Ontsnapt uit het archief: Opvang- en verzorgingstehuizen van 1835 tot nu
O f Raf Meurisse de Zwitserse vrouw kon helpen in haar zoektocht naar het Ukkelse weeshuis waar haar moeder verbleven had? Door die vraag kwam hij een weeshuis op het spoor waar niemand nog iets van schijnt te weten.
"Het Maison de l'Orphelin heeft aan de Alsembergsesteenweg bestaan van 1880 tot 1948. In de bevolkingsregisters van Ukkel vond ik de 520 namen terug van de weeskinderen, en daarbovenop die van het personeel en de directeurs, die vreemd genoeg meestal buitenlanders waren. Van wie kregen die kinderen les, waar gingen ze werken als ze twaalf, veertien waren. Ik heb er statistiekjes bij gemaakt."
Meurisse brengt altijd wel verborgen geschiedenissen naar boven. Dat wist het Davidsfonds Boetendael/Sint-Job van Ukkel ook toen ze hem vroegen om een lezing te geven, want sinds zijn ontdekking van het weeshuis heeft Meurisse zich vastgebeten in alle mogelijke Ukkelse instellingen voor noodlijdenden. De primeurs zijn voor de aanwezigen op de lezing, later brengt hij nog uitgebreid verslag uit in Ucclensia, het blad van de Geschied- en heemkundige kring van Ukkel en omgeving. De tachtigjarige Meurisse bezweek tijdens zijn zoektocht bijna letterlijk onder de informatie: "Soms word je in die archieven van het kastje naar de muur gestuurd, en als je bedenkt dat die boekdelen al snel 20 à 30 kilogram wegen..."
'On 't zotôis'
De latere burgemeester van Ukkel, dokter Albert Vanderkindere, stichtte in 1835 samen met dokter Kalcher de psychiatrische instelling Maison de Santé, 'Zotôis' en flamand populaire. Het was een erg grote instelling, van aan het kruispunt van de Vanderkinderestraat (vroeger Breedbunderweg) en de Alsembergsesteenweg tot de Molièrelaan en de Onderlinge Bijstandstraat. Ze ving de dementen op van heel Brussel. Co-auteur van het Brussels lexicon en geboren Ukkelaar Sera De Vriendt: "Het moet wel een belangrijk gesticht geweest zijn, want ik heb voor de oorlog altijd de uitdrukking on 't zotôis horen gebruiken voor dat kruispunt."
Een ander psychiatrisch ziekenhuis kwam er in 1902 op een ontboste strook van het Vronerodebos. Het Sanatorium du Fort Jaco van dokter Marin de Mont, eerst alleen voor krankzinnige vrouwen, bestaat nog altijd en heet nu de Clinique Fond'Roy (Vronerode). Georges Hobé, een Brusselse architect bekend van Brusselse art-nouveauvilla's in Brussel en Spa, tekende het ziekenhuis in Engelse cottage, tevens de stijl van zijn Villa Kykhill in De Panne.
De Duitse dichter Ernst Stadler, die later bij Ieper sneuvelde in de Eerste Wereldoorlog, woonde vanaf 1910 aan de Waterloosesteenweg, niet ver van het sanatorium. Hij hoorde de patiënten krijsen in hun gezondheidsbaden, zag ze verslagen in een hoek zitten.
(…) Sie hören die toten Stimmen aller Dinge sie umkreisen.
Und die schwebende Musik des Alls.
Sie reden manchmal fremde Worte, die man nicht versteht.
Sie lächeln still und freundlich so wie Kinder tun.
In den entrückten Augen, die nichts Körperliches halten, weilt das Glück. (uit Irrenhaus (Le Fort Jaco, Uccle))
Andere opvang- en verzorgingstehuizen waar Meurisse over zal vertellen zijn de Clinique La Ramée (nu een groep met Clinique Fond'Roy), het Institut Royal pour Sourds et Aveugles (Irsa), de ziekenhuizen 2 Alice en Sint-Elisabeth (verenigd in Europaziekenhuizen), het Edith Cavellziekenhuis, het Institut médical de Latour de Freins, en… "Wie naar de lezing komt, zal dat allemaal ontdekken".
Hij moest den koning spreken
Meurisse lost niet veel. Dan maar naar de databank van Jan Vissers in de bibliotheek van Ukkel. We zien gedigitaliseerde versies van De Hoorn waarin we lezen dat Edith Cavell, de eerste directrice van de Belgische school voor verpleegsters, les kreeg van Florence Nightingale. Of krantenknipsels over vondelingen, ontsnappingen uit Ukkelse gestichten, of over vreemde aanleidingen om iemand zot te verklaren.
Zoals in het artikel in De Denderbode uit 1894 over een moeder die haar zoon liet opsluiten in een zinneloozengesticht omdat hij met een meisje van Ukkel wilde trouwen. In De Werkman uit 1879 is te lezen hoe een zekere Arnoult ontsnapt door het lood van zijn tralies te smelten, langs aaneengeknoopte dekens af te dalen - jawel -, en over drie hoven te springen. Zijn signalement werd echter duchtig rondgetelegrafeerd en de arme man werd uiteindelijk rond Brussel in een herberg teruggevonden. Of de zinnelooze uit De Volksstem van 1925 die ontsnapte om de portier van het Koninklijk Paleis te informeren dat hij den koning wilde spreken over iets gewichtigs.
--------------------------
Lezing op 9 november om 19.30 uur, Openbare Bibliotheek Ukkel, De Broyerstraat 27, 1180 Ukkel, reservatie via 02-331.28.24, ukkel@bibliotheek.be, gratis.
Lees meer over: Ukkel , Cultuurnieuws
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.