Oscar van den Boogaard en Steven Van Watermeulen ongeketend in Decemberhonger
De ontmoeting van Steven Van Watermeulen en Oscar van den Boogaard op een trein in 1999 markeerde het begin van een vruchtbare relatie die ook in het theater en in de literatuur haar neerslag vond. Zowel voor de toneelstukken Lucia smelt, Sterremix, en Nest, als voor de romans van de pseudoniemen Emmanuel Lipp en Pearl Sweetlife, en de theatrale tentoonstellingen over Arthur Rimbaud en Veronique Branquinho werkten ze samen en halen ze ook veel materiaal uit hun eigen kast. Van lederhosen tot ideeën over vrijheid.
Is het belangrijk dat veel van jullie werk vrij nadrukkelijk autobiografisch is?
Steven Van Watermeulen: We zoeken die grens tussen fictie en werkelijkheid graag op, in de wetenschap dat de paar emoties die je hebt dezelfde zijn als die van 7 miljard anderen. Door ons ego achter te laten en in onze ziel te laten kijken merken we dat die ziel niet zoveel verschilt van de mensen die veilig vanuit het donker naar ons zitten te kijken. Dan zetten we de deur maar best meteen helemaal open.
Oscar van den Boogaard: Het is geen narcisme maar generositeit. Het is onze wil een soort 'probeermens' te zijn - Probenmensch heet dat in het Duits. In Decemberhonger snijden we het onderwerp 'vrijheid' aan. Als je die vrijheid als kunstenaar ook zelf niet ambieert, kun je niets interessants maken.
De nooit helemaal gescheiden geliefden uit Lucia smelt hebben in Decemberhonger een open relatie, die op de proef wordt gesteld door een jonge studente waaraan ze allebei hebben lesgegeven.
Van Watermeulen: We wisten dat we een stuk wilden maken met een derde persoon erbij. Sara en ik hebben ook echt aan Maya lesgegeven en zien haar graag spelen. Oscar en ik waren aan het zoeken naar een goede vorm voor onze relatie. Dat komt allemaal samen in Decemberhonger, waar de twee geliefden zich afvragen wat hen nog samenhoudt. Je ziet hen bijna hopen op een derde deel waarin alles weer rustiger wordt en ze eindelijk thuis kunnen komen.
Van den Boogaard: Dat op drift raken hoort bij het leven. Als je een dertiger bent, hoop je nog op een symbiotische relatie, maar als veertiger wil je je vrijheid onderzoeken, en wordt het bijna een levensvoorwaarde om nog het onderste uit de kan te halen. Als je elkaar dat toelaat ben, je met vrijheid bezig. Die test moet iedere relatie aangaan, geloof ik. Of je blijft vitaal als mens in een relatie, of je implodeert.Het stuk toont de worsteling met die vrijheid, maar dus onrechtstreeks ook hoe behoudsgezind en belemmerend 'gangbare' relaties kunnen zijn.
Van Watermeulen: Je merkt dat daar na de voorstelling over gediscussieerd wordt. Verschillende mensen zullen verschillende keuzes maken, maar ik denk dat wij met onze keuzes wel een heel eind zijn gekomen. Belangrijk is dat je niet gaat denken voor de ander en daarop gaat anticiperen, maar zegt waar het voor jou op staat, zodat de ander weet waar hij aan toe is en zich kan aanpassen. En natuurlijk moet je ook je ego aan de kant kunnen zetten en verdragen dat de ander zijn eigen wegen bewandelt.
Van den Boogaard: Mensen vallen zichzelf enorm lastig door een relatiemodel als het huwelijk of een afgeleide daarvan over te nemen. In plaats van er zelf één te ontwerpen. Als het misgaat, gaat het mis, maar ook dat is vrijheid: niet meer angstvallig alles vasthouden, maar toestaan dat het mis kan gaan. Elkaars vrijheid liefhebben vind ik een diepere vorm van liefde dan elkaars onvrijheid liefhebben. De liefde van veel mensen berust op exclusiviteit, maar dat is in wezen het uitwisselen van elkaars onvrijheid. Ik heb ooit het verhaal gehoord van een oude vrouw die niet wilde sterven omdat ze het niet verdroeg dat haar man na haar misschien een nieuwe vrouw zou hebben. In dit stuk gaat het over het omgekeerde van dat soort jaloezie.
Ook de jonge Maya wordt verweten aan de vrijheid te verzaken omdat ze een 'nestklever' is, behorend tot een generatie die lekker lang thuis blijft wonen. Heeft zij dan niet gewoon al op jonge leeftijd voor de rust gekozen waar Steven en Sara ook naar verlangen?
Van den Boogaard: Vrijheid impliceert dat je keuzes kunt maken. Als je er nooit uit bent getrokken, kun je ook niet besluiten om vrienden te zijn met je ouders. Ik heb niet de indruk dat nestklevers een keuze maken. Ze blijven gewoon aan de navelstreng hangen. Die luiheid geeft een angstaanjagend beeld van de toekomst.
In het stuk, waarin Steven en Sara onder hun eigen naam acteurs spelen, duikt ook Dora Van der Groen van het Conservatorium op in de figuur van Isabella. Spielerei of afrekening?
Van Watermeulen: Geen van beide. Sara en Steven zijn ondertussen veertig, maar nog altijd kinderen die zich moeten ontvoogden. Ook binnen het theater. Maar daarvoor moet blijkbaar eerst de theaterschool van Isabella afbranden, en dan nog blijven ze schatplichtig. Ook hun denken over vrijheid is nog heel pril. Ze scanderen van alles en spreken zichzelf ook voortdurend tegen.
Decemberhonger is inderdaad een praatstuk.
Van den Boogaard: Ik wil geen stuk schrijven dat alleen maar gedreven is door plot. Het interesseert mij hoe mensen over zichzelf denken, wat ze daarover zeggen, hoe ze elkaar interpreteren, wat hun ideeën zijn, welke maskers ze opzetten. Dat wil ik op het toneel zien. Daar zit ook de humor en de tragiek in.
Van Watermeulen: Sara en ik spelen ook meer en meer met het gegeven dat we toneelspelers zijn, door te improviseren of te reageren op wat er in de zaal gebeurt. Mensen amuseren zich daar kostelijk mee omdat ze zo het mechanisme zien waarmee een acteur in en uit zijn rol stapt. Volgens mij heeft dat te maken met het diepe verlangen van de toeschouwers om ook eens uit de rol te stappen die zij dag aan dag leven. In die zin is het theater net een gym waar je naartoe gaat om het leven weer wat rek te geven.
Decemberhonger
wanneer: 3 > 5 februari 2012 om 20.30 uur (5 februari om 15.00 uur)
tickets: €12/16
------
Lees meer over: Brussel-Stad , Podium
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.