Tentoonstelling: De voorlopers van beeldverhaal

Hoe oud is het stripverhaal? Wie vond het uit? Deze eenvoudige vragen zijn niet zo gemakkelijk te beantwoorden. Alles hangt ervan af hoe je strip definieert.

Volgens vele Amerikanen is toegankelijkheid voor een ruim publiek een essentieel kenmerk. Zij zien de krantenstrip The yellow kid (1895) van Richard F. Outcault als het begin. Europeanen die niet willen teruggaan tot prehistorische rotstekeningen noemen de 19e-eeuwse Zwitser Rodolphe Töpffer een van de belangrijkste pioniers.

Zijn tekeningen maken deel uit van een tentoonstelling over de voorgeschiedenis van het stripverhaal in de Bibliotheca Wittockiana, het florerende museum van de boekbindkunst. Töpffers geïllustreerde verhalen waren een voorbeeld voor de Duitser Wilhelm Busch. Hij wou een grote schilder zijn maar werd beroemd met Bilderposse. Deze berijmde prentenboeken gingen bijvoorbeeld over de schelmenstreken waarmee Max en Moritz een idyllisch dorp op stelten zetten. De Bibliotheca Wittockiana tikte ook enkele Images d'Épinal op de kop.

Met deze gekleurde prenten vond de Franse drukker Jean-Charles Pellerin uit Épinal, een stad in de Vogezen, begin 19e eeuw een gat in de markt. De Fransen gebruikten de Bijbel of door de geschiedenis geïnspireerde afbeeldingen om de muur mee te versieren. Later vormden de zeer traditionele, naïeve plaatjes samen een verhaal of lied.

Geïnspireerd door de Amerikanen is het de Fransman Alain Saint-Ogan die in 1925 de tekstballonnen introduceert die zo typische zijn voor de strip. Zijn Zig et Puce krijgen vier jaar later het gezelschap van een u niet onbekende reporter, Kuifje.

:: De voorlopers van beeldverhaal
wanneer: > 5 september 2009 - dinsdag > zaterdag van 10 > 17.00 uur, €4/2,5/gratis
waar: Bibliotheca Wittockiana, Bemelstraat 23, Sint-Pieters-Woluwe, 02-770.53.33, info@wittockiana.org, www.wittockiana.org