Tussen Kriekenput en de Put van Kalevoet
Flâneries is geen boek waarin je gauw-gauw iets opzoekt. Daarvoor ontbreken een index, een kaartje en zelfs een inhoudsopgave. Je moet je laten meevoeren met het verhaal dat Barette vertelt aan de hand van foto's, uitgespreid op de tafel voor ons, zo lijkt het wel. Hij gaat daarbij heel zuidelijk Ukkel af, bijna van gebouw tot gebouw. Cafés, kastelen, molens ook, want Ukkel was tot 1953 officieel een landbouwgemeente.
Persoonlijk commentaar ontbreekt dan ook niet, als een bescherming weer eens een sloop niet heeft kunnen verhinderen, zoals dat in 1950 gebeurde met het café Au Congo aan de Bourdon, of als Barette ons weet te verrassen met een foto uit 1940 van het viaduct van Kalevoet in puin.
Brasseries en cafés met terrasjes aan de straatkant lijken de grootste slachtoffers van de komst van de auto. Weg met de vele afspanningen voor voermannen aan het kruispunt van Fort Jaco. En vooral aan Kleine Hut, waar de buurttram tot het begin van de jaren 1960 dagjesmensen van het Rouppeplein naartoe bracht.
Omdat de vergelijkingsfoto's ook in zwart-wit zijn, word je een beetje aan het werk gezet om te zien wat er nu precies veranderd is. Zeker in residentiële wijken is dat al eens subtiel. De omgeving van de Lindenlaan met zijn buitenverblijven werd door de Belgische Touring Club in 1918 zelfs vergeleken met een kustplaatsje, "zo puur is het zand." En in de Kriekenput stonden de kriekelaars waarvan de vruchten bestemd waren voor brouwerijen als die van Van Haelen in de Put van Kalevoet (nu een Delhaize).
Barette waarschuwt wel voor een idealisering van het verleden. Onze voorouders moesten hard en vaak in slechte omstandigheden werken. Dat werd allemaal vergeten als het feest was. Er zijn foto's te zien van processies, kermissen en zelfs een schooluitstap van de Decroly-school. Tijdens de kermis van Verrewinkel wordt voor één dag een valse burgemeester gekozen.
Het stadion van de Royal Racing Club uit 1902 aan de Waterloosesteenweg bracht internationaal vertier. Vandaag getuigt nog alleen de monumentale betonnen toegangspoort uit 1926, toen de club 'koninklijk' werd, van de allereerste wedstrijd van België tegen Frankrijk en van het ontstaan van de Fifa in 1904.
De auteur had geen wetenschappelijke publicatie op het oog, maar de dichter 'Jan Van Nijl' had hij toch twee keer als Jan van Nijlen mogen spellen. Het Jan van Nijlenpad liep vroeger langs het café Au Grand Pont, bij intimi bekend als 'Bij Nelle onder de brug'.
Na de lectuur van Flâneries ken je Ukkel weer wat intiemer.
--------------------------
Yves Barette, Flâneries dans Uccle d'hier à aujourd'hui, uitg. Studio Real Print, 124 p., 28 euro, te koop in boekhandels in het Ukkelse
Lees meer over: Ukkel , Cultuurnieuws
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.