Patrick Wolf: tussen barok en New Romanticism
Patrick Wolf is niet voor één gat te vangen. De hoogst extravagante 'singer-songwriter' debuteert in 2003 met Lycanthropy bij het Duitse cultlabel Tomlab. Het album, waarvoor hij de tracks opnam in de periode tussen 1994 (Wolf was toen elf!) en 2002, laat meteen een hoogst eclectisch geluid horen. Zo verweeft de Zuid-Londenaar akoestische gitaar en baritonukelele (een van zijn specialiteiten) met ritmes en geluiden afkomstig van tapes, Atari-computers en veldopnames van onder meer Trafalgar Square, de National Portrait Gallery en het kerkhof van Montmartre. Naast zachte, naar folk neigende ballads zoals 'Pigeon song' verkent Wolf in nummers als 'Paris' of 'Bloodbeat' excentrieke ritmes, terwijl hij ondertussen tonnen experimentele geluiden toevoegt.
Wolfs songs hebben - ondanks hun diversiteit - één ding met elkaar gemeen: een forse dosis glam en tongue in cheek. Van een lonken naar de jaren 1980 is bij zijn debuut nog niet echt sprake, maar de basis is er wel al: het stemgebruik van de man doet sterk denken aan dat van groepen als Duran Duran, Ultravox of Billy Idol. Wolf toont zich een mutant van een singer-songwriter: een folkie die graag optreedt met een glas champagne in de hand. Al sinds de begindagen gaat Wolfs hybride geluid hand in hand met zijn verschijning. De voortdurend van kapsel en haarkleur veranderende jongeman maakt 'folk' tot fashion in een look die zich laaft aan recuperatie en recyclage en er evenzeer ouderwets als futuristisch uitziet.
Na het door de knieën gaan van de pers voor Lycanthropy volgt het publiek - vooral in het thuisland en Duitsland - in vrij groten getale met zijn tweede langspeler Wind in the wires (2005, Tomlab). Andere popsterren nemen Wolf niet enkel onder de vleugels, maar ook mee op het podium. Zo speelt hij viool bij onder meer Chicks On Speed, The Hidden Cameras en Arcade Fire. Ook (semi)godin Marianne Faithfull ziet zijn talent. Zij zingt met Wolf het wondermooie duet 'Magpie' op zijn derde cd The magic position (2007, Loog Records).
Nog meer dan voordien werpt Wolf zich op zijn nieuwe, vierde album op als een flinke leerling van New Romanticism. Binnen die pop- en modestroming uit de jaren 1980 maakten bands als Visage, Roxy Music en Spandau Ballet het mooie weer. Het begint al met de hoes van The bachelor. Daarop toeft de androgyne Wolf - voor de gelegenheid met blonde, halflange manen en getooid in zwart lakleer, een hemd met een dubbele rij knopen en boots - in het halfduister: een vrij kitscherig decor opgetrokken uit middeleeuws aandoende voorwerpen en instrumenten, een boom en een soort van constructivistische tent. Andere invloeden zijn onmiskenbaar Marc Almond (qua orkestratie en verpakking - zeiden we al dat Wolf nooit onopgemaakt zijn huis verlaat?) en Kate Bush (zijn teksten zijn theatraal opgediende fabels die elementen uit zijn dagelijkse leven verwerken).
Aan het epische The bachelor droegen honderden gasten bij. De Duitse noise-koning Alec Empire en de actrice Tilda Swinton spreken daarbij wellicht het meest tot de verbeelding. Wolfs barokke manier van orkestreren piekt op deze plaat: een onwaarschijnlijke combinatie van onder meer (bas)klarinet en windinstrumenten, sopranen en gospelkoren, violen en cello, Braziliaanse percussie en zingende zagen gaan hand in hand met inventief elektronisch knoppenwerk. Wij zijn meer dan benieuwd op wat dit alles uit zal draaien op het podium van de Botanique.
:: Patrick Wolf - 10.10.2009, 20.00 - Botanique, Koningsstraat 236, 1210 Sint-Joost-ten-Node, 02-218.37.32, info@botanique.be
tickets: 14/17 euro (Bota'Carte: €11)
Lees meer over: Sint-Joost-ten-Node , Cultuurnieuws
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.