Laura de Coninck: geknipte koppen

Michaël Bellon
© Agenda Magazine
17/03/2007
In de KVS hangen de komende weken een vijftigtal tekeningen, schilderijen en collages van Laura de Coninck (28). Meestal waren ze bedoeld als illustraties voor tijdschriften als Knack en De Standaard der Letteren. Ze kijken de toeschouwers vaak aan met grote ogen.

"Ik teken graag mensen. Als het aan mij ligt staan er op elke tekening mensen. Ik zal er nog niet veel gemaakt hebben zonder," zegt Laura de Coninck. En een beetje later: "Dat is waarschijnlijk hetgene waar je mijn tekeningen het best aan herkent: aan de wat ruwe, primitieve maar expressieve gezichten, met hoekige neuzen, grote ogen en grote monden. Als ik gezichten maak die teveel op gewone gezichten lijken, dan wringt er iets of ziet het er allemaal te braaf uit." En nog wat later: "Ik ben uit foto's geknipte ogen en monden op mijn tekeningen beginnen kleven om uit te zoeken op welke plaats ik de ogen en monden het best zou tekenen. Maar uiteindelijk vond ik de uitgeknipte versie beter dan de getekende. Je kon ze ook omdraaien of scheef zetten en spelen met expressie en vervreemding. Zo komt er dynamiek in een tekening. Ik heb nu een hele bak vol met uitgeknipte ogen en monden en handen. De honderden tijdschriften die hier liggen zijn allemaal verknipt. De mensen die hier op bezoek komen ergeren er zich aan dat ze niets meer kunnen lezen waar niets is uitgescheurd."

Tijdens het hele gesprek zit ik me af te vragen waar die uitgesproken fascinatie voor gezichten vandaan zou kunnen komen. Tot De Coninck helemaal op het einde van het gesprek zegt dat ze sinds een half jaar fulltime journaliste is bij het weekblad Libelle. Een baan waar ze is ingerold na een kleine journalistieke opdracht bij Weekend Knack, waarvoor ze toen al een aantal illustraties had gemaakt. De schrijvende journalistiek is iets heel anders dan het spreken met beelden in tekeningen en schilderijen, en toch is er een verband. De Coninck verzorgt namelijk de beauty-rubriek. "Ik heb het tekenen altijd afgewisseld met andere jobs. Ik heb bij een dermatoloog gewerkt waardoor ik veel van de huid weet, en ik heb ook een diploma als visagiste. Mensen vonden dat altijd heel raar en vroegen zich af wat dat met tekenen te maken heeft. Maar voor mij is dat verband vanzelfsprekend. Tussen het schilderen van gezichten op papier en het schminken van iemands gezicht is niet zoveel verschil."

Allergisch
Vandaar dus die fascinatie voor gezichten, die blijkbaar ook altijd gepaard ging met een belangstelling voor menswetenschappen als antropologie en psychologie. De Conincks moeder is overigens psychologe, en haar vader zei over mensen en gezichten wel eens dat "iedereen verantwoordelijk is voor zijn eigen smoel." Het is de enige keer dat haar vader - de dichter Herman de Coninck - ter sprake komt en daar laten we het ook bij. "Hij hoort natuurlijk bij mijn leven, maar als mensen ervan uitgaan dat de dingen die ik doe met hem te maken hebben, of dat ik dankzij mijn naam zomaar tot alles en iedereen toegang krijg, kan ik wel eens kwaad worden. Ik ben zelfs allergisch voor vriendjespolitiek. Soms vermijd ik ook mijn achternaam te noemen. Bij Knack wist geen kat wie ik was toen ik daar mijzelf kwam presenteren. Ik stond er wel juist op het goede moment. Op de dag dat er op de redactie nog was gezegd dat ze eens een nieuwe illustrator moesten vinden."

