Poëzie: 'Liederen van een kapseizend paard', Els Moors

Kurt Snoekx
© Agenda Magazine
07/01/2014

Zeven jaar! Zeven jaar was het wachten op de opvolger van er hangt een hoge lucht boven ons, een van de meest verkwikkende, minst tembare debuutbundels die wij al onder ogen kregen. In Liederen van een kapseizend paard bevestigt de Brusselse Els Moors met een beeldenstorm die de grond onder je voeten wegspoelt.

Die "witte fuckende konijnen", die paradoxale mix van willoosheid en manipulatie, die simpele verschuiving in het perspectief die van elk woord een evenwichtsbalk op gammele poten maakt... er hangt een hoge lucht boven ons, de bundel waarmee Els Moors in 2006 debuteerde en die behalve met de Herman de Coninck-poëzieprijs ook met de C. Buddingh'-prijs aan de haal had moeten gaan, benam ons van bij de eerste lezing simpelweg de adem.

En Liederen van een kapseizend paard blijkt een al even glansrijke ervaring. In een niet door leestekens belemmerde stroom zichtbaar binnenstebuiten gekeerde gedichten geeft Els Moors een inkijk in de zwalpende ziel van hartstochtelijk zoekende en fatalistisch mijdende bewoners van deze aardkloot; bewoners die de dichter op de huid zitten.

Maar hoe hartverscheurend dicht Els Moors zichzelf soms nadert, hermetisch is de bundel niet. Het bevreemdende universum waarin we bij het lezen van haar debuut verzeild raakten, is niet veranderd, maar bij elke publicatie – zoals ook haar roman Het verlangen naar een eiland (2008) en de verhalenbundel Vliegtijd (2010) – krijgt de lezer meer inzicht in hoe dat universum in elkaar steekt, hoe de bevreemding die uit die hoogst particuliere stem opklinkt, kiemt in de afwisselend kwetsbare en onaanraakbare houding die de mens zich tastend naar intimiteit geeft.

De laatste vraag voor nul punten
"Voor alle duidelijkheid: dit is geen Vijftig tinten grijs," zei Els Moors midden december bij deBuren nadat Harry Vaandrager haar bundel in een hortende causerie over zijn knie had gelegd en lustig de daarin figurerende blote billen van rake observaties had voorzien. All in good fun en vol lof over al die fraaie feiten waar Els Moors hem met de neus op duwde, maar nee, Liederen van een kapseizend paard is geen Vijftig tinten grijs: "neuken is het sleutelwoord waarmee je / vreemden de toegang tot elke / onderzeeër / ontzegt".

De bundel barst van verlies en verlangen naar intimiteit, melancholie en lijden aan wereld en bestaan: "wij zijn schip water en drenkeling / ineen de storm kwam met de stuwing / van moeders borst": qua verdoemenis en condition humaine kan dat tellen. De storm bedwingt Els Moors nu eens op een cruiseschip, dan weer op een gruwelijke overzetboot: "de overzetboten richting lampedusa zitten vol / maar wat in de meerderheid is het volk / wil tegenwoordig al uit eigen beweging zinken".

Onder water is het niet veel beter: "iedereen werkt zich dagelijks uit de naad / om deze wereld van hoogst private / onderzeeërs te laten overleven / en koers te houden". De eenzaamheid is overweldigend: "kan een aanraking ooit meer zijn / dan een gedoogbeleid". Els Moors steekt de "vinger diep" in de gapende pols van de moderne wereld: "de perfecte samenleving vereist de / perfecte onverschilligheid dus ik gebruik / straten en pleinen zoals ik de metro neem". En dat alles "terwijl god in het casino verdwijnt en een auto / op het hoofd van elke chinees begint te verwedden".

Ook taal biedt geen houvast: "respecteer de analfabetische hiërarchie". De wereld verdraagt geen spellingregels, taal heeft geen zeggenschap. Licht en donker, dag en nacht spoelen als eb en vloed af en aan en de mechaniek die het dagelijkse ritme aangeeft, sputtert: "en dan nu de laatste / vraag voor nul punten". We staan "alleen / op een vroegtijdig verlaten schip". Op de been blijven is het hoogst haalbare... Els Moors gaat zingend ten onder.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Cultuurnieuws , Shop

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni