De cultuurtanker Bozar stuurt de komende jaar zijn koers bij. Het roer is voor directeur-generaal Paul Dujardin gericht op Europa. “Voor de klant blijven we hoofdzakelijk een kunstencentrum dat evenementen aanbiedt. Maar onze missie is heel wat breder.” In drie zinnen viel dat volgens hem niet uit te leggen, vandaar dit gesprek.
Paul Dujardin: ‘Ik ben een beetje Europa in Bozar’
N u het mandaat van Paul Dujardin als directeur-generaal van de NV Paleis voor Schone Kunsten (PSK) door de federale overheid is verlengd, zijn we benieuwd naar wat hij van plan is met het kunstencentrum.
Waarom wou u na twaalf jaar een derde mandaat in Bozar?
Paul Dujardin: “Ik ben voor de beperking in de tijd van bestuursmandaten bij grote instellingen en voor een tussentijdse evaluatie. In het geval van het PSK was mijn werk na twaalf jaar niet af. De eerste zes jaar werkte ik aan de integratie van de vele vzw’s in dit huis en aan het dossier van de restauratie van het gebouw. Bij het begin van mijn tweede mandaat in 2008 ging als het ware het licht uit door de financiële crisis. Het grote misverstand was, en blijft nog steeds – zeker in Vlaanderen – dat men denkt ‘Amaai, Bozar krijgt zoveel geld.’ En dat terwijl een groot deel van onze inkomsten niet structurele ‘eigen’ inkomsten zijn, via de ticketverkoop, zaalverhuur, funding en steun voor de producties. Nu begint pas de implementatie van wat twaalf jaar lang op sporen is gezet. De eerste zes jaar ging over integratie van de 45 vzw’s in het gebouw, samen met de renovatie van het pand. Toen ik aan mijn tweede zes jaar begon, in 2008, ging het licht uit, door de financiële crisis. Toch moest de grote investering gerealiseerd worden van 60 miljoen euro over tien jaar.”
Waarvoor staat Bozar?
Dujardin: “Bozar is geen theaterhuis, geen museum, geen operahuis, geen dansgezelschap,... Wij zijn alles en niets tegelijk. Bozar vertrekt vanuit een leeg gebouw van 53.000 vierkante meter. Voor de klant blijven we aan de basis een kunstencentrum dat evenementen aanbiedt. Bozar is een cultuurplatform. Wij zijn uniek door de complementariteit met de andere instellingen en de diversiteit van ons aanbod. Dit hebben we uit het niets moeten opbouwen, want Bozar was nergens erkend in de sector. Waar we het verschil maken? Niet in concurrentie of competitie, maar in complementariteit met de rest. We hebben gekeken waar Bozar binnen het Belgische model met het federale niveau en de gemeenschappen en gewesten een verhaal kon brengen. Niet vanuit de benadering van Frie Leysen (stichter van het Kunstenfestivaldesarts, red.) die twintig jaar geleden klaagde: ‘Brussel, dat is de stad, de gemeenten, het gewest, de gemeenschappen... Met wie moet ik niet allemaal spreken.” De stad is inderdaad complex, maar in het buitenland is de situatie dikwijls nog veel erger, kijk maar naar Los Angeles of Beiroet. De jongste twee jaar is de missie fundamenteel herschreven, en nu staan we er met ons verhaal.”
En de nieuwe missie is?
Dujardin: “De missie is zich inschrijven in de Europese context van de hoofdstad. De mosterd hiervoor heb ik gehaald bij Herman Van Rompuy (CD&V), toen hij in 2008 eerste minister werd. Brussel is de hoofdstad van Europa en we zijn ons onvoldoende bewust van de opportuniteiten om Brussel op de wereldkaart te zetten. Als we economisch willen overleven na de crisis, dan moet Bozar zich aanpassen. Voor het publiek mag dat geen verschil maken, een goede expositie blijft een goede expositie. Maar daarnaast was het nodig om voor dit huis een niche te creëren, die Europeser was en die maakte dat we een nieuw verhaal konden vertellen. We proberen telkens een tentoonstelling of een concert te contextualiseren in de maatschappelijke realiteit. Want naast een cultureel-wetenschappelijk verhaal houden we ook altijd het bredere economische en politieke verhaal in het achterhoofd. Neem nu de tentoonstelling Zurbarán. Niemand wou deze katholiek-conservatieve schilder tonen. Wij hebben meer dan twee jaar gestreden om zijn werk uit Spaanse kerken en internationale openbare en private collecties te halen. Wij hebben daarvoor een groot risico van 1,5 miljoen euro genomen met deze expo, maar we hadden een onderbouwd verhaal te vertellen. En nu willen de musea uit Madrid zelf de expo organiseren. De omgekeerde wereld eigenlijk.”
Zich inschrijven in Europa, hoe ziet u dat?
Dujardin: “De Europese Unie is een coproductie van 28 landen die moeten samenwerken en compromissen sluiten, met de nodige empathie. Ik ben een beetje Europa in Bozar. Ik zit in Brussel met 250 partners, van het Klarafestival tot Europalia. En niemand van die partners kan het nog alleen zonder Bozar, no way. Bozar zonder hen trouwens ook niet. Wij hebben elkaar nodig. Als er nog kwaliteitsvol Europees theater in Brussel moet komen, dan kunnen Théâtre National, KVS en Bozar maar beter samenwerken, anders lukt het niet financieel. Dat is wat de crisis ons geleerd heeft, samenzitten en onze ego’s dimmen. Bozar is een platform van free speech en van coproductie in de nobele zin van het woord ‘samengaan’.”
“Europa kan nooit al haar problemen oplossen – inclusief de financiële crisis – door die louter economisch en politiek te benaderen. Ook cultuur helpt hierin. Vandaar dat ik Obama in Bozar wou hebben, al stelde een speech zonder cultuurboodschap me ietwat teleur. Tijdens zijn bezoek in Nederland had hij het over Rembrandt, terwijl hij in Bozar verwees naar België als het land van chocolade en bier. Vroeger werkte men meer bilateraal, van staat tot staat. Europa volgt dikwijls die klassieke weg nog, het Europalia-festival trouwens ook. Dat is zeer nuttig, maar wij gaan een stap verder: we kijken naar het ruimere geopolitieke landschap. Bozar denkt na over wat we naast de politieke toppen (EU-Afrika, Azië,...) in Brussel kunnen aanreiken, bijvoorbeeld via denktanks over migratie en stedengroei. Ons project Visionair Afrika (een multidisciplinair festival rond Afrika in 2010, red.) heeft daar de aanzet toe gegeven. Bozar gaat breder dan cultuur. Het grote publiek merkt dat niet altijd.”
Is de drempel tot cultuurbeleving in Bozar te hoog?
Dujardin: “Sommige mensen vinden Bozar nog altijd elitair, ondanks al onze inspanningen om de programmatie te verbreden. Nochtans lokken we één miljoen bezoekers, waarvan 50 procent uit Brussel. Doordat de Henry Le Boeufzaal onder de grond zit, is er een probleem van zichtbaarheid voor de bezoekers, er zijn zelfs taxi’s die ons niet vinden. Ik zie nog elke dag mensen die geen toegang hebben tot cultuur en die Bozar niet kennen. Nochtans zijn er naast de 800.000 betalende tickets, 250.000 mensen die niet betalen in Bozar. Dat is een nieuwe trend. Die mensen komen naar culturele activiteiten, omdat ze niet overal kunnen betalen voor cultuur. Voor dergelijke groepen moeten we de toegankelijkheid van het gebouw verder optimaliseren.”
Welke opportuniteiten kan Bozar aan Brussel bieden?
Dujardin: “We proberen bijvoorbeeld de Brusselse politici te overtuigen dat de filmsector in dit land de jongste twintig jaar enorm veel heeft gerealiseerd, van Stijn Coninx tot de gebroeders Dardenne en de successen in LA. Het is tijd dat we in Brussel een business to business model installeren, waarbij alle stakeholders binnen de filmsector jaarlijks een paar dagen in Bozar samenkomen. Aan Brussels minister-president Rudi Vervoort (PS) heb ik vorig jaar gezegd: “Van dan af gaan we niet meer toevallig om de vijf jaar een Kuifje-film hebben zoals die van Spielberg, maar gaan we continu scoren. Ik wacht echter al maanden op het initiatief van het Brusselse Gewest om iedereen aan tafel te zetten. Op die manier gaan de filminvesteringen beter lonen.”
Doet u dan aan cultuurpolitiek met Bozar?
Dujardin: “Cultuurpolitiek is heel belangrijk, we zijn er te weinig mee bezig. Kennedy zei het al: “De overheid moet niet meer top-down te werk gaan en betuttelend dicteren, maar de civiele maatschappij bepaalt wat nodig is.” Ik heb nooit iets gekregen van mijn vriend Freddy Thielemans (PS), de vroegere burgemeester van Brussel. Terwijl het toch burgemeester Adolphe Max was die, samen met koningin Elisabeth, ervoor zorgde dat dit huis er in deze stad kwam. Ik hoop dat burgemeester Yvan Mayeur (PS) affiniteit krijgt met Bozar. Ik ben hem aan het sensibiliseren, zodat de stad terug naar Bozar komt. Ik zou er geen probleem mee hebben dat Mayeur een van mijn stakeholders wordt, die kan deelnemen aan het beheer. We moeten er samen naar streven om ook de Brusselse jongeren, ook zij die geen werk hebben, naar Bozar te krijgen. Ook al is cultuur vaak elitair, we proberen te verbreden, te verdiepen en alles toegankelijker te maken.”
Lees meer over: Cultuurnieuws , Expo
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.