Laura De Coninck heeft even op het conservatorium van Brussel gezeten voor ze besefte dat tekenen misschien meer haar ding was. Toch had ze vóór de voorbereiding van haar studies op Sint-Lukas in Antwerpen nog nauwelijks getekend. "Ik had me als kind wel eens ingeschreven aan de tekenschool, maar dan bleef ik op zaterdagmorgen toch liever in mijn bed liggen. Eén jaar heb ik er uiteindelijk gezeten en de lerares daar had wel iets in mij gezien. Maar dan had ze het waarschijnlijk vooral over creativiteit. Op Sint-Lukas waren er mensen die technisch veel sterker waren dan ik. Zij konden alles naar waarneming natekenen en ik niet. Waarschijnlijk vonden ze het wel charmant dat ik werkte met de middelen die ik had en zo met oplossingen en ideeën kwam met een iets andere visie. Mijn stijl was zo toch redelijk uitgesproken. Toen ik het materiaal voor de tentoonstelling samenbracht, schrok ik ervan hoe logisch alles op elkaar aansloot, terwijl de onderwerpen altijd heel uiteenlopend waren. Ik heb schilderkunst altijd gecombineerd met knipselwerk. Of ik begon over foto's heen te schilderen zodat ik al iets had om mee te beginnen: een bepaalde kleur of een lijn waar ik iets mee kon doen. Nu weet ik al niet meer welke foto's onder die schilderijen zaten. Ik maakte gebruik van toevalligheden om er iets helemaal anders van te maken."

Behangpapier
De Coninck werkt meestal op A4-tjes. Omwille van het overzicht, maar ook omdat dat formaat overeenkomt met dat van de knipsels, én omdat de originelen zo makkelijk op de scanner geraken. Voor de tentoonstelling werden een aantal werken opgeblazen tot indrukwekkende formaten, waardoor de warme kleuren en soms bizarre figuren en composities goed tot hun recht komen. De selectie omvat zowel haar eindwerk voor Sint-Lukas, haar decorontwerp voor de theatervoorstelling In de naam van Sebastiaan van Dimitri Leue en HetPaleis, als de illustraties voor de tijdschriften.

"Ik werk alleen in opdracht. Nu maak ik nog wekelijks een tekening als achtergrond bij de column van An Olaerts in Vacature. Maar als ik geen opdracht heb, dan voel ik ook niet meteen de nood om iets op papier te zetten. Over het algemeen zijn er twee soorten opdrachten. Tekeningen maken die de inhoud van een tekst moeten illustreren is misschien iets makkelijker. De sfeer van een bepaald artikel weergeven is moeilijker, maar geeft vaak meer voldoening. Voor Knack moest ik een illustratie maken bij een artikel over zelfmoordenaars die zich onder de trein gooien. Zo'n beladen onderwerp vond ik vreselijk moeilijk. Dan zit ik echt af te zien en sta ik een paar keer op het punt om de redactie te bellen om te zeggen dat het niet lukt. De journalist die de opdracht gaf, had de suggestie gedaan om een trein te tekenen met het logo van NMBS die dan een spoor van bloed trok. Uiteindelijk heb ik gewoon met potlood en papier de contouren van een man getekend, met treinsporen die in de verte weglopen in een dreigende lucht. Een eenvoudig beeld waar ik niet toe zou zijn gekomen als ik te werk zou zijn gegaan op de manier die ik gewoon was. Door die moeilijke opdrachten kun je jezelf dus ook verbazen en verbeteren. En die vrijheid laten de journalisten je gelukkig ook.

Al verschilt de smaak van de opdrachtgevers ook van de ene tot de andere, en willen tijdschriften ook af en toe vernieuwen. Eén keer heb ik te horen gekregen dat een ontwerp meer op behangpapier leek (lacht). Maar die mening respecteer ik dan ook. De emoties die de tentoonstelling losmaakt zijn trouwens ook heel tegenstrijdig. Sommige mensen vinden een bepaald werk grappig en ludiek, terwijl andere het juist heel serieus en zwaar op de hand vinden. Het klopt wel dat ik dikwijls opdrachten kreeg over zware thema's waar ze niet meteen een foto konden bij plaatsen. Maar zelf vind ik mijn tekeningen niet echt confronterend, eerder beweeglijk en relativerend. Ik ben geen harde persoonlijkheid die in zwart-wit denkt of grote tragedies wil uitbeelden."

:: Laura de Coninck. KVS Café Congo, Arduinkaai 7, 1000 Brussel, 02-210.11.12, info@kvs.be
data: 20 maart tot 20 april - ma > vr. : 11 > 20.00 uur en za. : 12 > 18.00 uur
tickets: gratis

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Cultuurnieuws

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni