Lucien De Roeck voor het eerst in klank en (véél) beeld
Tekenen, tekenen, tekenen: dat was Lucien De Roeck (1915-2002). In gestreken hemd in de haven van Antwerpen, tijdens het lesgeven, of in zijn atelier in Elsene, met op de achtergrond zijn 'geluksster', zoals hij zijn Expo 58-logo noemde.
Zijn kleinkinderen herinneren zich hem met zijn onafscheidelijke schetsboek: "Hij tekende er alles in wat hij zag: familie, vrienden, onbekenden in de stad, leerlingen, het speelgoed dat hij heel zijn leven verzameld heeft, de steden waarin hij wandelde, boten, en dan vooral in Antwerpen, de steengroeven van Henegouwen..." Hij had voor elk kleinkind een afzonderlijk schriftje om er elk moment vanaf hun geboorte in vast te leggen. Jean-Michel Meyers is een van de kleinzonen van De Roeck. "Hij kreeg vaak opmerkingen van zijn dochter omdat hij aan tafel tekende en de soep ondertussen koud werd, of omdat hij inktvlekken op het tafellaken maakte."
Het zijn de drie kleinzonen (twee grafici en een zeeman) die achter het Fonds Lucien De Roeck zitten, en met een tentoonstelling willen ze aantonen dat hun grootvader veel meer was dan de graficus van de beroemde ster en de affiches van Expo 58. Toen in 1945 de pers van haar herwonnen vrijheid genoot, ontwierp De Roeck de ene titelpagina na de andere, voor het PSK, La Lanterne, La Cité, Phare, Le Quotidien, theater Pan,... Behalve affichemaker was hij ook typograaf, kalligraaf, striptekenaar, illustrator, tekenaar van stadsplannen, en aan het begin van zijn carrière ook nog etalagist.
La Cambre
Medeorganisator van de tentoonstelling is de bekende school La Cambre, waar het artistieke leven van De Roeck als zeventienjarige begon bij Henry van de Velde. Tijdens zijn opleidingen publiciteit en inrichting, en typografie, kreeg hij de liefde voor het functionele mee. En al tijdens zijn opleiding werden zijn projecten voor de ferry's Oostende-Dover en voor de Stad Antwerpen uitverkoren. Voor affichetekenaars was het een gouden tijd, want er werden nog geen foto's gebruikt. Omdat hij ook typograaf was, ontwierp hij ook de lettertypes zelf. "Onze grootvader was een ambachtsman. Het minutieuze heeft hij in La Cambre geleerd: het eerste jaar mochten de studenten enkel zwart en wit gebruiken, het tweede jaar kwam daar één kleur bij, en pas in het derde jaar mochten ze met alle kleuren werken."
Lucien De Roeck volgde de lijn van de Franse architect Auguste Perret, die in Elsene geboren is: "Ce qui est beau n'a pas besoin de décoration." Of in de woorden van De Roeck: "In mijn tekeningen ziet men wat men moet zien." Later neemt hij dan ook bijna vanzelfsprekend het typografieatelier van La Cambre over. Daar leidde hij veertig jaar lang vele generaties grafici op, tot in 1981 - dat was dus zelfs een jaar onbezoldigd na zijn pensioen. En de cirkel was rond: kleinzoon Denis Meyers gaf er tot vorig jaar les. "Het handschrift van mijn grootvader is nog hier en daar te vinden op de schuifjes van de letterkast."
Scheppingsdrang
Het werd voor de tentoonstellingsmakers een ware ontdekkingstocht door de vier- à vijfhonderd schetsboeken van De Roeck. Luc Vincent, scenograaf van de tentoonstelling (diploma design, meubilair en inrichting, La Cambre, 1975), die ook de beroemde ster van De Roeck in poefjes en lampen heeft verwerkt (Agenda 1156 van 14 november), wil met zijn selectie de bezoekers vooral de passie van de schetser laten zien: "Als Lucien De Roeck een advertentie ontwerpt voor de Compagnie Maritime Belge, verschijnen de letters ervan over heel de affiche. Als hij een affiche ontwerpt voor Tiense Suiker, dan onderstrepen de smetteloos witte rechthoeken de boodschap. Hij haalt grafisch het onderste uit de kan voor zijn klant."
Van die pure scheppingsdrang kunnen volgens Vincent met name architecten nog leren: "De economische strijd heeft de hedendaagse architectuur bepaald, en niet de scheppingsdrang of de ideologie van de architect." Dat architectuur en plastische kunsten sinds de jaren 1980 gescheiden zijn, vindt Vincent geen goede zaak. Om die wederzijdse beïnvloeding stond het Hoger Instituut voor Bouwkunst en Decoratieve Kunsten La Cambre nu net bekend.
Op de tentoonstelling zullen grote zwartwitprints van De Roecks schetsen te zien zijn, zeildoeken van zijn gekleurd werk, en een selectie originele werken. En De Roeck zelf zal niet alleen te zien zijn, maar ook te horen. Voor Luc Vincent is de film die Belgavox aan de hand van familiearchieven heeft gemaakt, een echte hulde geworden. "In zijn blik als hij iemand of iets zoekt, nog doordringender achter zijn grote brillenglazen, ligt de kern van zijn zoektocht." In de catalogus wordt naar De Roeck gekeken door de ogen van andere grafici: Schuiten, Folon, Alechinsky. Want Vincent heeft nog een verborgen agenda met deze tentoonstelling. Hij hoopt dat ze een eerste aanzet kan zijn tot iets permanents, een forum voor grafici van overal. "Als iemand een ruimte ter beschikking wil stellen... Of, gezien De Roecks liefde voor de haven, waarom geen boot?"
:: Tentoonstelling in de Espace Architecture La Cambre, Flageyplein 19bis (hoek Boondaal), 1050 Elsene. Nog tot en met 25 januari, dinsdag tot en met zondag van 11 tot 18 uur.
Kaartjes voor 5 of 3 euro; studenten La Cambre en kinderen gratis.
Geleide bezoeken reserveren op 0475-55.46.76 of olivier.meyers@skynet.be.
Meer info bij Jean-Michel Meyers, 0497-42.60.89 of info@lucienderoeck.be
Lees meer over: Elsene , Cultuurnieuws
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.