Port O'Brien: Fisherman's band

Tom Zonderman
© Agenda Magazine
19/11/2009
Vorig jaar bezorgde het Amerikaanse Port O'Brien ons het fris van de lever klinkende All we could do was sing, waarop frontman Van Pierszalowski zijn haat-liefdeverhouding met de zee bezong in onstuimige folkrock. Heel wat ingetogener gaat het toe op het nieuwe Threadbare, dat een fragiele groep laat horen.

Die volte-face van de Californiërs kwam er na een tragisch ongeval waarbij de jongere broer van Cambria Goodwin, vriendin van Pierszalowski en als banjospeelster en zangeres samen met hem de creatieve spil van Port O'Brien, om het leven kwam. "Dronken achter het stuur," zegt de zanger-gitarist nuchter. "Aanvankelijk twijfelden we of het wel een goed idee was, maar toch zijn we doorgegaan met de nieuwe plaat. Heel wat songs bevonden zich in een embryonaal stadium. Ze kregen een totaal andere wending, qua vorm en structuur. Uiteindelijk konden we heel wat troost putten uit de muziek. En naarmate de tour vordert, wordt het minder pijnlijk om die nummers live te brengen."

"Die titel verwijst naar de staat waarin we ons bevonden na de dood van Cambria's broer. We hingen aan een draadje. In de songs overheerst rouw, maar er zijn toch ook hoopvolle momenten. In het leven zoek je uiteindelijk naar bevrijding. Toch kun je de plaat niet opsplitsen in de thema's verlies en verlossing. Voor mij zijn alle nummers deel van hetzelfde. 'High without the hope' vat het hele album samen. We wilden ermee openen en eindigen omdat het alles in perspectief plaatst."

Bibberen in Alaska
Vorig jaar debuteerde de groep met All we could do was sing (de verzameling demo's The wind and the swell buiten beschouwing gelaten), een collectie schuimende meezingers als 'I woke up today' en folky kampvuursongs die hen vergelijkingen met Arcade Fire en Bon Iver opleverden. 'Fisherman's son' en 'Stuck on a boat' bezongen Pierszalowski's ervaringen op de zalmschuit van zijn vader. Elke zomer trok hij naar de wateren rond Port O'Brien, een kleine haven op Kodiak Island bij Alaska. Goodwin ging dan weer in Larsen Bay aan de slag als bakker. Maar sinds kort valt die seizoensarbeid niet meer te rijmen met het muzikantenbestaan. Pierszalowski: "Ik ben de laatste twee jaar niet meer gaan vissen, gewoon omdat we te druk aan het toeren zijn. Maar Cambria is deze zomer wel nog in de bakkerij gaan werken. Ik ben van kleins af met mijn vader meegegaan, dat schudt je niet zomaar van je af. Ik wil ooit nog wel eens terugkeren naar dat leven, maar niet nu."

Pierszalowski praat niet louter met heimwee over zijn trips op de wateren rond Alaska. "Ik heb er een beetje een haat-liefdeverhouding mee. Sommige aspecten ervan vind ik leuk, maar het kan ook onnoemelijk hard zijn. Ik hou van het isolement, het gebrek aan afleiding. Je hebt er geen internet, geen tv, geen gsm's. Je kunt er goed nadenken... en songs schrijven. Maar het zijn lange dagen, meestal werk je ongeveer twintig uur per dag in oncomfortabele omstandigheden, vaak is het zeer koud. Dat vreet aan je."

Sudderen in de sauna

Inmiddels werkt de groep een druk toerschema af. Eind augustus bezorgden ze ons nog koude rillingen op Pukkelpop, en dat terwijl de Wablief?!-tent als een zweethut aanvoelde. Pierszalowski: (lacht) "Zo heet! Dat was de eerste keer dat we in korte broek optraden. Ik voelde me nogal lullig eigenlijk in die sauna." Port O'Brien speelde er als kwintet, met Tyson Vogel van Two Gallants op drum en Gram LeBron (Rogue Wave) als extra gitarist, maar de bezetting wisselt vaak. "Het is altijd een los-vast collectief geweest. Dat houdt het fris, je wordt elkaar niet beu en je krijgt nieuwe impulsen."

Port O'Brien surft mee op de folkrevival. Maar in de platenkoffer van Pierszalowski zitten niet enkel Neil Young and the likes. Timbaland bijvoorbeeld ook, en Mariah Carey. "Ik vind 'Migrate' echt een van de songs van het decennium. Het is gewoon top. Goed, haar ballads vind ik maar niets, maar ze heeft een van de betere stemmen uit de popmuziek."

:: Port O'Brien
wanneer: 20 november 2009 om 20.00 uur (megafaun, First Aid Kit, Port O'Brien)
waar: Botanique, Koningsstraat 236, Sint-Joost-ten-Node, 02-218.37.32, info@botanique.be
inkom: 12 / 15 euro (Bota'Carte: 9 euro)

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Sint-Joost-ten-Node , Cultuurnieuws

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni