Vrijmetselaarstempels met snuifje exotisme

Jean-Marie Binst
© Brussel Deze Week
07/12/2006
Treed in de voetsporen van doorluchtige grootmeesters van de vrijmetselarij, en onderga een aha-erlebnis als u de faraonische logetempels binnentreedt. U hoeft niet door het sleutelgat te loeren; drie nieuwe publicaties tonen u alles, open en bloot.

De vrijmetselaarstempels mogen dan wel als Egyptische grafkelders van alle daglicht verstoken zijn, mondjesmaat geven ze hun geheimen prijs. Het begon in 1985 met de opening van een bescheiden Belgisch Museum van de Vrijmetselarij in de Lakensestraat, inmiddels een begeerde bestemming voor groepsuitstappen, niet in het minst van katholieke vrouwenorganisaties. Gevolgd door succesrijke 'opentempeldagen' voor het grote publiek tijdens Open Monumentendagen in verschillende steden. En heel onlangs was er de uitgave van verhelderende, gevulgariseerde publicaties over vrijmetselarijpanden (zie naast De Loge en Architectures maçonniques, hieronder ook de mu­seumgids De schatten van de tempel).

De afbraak van een grote tempel in Egyptische stijl in de Meistraat in Antwerpen (begin jaren tachtig van vorige eeuw) heeft de logge mechanismen tot bescherming van de 'private' vrijmetselaarstempels in werking gesteld. Hierdoor geraakten onder meer de tempels in de Lakensestraat beschermd, een deel van het tempelpand in Brugge en de logegevel (uit 1920) van L'Amitié in Kortrijk. Architecturaal gezien zijn alle vrijmetselaarsbouwwerken
stuk voor stuk te koesteren monumenten. Niet dat ze altijd het werk waren van de grote bouwmeesters van hun tijd - de art-nouveaukeizer Victor Horta, bijvoorbeeld, kreeg nooit een opdracht. Dat kwam omdat de opdracht voor een tempelconstructie altijd een logebroeder toekwam; meer nog: ook de aannemers, onderaannemers, decorateurs en schilders behoorden vaak tot het 'incestueuze' entourage van de obediënties.

Egyptomanie
De bouwstijl van de vergadertempels is door de tijd geënt op twee sporen. Enerzijds was er de buitenarchitectuur van de tempels. Die volgde gewoon de algehele bouwstijlen in de negentiende en twintigste eeuw. Vandaar dat het neoclassicisme (eind zeventiende eeuw en tot halfweg de achttiende eeuw) tijdens de Verlichting - zeker in het 'moederland' Engeland en later in de VS - gegeerd was. Een van de zeldzame restanten uit de periode is de Septentriontempel in Gent. Vanaf het midden van de negentiende eeuw ontstaat in Europa en België het eclecticisme, een mengstijl.

Daartegenover staat dat de vrijmetselaarsordes voor het interieur van de tempels eigenzinniger stijlen kiezen. Er werd een nieuwe bouwsymboliek geboren, die gevonden werd in de Egyptische piramidedecoraties en tempels. De publieke herontdekking van Egypte aan het einde van de achttiende eeuw, en vooral na de Campagne van Napoleon begin negentiende eeuw, kwam als manna uit de hemel vallen. De Egyptische kunst en haar thema's werd door de vrijmetselaars gezien als de referentie om terug te grijpen naar de eerste grote civilisatie op vele domeinen: wiskunde, architectuur, religie en het schrift. De Egyptische bouwreferenties verschillen ook totaal van alle andere bouwstijlen in België, en dat leverde iets unieks op. Anderzijds drong zich een tweede 'bouwafspraak' bij de loges op. De decoratie moest meer aansluiten bij de filosofische oriëntatie van de vrijmetselarij. Voor de vrijzinnige Belgen betekende dat dat er iets totaal anders moest worden uitgebeeld dan alles wat maar kon verwijzen naar de 'katholieke' bouwstijlen. De (neo)romaanse stijl en de (neo)gotiek waren alvast taboe, aangezien de romaanse kloosters en gotische kathedralen de referentie bij uitstek bleken te zijn van de Kerk. Egyptische tempels heeft de Kerk vreemd genoeg nooit nagebootst, vandaar een 'maagdelijke' bouwstijl voor de vrijmetselaars. Na 1860 zien we dan ook bijna uitsluitend Egypte-gerichte bouwconstructies onder de tempels. Het heeft ertoe geleid dat tachtig procent van alle Belgische architectuur in neo-Egyptische stijl nu eenmaal een maçonnieke tempel is, op de tempels in de Zoo van Antwerpen na. De oude vrijmetselaarstempel in Sint-Niklaas (uit de Hollandse periode, 1820), waarvan men het bestaan zelfs niet meer vermoedde, is door de herkenning van die Egyptische versierstijl (opnieuw) ontdekt.

Veel tempels zijn gesneuveld - doorgaans omdat ze zich zonder openbaar karakter nergens op konden beroepen om overeind te blijven als er stedenbouwkundige ingrepen kwamen. Zo sneuvelden de tempels van de Vrais Amis de l'Union et du Progrès Réunis in de Brusselse Ursulinenstraat (architect Vanderheggen), aan de Kiekenmarkt (architect Trappeniers) en twee Egyptische tempels, waaronder de grootste van België, in de Peterseliestraat (architect Samyn, decorateur Alban Chambon). De tempel van Le Droit Humain in de Kluisstraat (Elsene) is een van de zeldzame (niet-Egyptische) tempels die een andere bestemming kreeg. Dit kleinood werd enkele jaren geleden gerestaureerd en omgevormd tot tentoonstellingsruimte van de Archives d'Architecture Moderne (AAM).

:: Eric Hennaut, De Loge, van tempel tot museum, AAM Uitgave, 64 blz., 12 euro (nieuwe uitgave, N). Eric Hennaut, Maurice Culot e.a., Architectures maçonniques - Grande-Bretagne, France, États-Unis, Belgique, AAM Éditions, 208 blz., 39 euro (alleen F)

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Cultuurnieuws

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni