Singer-songwriter Beth Orton brengt naakte essentie
Tijdens haar afwezigheid van het schouwtoneel heeft Moeder Natuur haar werk gedaan: dat leverde twee kinderen op, en een man, die ze trouwens meteen meepakt op tournee. Sam Amidon, naast liefhebbend echtgenoot ook een singer-songwriter uit het Amerikaanse Vermont, mag haar voorprogramma spelen. De titel van haar nieuwe plaat pikte ze trouwens op in New England, waar de bomen tijdens de koude wintermaanden sap sparen om later suiker te maken. "Daar zat zoveel poëzie in," zegt de zangeres aan de vooravond van haar eerste Europese tournee in jaren. "Ik herkende er een metafoor in voor het creatieve proces van de artiest, die ook spaart tot er geoogst kan worden, en op zoek is naar zoetheid en finaal ook aanvaarding."
De zangeres die midden jaren negentig doorbrak aan de zijde van The Chemical Brothers en William Orbit, schraapt sindsdien geduldig een oeuvre bijeen dat weg van de folktronica steeds dieper graaft in de Britse sixtiesfolk, met dank aan leermeester Bert Jansch. Voor haar nieuwe plaat, die ze ging opnemen in Portland, liet ze zich inspireren door Roberta Flacks album First take. Producer Tucker Martine (My Morning Jacket, The Decemberists) haalde er onder meer drummer Brian Blade en gitarist Marc Ribot bij, waardoor het palet wat meer jazzy ging klinken. "Het liep zo vlot dat we nooit meer dan drie takes nodig hadden. Ik was op het einde zelfs een beetje bedroefd dat ik de plaat moest uitbrengen, alsof ik een deel van mezelf moest weggeven. Zo tevreden was ik erover. Dat had ik nog nooit meegemaakt."
Je zei onlangs dat vanaf het moment dat je muziek begon te maken die ook meteen werd uitgebracht, en dat het daarna steeds voelde alsof je een stap achterop hinkte. Is dat na deze lange break gekeerd? Loop je nu voorop?
Beth Orton: Nee, dat nog niet, maar ik heb mezelf ondertussen wel bijgebeend. (Lacht) Ik heb de voorbije jaren tijd en ruimte voor mezelf kunnen nemen. De songs die ik schreef luisterden meer naar mijn innerlijke stem. Ze beantwoordden vragen die echt uit mezelf kwamen. Het klinkt misschien paradoxaal, maar ook al leek ik meer tijd te hebben, concreet had ik natuurlijk minder tijd, want ik kreeg kinderen. Maar daardoor ging ik veel bewuster om met de beschikbare tijd.
Je dochtertje Nancy is inmiddels vijf, je zoontje Arthur één. Hoe beïnvloedde het moederschap je album?
Orton: Hun aanwezigheid is onloochenbaar. Als je 'ouder' wordt, verandert je focus. Je kweekt een nieuw soort discipline. Je handelt meer weloverwogen, laat niets half gebeuren.
Je was zelf negentien toen je je eigen moeder verloor. Ik kan me voorstellen dat dat verlies je nog meer dan andere toekomstige moeders heeft doen stilstaan bij het moederschap.
Orton: Inderdaad. Ik kon ook wel een miljoen redenen vinden om geen baby op de wereld te zetten. Zelf een kind hebben heeft me mijn moeder nog meer doen missen, want ik realiseerde me als geen ander dat het kind een grootmoeder zou missen. Maar aan de andere kant heb ik door mijn moederschap en door te trouwen mijn eigen familie gevonden. Dat was een bijzonder helende ervaring. Het gaf gemoedsrust. Opnieuw blijkt dat het leven één grote paradox is. Het blijft moeilijk een kind te hebben zonder dat mijn moeder er zich in herkent… Maar anderzijds, ook al is mijn moeder al zoveel jaren overleden, in mijn hoofd kon ik haar duidelijk horen. Alsof ze me advies gaf. Tegen de tijd dat ik zorg moest dragen voor mijn kind, kon ik me wonderwel herinneren hoe mijn moeder dat jaren geleden voor mij had gedaan. There you go. De invloed van je ouders werkt vele jaren door. Goed of slecht. Gelukkig voor mij voelde ik me altijd heel geliefd, en het was bijzonder fijn om door mijn kinderen aan die liefde herinnerd te worden, en ze op haar beurt op hen te reflecteren.
Recentelijk zijn ook enkele van je muzikale inspiratiebronnen overleden. Sommige muzikanten zeggen dat je je helden beter niet ontmoet. Jij bewijst het tegendeel.
Orton: Ja, en ik heb er helemaal geen spijt van. Ik snap wel dat het wat intimiderend kan zijn, maar tegelijk is het zo inspirerend. Je hoeft er dus niet bang voor te zijn.
Maar misschien is het beter om ze wat later in je carrière te ontmoeten, zoals jij met wijlen Bert Jansch deed, de iconische Schotse folkgitarist?
Orton: Mmm, niet echt. Terry Callier (Amerikaans soul- en folkgitarist en songschrijver die vorige maand overleed aan kanker, red.) ontmoette ik bijvoorbeeld toen ik heel jong was. Hij leverde een bijzondere bijdrage aan Central reservation (1999) en was een van de beste dingen die me ooit zijn overkomen. Ik heb ondertussen wel ondervonden dat inspiratie maar traag doorsijpelt. Ik denk zelfs dat Terry's invloed op mijn nieuwe plaat sterker is dan ooit.
Ook naar Bert was ik al veel langer op zoek, al vanaf Trailer park (1996). Ik had de muziek van zijn groep Pentangle toevallig gehoord toen een bevriende dj een plaat van hen opzette. What the fuck is that?, dacht ik. Ik wilde meteen dat hij gitaar zou spelen op mijn album, maar om een of andere reden ontglipte hij me steeds. Tot we jaren later, toen ik die droom al bijna vergeten was, plots een kleedkamer deelden en we alsnog goeie vrienden werden. Sinds Comfort of strangers (2006) werd hij een belangrijk onderdeel van mijn leven: we traden samen op, maakten muziek, en hij gaf me gitaarles, waardoor ik me zelfzekerder ging voelen.
Dat uit zich vast ook op het podium? Straks vertrek je eindelijk weer op tournee.
Orton: Vanzelfsprekend, ik kijk er ontzettend naar uit, maar ik ben bloednerveus, vooral omdat ik niet geflankeerd word door een band. Mijn man komt wel mee: hij doet het voorprogramma en vergezelt me bij een handvol songs. Toen ik onlangs in New York in de Town Hall optrad, schreef iemand dat het klonk alsof ik in mijn eigen living speelde. Zo voelde het ook. Het is alsof ik zeg: dit zijn de songs, puur, zoals ze geschreven zijn.
Is het nu makkelijker om die kwetsbaarheid te uiten op het podium?
Orton: Oh, nee! Het is enorm vermoeiend. Ik stel me kwetsbaarder op dan ik misschien wel zou willen. Alsof ik mezelf op de proef stel, terwijl dat nergens voor nodig is. Maar het is geen test. Ik drijf meer dan ooit op instinct en spontaniteit. Alleen de naakte essentie blijft over… en op deze manier kan ik natuurlijk ook enkele oude songs op een andere manier interpreteren, en soms de mensen in de zaal al eens vragen wat ze willen horen, kortom een echte dialoog opbouwen. Die interactie vind ik fijn. Beschouw het als een hernieuwde kennismaking met mijn fans. Ze hebben zo lang moeten wachten dat ze dit wel verdienen.
19.30, €14/17
Lees meer over: Sint-Joost-ten-Node , Podium , Muziek
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.