Smet geeft Vlaams-Afrikaans Huis toch nog projectsubsidie
Drie jaar geleden, in de zomer van 2007, kondigde Smets voorganger Bert Anciaux de oprichting van een Vlaams-Afrikaans Huis aan. Het idee kwam van Afristyle, een vzw die gerund werd door Marie-Cécile Ngamp, een vroegere kabinetsmedewerkster van Anciaux. Zij wilde een ontmoetingsplek voor Vlamingen en Afrikanen in de Vredestraat, in hartje Matonge. De vzw kreeg een eerste projectsubsidie van 50.000 euro uit de pot 'Vlaamse projecten voor Brussel'.
Het Huis moest nog in 2007 opengaan, maar er waren al meteen problemen met de inrichting. Die kon volgens Afristyle niet voltooid worden omdat het subsidiebedrag niet volledig was uitbetaald. Uiteindelijk ging Foyer Tosangana/Toyeba ('samenkomen/op de hoogte zijn'), zoals het Huis aanvankelijk heette, in het voorjaar van 2008 open. Afristyle had inmiddels ook nog eens 50.000 euro uit het Participatiefonds gekregen.
Het aantal activiteiten en bezoekers viel de eerste maanden magertjes uit. Ngamp werd eind 2008 vervangen door Jeroen Markelbach, die net terug was van zijn vijftienduizend kilometer lange fietstocht naar Kinshasa. De vzw kreeg van Anciaux opnieuw 107.000 euro subsidie voor 2009.
Lijk uit de kast
Markelbach begon vol goede moed aan zijn opdracht, geholpen door Aimée Bolumbu, die met haar vzw Masano-Boyekoli het café van het Huis uitbaat. Al na enkele weken viel er een fameus lijk uit de kast. Ngamp, die de volmacht op de rekening nog altijd niet had overgedragen, betaalde van het verse subsidiegeld 20.000 euro RSZ-achterstallen en enkele oude facturen. De vzw Afristyle werd ontbonden. Markelbach richtte samen met enkele believers een nieuwe vzw op, Kuumba ('creativiteit'). Maar hij was 40.000 euro van het budget kwijt: 20.000 euro was naar de RSZ-achterstallen gegaan, en bovendien wilde de Vlaamse administratie voor die onterechte uitgave geen subsidie uitbetalen.
Met de hulp van vrijwilligers verbouwde Markelbach de oude bakkerij achter in het pand tot een zaaltje waarin lessen Nederlands en workshops djembé en koken konden worden gegeven. In december was het geld op. Markelbach ging dan maar door op vrijwillige basis. "Ik kon niet stoppen, dan zou ik al mijn geloofwaardigheid binnen de Afrikaanse gemeenschap verliezen. Bovendien geloof ik echt in het project," zegt hij.
Minister Smet stond aanvankelijk sceptisch tegenover het door kinderziekten en beheersproblemen geplaagde project. Nu komt hij toch over de brug met een nieuwe projectsubsidie van 106.500 euro. Markelbach kan weer voltijds aan de slag. Plannen voor de komende maanden heeft hij genoeg: een cursus Lingala voor Vlamingen, een toernee langs Vlaamse dorpen, en in juli een wereldmuziekfestival bij de slachthuizen van Anderlecht.
Lees meer over: Elsene , Cultuurnieuws
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.