Michèle Anne De Mey herneemt Neige

Michaël Bellon
© Agenda Magazine
01/06/2011
In het Kaaitheater wordt deze week Michèle Anne De Meys memorabele productie Neige hernomen, die in 2009 de biënnale van Charleroi/Danses opende. De letterlijk dromerige voorstelling onderscheidt zich vooral door de opmerkelijke enscenering: anderhalf uur lang dwarrelt er sneeuw op het podium neer.

Choreografe Michèle Anne De Mey (Brussel, 1959) zit dit jaar dertig jaar in het vak. Ze studeerde tussen 1976 en 1979 aan de Brusselse dansschool Mudra van Maurice Béjart en leverde in 1981 met Passé simple haar eerste choreografie af. In de jaren 1980 danste ze in verschillende stukken van Anne Teresa De Keersmaekers dansgezelschap Rosas, waaronder Fase (1982), Rosas danst Rosas (1983), en Elena's aria (1984). In 1990 richtte ze, voor haar onlangs met succes hernomen creatie Sinfonia eroica, haar eigen compagnie op, die sindsdien stukken als Raining dogs (2002), Utopie (2001) en Love sonnets (1994) realiseerde. Sinds juli 2005 is Michèle Anne De Mey ook een van de artistieke directeurs van het Centre chorégraphique de la Communauté française Charleroi/Danses.

Wat was het uitgangspunt voor het tot stand komen van Neige?
Michèle Anne De Mey: Ik wilde een choreografie maken volgens een andere methodologie. Een die vertrok van de gegevens op de scène, van een vooraf bedachte installatie met decor en belichting. Daarmee werden de dans en de dansers van bij het begin geconfronteerd. Ik had scenografe Sylvie Olivé ontmoet op een draaidag van de film Mr. Nobody (van Jaco Van Dormael, De Meys partner, mb) in Brussel, en met Nicolas Olivier had ik bij Charleroi/Danses al samengewerkt.

Hoe zijn jullie dan te werk gegaan?
De Mey: Met zijn drieën hebben we een jaar lang als kinderen gezocht naar een 'scenografisch element' dat de voorstelling zou bepalen. Stukje bij beetje is dat concept zich gaan definiëren. We hebben die sneeuwstorm van papier gecreëerd (voor elke voorstelling worden 350 kilo papiersnippers in de theatertoren gehesen die gedurende anderhalf uur neersneeuwen op het podium, mb). Met transparant plastic hebben we een 'huis clos' gemaakt, een stuk ingepakte natuur, een droomwereld van een vrouw waarin verschillende personages ronddwalen.

Dat zorgt inderdaad voor een zeer dominant beeld.
De Mey: Het was een uitdaging om zo'n groots, romantisch natuurelement een theater binnen te brengen, een plek waar je normaal gezien helemaal afgesloten zit van die natuur. Het is spelen met dimensies waarin de lichamen verdwijnen. De choreografie zit niet alleen bij de dansers, maar ook in de scenische dimensies, in de ruimte, in het licht, het geluid. Al die zaken versterken elkaar in een globale ervaring.

U wilde daarenboven ook met de muziek van Beethoven werken.
De Mey: Ik wilde heel zijn Zevende symfonie gebruiken, maar de optelsom werd te veel. Het geheel is al een symfonie. Omdat de opening van de tweede beweging zo sterk is, zijn we daarvan vertrokken om met Dominique Warnier en Raphaëlle Latini een geluidsruimte te maken waarin ook de hedendaagse muziek van Jonathan Harvey verwerkt zit, en waarin Beethoven via citaten verweven zit.

Ging u voor onversneden romantiek?
De Mey: Ik keer terug naar een wat oudere manier van theater maken, maar met een erg hedendaagse choreografie en esthetiek.
Ik wilde ook een verhouding met de schoonheid terugvinden en die gewoon accepteren. Dat dromerige decor neemt je mee op een contemplatieve trip.

Wortelen de droomsequenties ook in een herkenbare realiteit?
De Mey: De dansers zijn mensen, maar ze vertoeven duidelijk in een andere wereld. De voorstelling begint met een proloog en een eerste tableau die de toeschouwers meenemen naar die wereld, een soort van passage naar het onbewuste. De dromen hebben te maken met het gevoel dat je opgeeft, met zelfverlies. Het gaat over verdwijnen in de sneeuw, in de mist, in de dood.

Ondertussen leidt u ook mee Charleroi/Danses
De Mey: We doen dat met vier. Vincent Thirion is de algemene intendant die het instituut coördineert en programmeert. Pierre Droulers (choreograaf), Thierry De Mey (componist, cineast) en ik vertrekken meer vanuit ons werk en zetten zo met Vincent een lijn uit. Het is een uitdaging om twee verschillende steden als Brussel en Charleroi met elkaar te verbinden. La Raffinerie in Molenbeek is kleinschalig en vooral geschikt voor work in progress, laboratoria en uitwisselingen. We organiseren er Compil d'Avril, en een deel van de biënnale. In Charleroi hebben we de grote zaal, en zit het centrum van de biënnale. Daar zijn dan weer geen studio's om te repeteren, al ligt er een plan om daar iets aan te doen.

Hebt u nog weleens contact met Anne Teresa De Keersmaeker?
De Mey: Wel op vriendschappelijke basis. Ik ben ook onlangs naar de herneming van Elena's aria geweest, wat ik wel een emotionele gebeurtenis vond. Er was nog even sprake van dat ik opnieuw zou meedansen, maar daar heb ik nu de leeftijd niet meer voor.

Wat is het volgende dat we van u mogen verwachten?
De Mey: Met ongeveer dezelfde basisploeg als die van Neige en met Jaco Van Dormael hebben we ondertussen ook Kiss & Cry - NanoDanses gemaakt. Die voorstelling is dit jaar in première gegaan op het VIA-festival in Bergen en zal later ook in Brussel te zien zijn. Het is een voorstelling waarin de choreografie door vingers wordt uitgevoerd, en waar ter plekke een film van gemaakt wordt.

3 & 4/6/2011 • 20.30
€12/16

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Podium

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni