Boek: De Kunst van het Wachten - David Nolens

Een succesvol Brussels reclamemaker heeft genoeg van zijn comfortabele geluk en stapt uit de machinerie. David Nolens krult in De kunst van het wachten het sloganeske uitroepteken om tot een zinderend vraagteken.

Wanneer reclameman Jack zich met zijn laatste opdracht, de push-upslip voor mannen, te expliciet geconfronteerd weet met de pamperende maatschappij, beslist hij eruit te stappen, daarbij geholpen door Roman, een stateloos en op een onbestemde manier charismatisch figuur waarmee hij in een huis met Groenlanders in Kopenhagen belandt.

Jack ziet in de groep gelijkgezinden (werklozen, daklozen, sans-papiers, mensen die genoeg hebben van de oorlog om geld en goederen...) een nieuwe aristocratie opdoemen: wachters die in de geest leven, die vanuit ledigheid en verveling zichzelf afbreken om daarna weer opgebouwd, maar dan anders, te verschijnen. Hij ervaart dat zoiets niet eenvoudig is: het is makkelijk te hervallen in het concrete maatschappelijke leven, en ook de maatschappij zelf laat de uitwassen niet graag ongehinderd tieren. Steden worden schoongeborsteld, sociale werkers proberen de wachters in hun marktwaarde te herstellen.

David Nolens fileert messcherp de mens die zich dwangmatig door economische bedrijvigheid laat verdoven. Wie buiten de logica van toegevoegde waarde wil leven, verklaart zichzelf als het ware vogelvrij. Nolens heeft het brein om het thema oprecht en doordacht aan te pakken en het lef om die complexiteit door te zetten in de vorm, en zo ook de literatuur zelf voor het voetlicht te brengen: "Hij wilde ontdekken waar Roman op beet, die in zekere zin als voorproever fungeerde," bedenkt Jack. De roman als laboratorium voor ons probleem van altijd, de mens. "Hoe moet het nu verder, Roman?" Gewoon zo voortdoen, David Nolens!