, maar er eigenlijk geen is. Er wordt eerder gezocht naar meer commons-based praktijken.

U verkreeg uw ecologisch bewustzijn door de kunsten. Hoe natuurlijk is het verband tussen kunst en politiek?
GYPENS:
Kunst en politiek zijn één. Hannah Arendt zei al dat de esthetische discussie de eerste politieke discussie was. Het spreekwoord zegt dat over smaak niet kan worden getwist, maar er is eigenlijk niets waar zoveel over wordt getwist. De politisering zit echter niet in de opiniëring - de uitdrukking van smaak - maar ligt in wat er daarna mee gedaan wordt. Als toeschouwers alleen zouden zeggen dat ze iets goed of slecht vonden, dan diende kunst tot niets. Politiek gaat over het omstrijdbare in de samenleving, en kunst hoort daarbij. Ik vraag me daarom bij wijze van boutade weleens af waarom politici en kunstenaars het toch zo moeilijk met elkaar kunnen vinden. Ze hebben hetzelfde probleem met de gedepolitiseerde samenleving en de consumptiemaatschappij: frivole consumenten zijn niet de handelende burgers of kunstminnaars die zij voor ogen hebben.

En hoe zit het met de politicus als kunstminnaar?
GYPENS:
Ik voel vooral de afwezigheid van politici. Als ik vergelijk met dertig jaar geleden, dan is hun aanwezigheid veel minder groot. Vroeger was de component cultuur binnen de Vlaamse politiek natuurlijk groter, en speelde de emancipatorische rol van de Vlaamse Gemeenschap, waar ook de Vlaamse Golf uit voortgekomen is, een belangrijkere rol. Maar je voelde ook oprechte interesse bij politici.

Nochtans bevolken politici nog altijd de raden van bestuur.
GYPENS:
Klopt! Ik heb zelfs de indruk dat de politiek haar greep op de grote kunstinstellingen opnieuw aan het verstevigen is. Gelukkig nog niet in het Kaaitheater. Al zou ik het risico van politieke inmenging er wel bij nemen als de politici behalve in de raad van bestuur ook weer in de zaal zouden te vinden zijn. Maar blijkbaar gaan de twee niet noodzakelijk samen, terwijl er vanuit het publiek nog nooit zoveel interesse is geweest voor cultuur als vandaag.

De verandering in het denken over kunst en samenleving voert kunstenaars ook steeds vaker weg van het theatergebouw en het podium, op zoek naar de onverwachte, directe confrontatie met een publiek. Is het daarom dat u als opvolger voor het ‘Burning Ice’ denkt aan een versterking van ‘Festival Kanal’?
GYPENS:
Ja, al wordt het een moeilijke opdracht omdat we daar de middelen niet voor gekregen hebben. In 2017 zal het in ieder geval niet meer lukken om een festival te realiseren dat de nodige ampleur heeft en dat de interculturele ambitie van ‘Festival Kanal’ combineert met de socio-ecologische ambitie van ‘Burning Ice’. We zullen zien waar we in 2018 uitkomen.

Ondertussen kwam het bericht dat jullie van het Vlaamse Brusselfonds middelen krijgen om Kaaitheater uit te breiden met een derde zaal.
GYPENS:
Eigenlijk brengen we onze tweede zaal, die nu in de Kaaistudio’s zit, over naar de Sainctelettesquare. Het profiel van de Kaaistudio’s zal veranderen. We maken er opnieuw de werkplek voor jonge kunstenaars van die ze oorspronkelijk was. Met iets minder nadruk op presentatie en meer op productieondersteuning.

Het behoefteplan van de verbouwing, die nog in een studiefase zit, is divers. Een nieuwe zaal naast onze grote schouwburg zal de organisatie makkelijker maken en door de iets grotere dimensie ook het rendement verhogen. Bovendien komen er ook hier repetitiestudio’s bij, die tegemoet moeten komen aan de gigantisch gestegen behoefte daaraan in de stad. Daarnaast is er ook bij ons al lang de grote behoefte om de infrastructuur naar buiten open te breken. Naar de tegen dan hopelijk heraangelegde Sainctelettesquare, maar vooral naar het kanaal. Zodat de categorie van de gebruikers niet meer beperkt is tot artiesten en publiek, en zodat ook andere organisaties op een natuurlijke manier kunnen gebruikmaken van de infrastructuur. Door de ontwikkeling van de kanaalzone en nu ook de Citroënsite, dienen zich buiten heel veel nieuwe mogelijkheden aan.

Wat vindt u van het plan om voor het museum op de Citroënsite in zee te gaan met Centre Pompidou?
GYPENS:
Het is te vroeg om daar echt iets over te zeggen. Maar het zou fantastisch zijn als zo’n prestigieus kunstenhuis zich in Brussel zou willen verhouden tot de complexe stedelijke realiteit van de kanaalzone, en zo de rol van kunst in de samenleving zou gaan bevragen. De eerste schetsontwerpen van het volledige Citroëngebouw zijn zeker hoopgevend wat de relatie met de buurt betreft. Het is superinteressant dat er in Brussel eindelijk nog eens ambitie getoond wordt op het vlak van culturele infrastructuur.

Guy Gypens
- °1962
- 1987-1991: Zakelijk leider van de Beursschouwburg;
- 1991: manager van het dansgezelschap van Anne Teresa De Keersmaeker Rosas, en aldus ook medeoprichter van de dansschool P.A.R.T.S.;
- 1996-2000: directeur van het Springdance Festival in Utrecht;
- 2007: met Katleen Van Langendonck artistiek leider Kaaitheater;
- sinds 2014 ook algemeen directeur Kaaitheater.

Burning Ice #10,
van 4 tot en met 10 december, Kaaitheater
www.kaaitheater.be

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel-Stad , Cultuurnieuws

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni