Wigbert & Kommil Foo: meer dan 1.000 woorden
Het optreden is meer dan 'het volgende nummer heet...' Het is ook theater.
Wigbert: Die wereld hoort erbij. Raf en Mich zijn cabaretiers. Zo kijken zij naar liedjes en pluizen uit wat een plek krijgt op een podium. In het begin kon ik met moeite de slappe lach inhouden. Ze hanteren dat erg goed. Ik ben dan weer beter in improviseren. Dat is een mooie kruisbestuiving. We geven elkaar de ruimte om met muziek en tekst spanningen op te bouwen en weer los te laten.
De samenzang valt op. De nummers klinken alsof ze worden uitgevoerd door één groep.
Wigbert: Dat was erg belangrijk voor ons, op die basis hebben we liedjes uit ons beider repertoire gekozen. We zijn alle drie fan van Amerikaanse samenzang. Niet dat we zo goed zijn als Crosby, Stills & Nash maar ze kijken zeker mee over onze schouder.
U bent 5O. Bijna twintig jaar terug speelde u uw 'Ebbenhout blues' als begeleidingsmuzikant in de schaduw van Jan De Wilde. Iets anders doen met uw leven was geen optie?
Wigbert: Jawel, ik ben begonnen als tekenaar. Grafiek boeide me ook maar mijn leraar Sierkunsten zei dat ik moest kiezen en er honderd procent voor gaan. Door je passie te volgen kom je uiteindelijk terecht waar je wilt zijn. Muziek is een essentieel onderdeel van wie ik ben, soms kan ik me beter uitdrukken met een gitaarlick of een lied dan met woorden. Achteraf lijkt het parcours duidelijk omdat muziek een grote rol speelt, maar dat is niet zo. Ik ken meer mensen die zich de vraag stellen 'Wat is mijn levensdoel hier op aarde?'
Welke plaat veranderde uw leven?
Wigbert: Ik sliep met mijn drie broers op de bovenste verdieping. Er spatte van alles door de boxen. The Beatles waren een enorme invloed, zeker. Mijn eerste elpee was de 'Dubbele witte'. De absolute popplaat met alles wat muziek muziek maakt: samenspel, arrangementen, teksten, humor, fantasie.
Wat bent u het liefst, frontman of sessiemuzikant?
Wigbert: Ik weet dat ik een behoorlijke gitarist ben die vrij snel zijn ding kan doen in functie van, maar ik weet ook dat ik ondertussen mijn mannetje sta als ik vooraan iets mag vertellen. Als ik een tijd mijn eigen muziek niet speel, mis ik het wel. Het zijn verschillende werelden, maar beide vormen van muziekmaken zijn voor mij communiceren met mensen en samen op een podium of in een studio staan. In het theater heb je een derde wand, het publiek. Dat is een andere dynamiek. Wat live kan, klinkt daarom niet op plaat. Je moet arrangementen herdenken om je boodschap te vertalen. Dat is tof en leerzaam. Het is als een schilder die geen voorkeur heeft voor olie op doek of waterwerf.
U stapt voortdurend in nieuwe projecten. Wat heeft u tot nog toe het meest ontroerd?
Wigbert: De Bram Vermeulen Hommage Tournee in Carré in Amsterdam. Zoveel mensen waren speciaal gekomen om een liedje van Bram te zingen. Hij was de verenigende factor, niemand deed een eigen song. Pure elektriciteit!
Waren er ook onverwachte momenten?
Wigbert: Op een dag belt Roland Van Campenhout. "Peke, ik moet spelen in de Club. Zin om mee te doen?" "Tuurlijk!" Hij had net Never enough uit en onderweg naar de AB denk ik: 'Dat zal toch niet voor een cd-voorstelling zijn zeker?' Inderdaad. 's Middags was het repetitie en 's avonds concert. Zalig! Heel intuïtief, zo is Roland. Dat zijn fantastische ontmoetingen, daar draait muziek voor mij om. Mensen voelen dat in de zaal. Er wordt niet alleen muziek gereproduceerd, er wordt muziek gemaakt. Letterlijk!
:: Wigbert & Kommil Foo
wanneer: 5 november 2008 om 20.30 uur
waar: Candelaershuys, Brugmannlaan 433, Ukkel - 02-343.46.58, candelaershuys@vgc.be
inkom: 12 euro
Lees meer over: Ukkel , Cultuurnieuws
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.