Een bewerking van Hamlet, een stuk over Pieter Bruegel, een familie-epos over kindermisbruik in de katholieke kerk en de collaboratie: regisseur Lisaboa Houbrechts pakt het allemaal aan vanuit haar standplaats in de Brusselse Marollen.
| Lisaboa Houbrechts
De vorige keer dat we Lisaboa Houbrechts spraken, was ze Hamlet onder handen aan het nemen met het jonge Brusselse theatercollectief Kuiperskaai. Ondertussen is er heel wat gebeurd. Kuiperskaai is ontbonden en Houbrechts opereert nu onafhankelijk als regisseur voor verschillende opdrachtgevers. Als artiest in residentie bij Toneelhuis werd ze daar sinds dit seizoen ook deel van de artistieke leiding. Aanleiding voor ons gesprek is haar stuk Vake Poes; of hoe God verdween, dat ze maakte bij La Geste (de fusie van Les Ballets C de la B en Kabinet K) en dat nu dankzij Kaaitheater te zien is bij KVS. Straks zullen we het nog hebben over de prestigieuze projecten die ze op stapel heeft staan bij het Malta Festival in Polen en de Comédie Française in Parijs.
Om maar te zeggen dat Houbrechts helemaal waarmaakt wat al langer over haar wordt geschreven, namelijk dat ze het talent heeft om theater te maken voor de grote scene met indrukwekkende beelden en dito muziek en niet terugdeinst om in grote theaters grote verhalen te gaan vertellen. “In het begin was die grote zaal best nog confronterend,” aldus Houbrechts in café Le Petit Lion in de Hoogstraat in de Marollen, “omdat we met Kuiperskaai gewoon waren om op pleinen en in industriële panden op locatie te spelen. Daar krijg je vaak te maken met de poëzie die toevallig voortkomt uit de omgeving, zoals wanneer de meeuwen op Theater aan Zee plots met je meespelen. Wanneer je de grote scene bespeelt, moet je de theatermachinerie begrijpen en kunnen manipuleren. Ik schrijf sowieso altijd op basis van een aantal beelden in mijn hoofd die voldoende rijk zijn om de tekst en de dialogen te voeden. Daarna leg ik de fantasie van de hele ploeg samen om tot een monumentale uitdrukking van die beelden te komen. En dat allemaal in combinatie met muziek, decor, kostuums en licht.”
Ik heb geleerd hoe ik het theaterapparaat kan gebruiken om mijn eigen beelden te maken
Houbrechts beschouwt de scène als een groot schilderpaneel, maar het werken op zo’n groot paneel vraagt toch de nodige ervaring. Die heeft Houbrechts opgedaan bij enkele grote namen. “Via het P.U.L.S.-traject (Project for Upcoming artists for the Large Stage) van Toneelhuis eerst op basis van een vast engagement bij Guy Cassiers. Maar omdat dat me zoveel voeding gaf, ben ik er nadien ook naar op zoek gegaan en ben ik ook heel dankbaar voor de regie-assistenties die ik heb kunnen doen bij Alain Platel, Needcompany, Ivo Van Hove, bij Romeo Castelucci en bij de jonge Griekse theatermaakster Argyro Chioti van Vasistas Theatre Group. Zij maakt op een heel andere manier dan we in België doen. Op een geweldige oude industriële site, maar met heel weinig faciliteiten en zonder overheidssteun maakt zij geweldige beelden die ze dan uiteindelijk toont in heel chique boîtes als het Onassis Cultural Centre. Door een blik in de keuken van al die theatermakers te kunnen werpen, heb ik veel geleerd over hoe ikhet theaterapparaat kan gebruiken om zo mijn eigen beelden te kunnen maken.”
Cyclus van geweld
Naast het beeldende aspect speelt ook muziek een belangrijke rol in het werk van Houbrechts, dat zich tussen muziektheater en opera situeert. In Vake Poes zet ze de Johannespassie van Bach in om indringende en emotionele thema’s als seksueel misbruik, collaboratie en huiselijk geweld van tegengewicht te kunnen voorzien. “De muzikale ontmoeting met componist en saxofonist Fabrizio Cassol via Alain Platel was heel belangrijk voor mij. Hij heeft me geïntroduceerd met het echte repertoire zoals dat van Mozart, of de madrigalen van Monteverdi, waar we dan samen de opera I Silenti over de Roma-genocide tijdens de Tweede Wereldoorlog hebben gemaakt.” Niet bang zijn voor emotionaliteit en sentimentaliteit is één van de vuistregels. Houbrechts: “In het theater is er vaak een hang naar het reële, ironie ondergraaft de emoties, en sentimentaliteit wordt al snel pathetisch gevonden. Met die blokkades kan je natuurlijk nergens ten volle induiken. Muziek heeft de kracht om je meteen mee te trekken naar het binnenste van het binnenste, waar geen woorden voor zijn. Ik probeer dat toe te laten en geen commentaar op die sentimenten te formuleren.”
In Bach trok Houbrechts ook de complexiteit aan. “In die complexiteit zit iets dat me boeit of ontroert of beangstigt en dat ik dan een langere periode wil onderzoeken. In Vake Poes past die complexiteit van Bach bij de vormen van persoonlijk en maatschappelijk geweld die in het stuk aan bod komen. Vake Poes linkt namelijk verschillende tijdsperiodes aan elkaar, waarin geweld binnen de familie en geweld in de samenleving zich telkens weer reproduceren: seksueel geweld binnen de kerk in de jaren veertig, het oorlogsgeweld tot en met huiselijk geweld in de jaren zeventig.”
Die cyclus van geweld, door slachtoffers die op hun beurt daders worden, is een uiting van de menselijke tragiek die in Vake Poes in beeld komt. “We leven in polemische tijden waarin we voortdurend uit elkaar worden getrokken,” aldus Houbrechts. "Het is menselijk om woede en verdriet te voelen, maar ook dat we allemaal iets van het leven proberen te maken. Als we meer voor ogen zouden houden dat de mensen tegenover ons allemaal zin proberen te geven aan hun bestaan, en allemaal ook in bepaalde mate slachtoffer zijn van menselijk lijden, dan zou er misschien minder geweld zijn. Dat erbarmen waar Bach het over heeft als zijn ‘Erbarme dich’ weerklinkt, wilde ik tonen. Zo stel ik de vraag hoe we tot vergeving kunnen komen, zonder dat die vergeving voortkomt vanuit een moreel verheven positie, maar gewoon uit medemenselijkheid.”
In het begin was die grote zaal best nog confronterend”
Medea in Parijs
Nu de première van Vake Poes achter de rug is, zal Houbrechts de komende maanden veel in Parijs te vinden zijn. Heel binnenkort gaat daar Medea, de opera die zij regisseert, in de legendarische Comédie Française in première. Naast vreugde om deze Griekse klassieker te mogen brengen is er bij haar ook veel verwondering en bewondering voor het imposante raderwerk van dit eeuwenoude instituut, waar het afgewerkte decor al weken voor de repetitie op haar staat te wachten, en waar ze desgewenst een uur kan discussiëren over een knoop in een gewaad of de lengte van een hemdsmouw. “De theaterkunst wordt daar volledig gedissecteerd. Er is een ruimte waar ze alleen maar mouwen doen, één waar ze alleen maar broekspijpen doen, en zo zijn er dan dertig ruimtes in de ateliers. Om de kostuums te strijken zijn er vijftig verschillende strijkijzers. Maar eens je als regisseur de knopen hebt doorgehakt, nemen de ontwerpers de leiding. Nadien kan je niets meer veranderen. Iedere regisseur heeft zijn afgebakende tijd en voor iedereen gelden dezelfde regels die doorheen de jaren zijn ontwikkeld.”
Pamuk in Polen
Ook Houbrechts’ avontuur in Polen speelt ondertussen tot de verbeelding. Daar werkt ze aan een opera op basis van de roman Ik heet Karmozijn van de Turkse Nobelprijswinnaar Orhan Pamuk, die ze ook al ontmoette. “Door de oorlog in Oekraïne die in Polen erg voelbaar is, maar ook door de politieke inmenging in de cultuursector, zijn bij de opera van Krakau dit seizoen acht van de tien premières geschrapt of verschoven. Zelfs een project met een Nobelprijswinnaar komt dus in gedrang door de Poolse politiek. Dat de opera gaat over de impact van geloof op artistieke vrijheid en het verschil tussen Oost en West, thema’s die politiek gevoelig zijn in een verder verrechtsende samenleving, maakt de realisatie van de opera er zeker niet makkelijker op. Daardoor zullen we pas volgend jaar in première kunnen gaan en moeten we nog op zoek naar een andere co-producent.” Bij het Malta Festival zijn ze vastbesloten door te gaan met Lisaboa Houbrechts. “De directeur Michał droomde er al tien jaar van om een project rond Pamuk op te zetten. Het stuk 1095 van Kuiperskaai uit 2017 is daar ongelooflijk goed ontvangen bij het Poolse publiek, wellicht door het het durven aanpakken van een religieus thema en de fysieke, Kantoriaanse manier van spelen.” Nadien is Merczyński ook komen kijken naar Bruegel dat Houbrechts maakte bij Toneelhuis, en van die schilder naar de miniaturist uit Ik heet Karmozijn bleek daarna nog maar een kleine stap. Waarmee we weer terug beland zijn in de Marollen, van waaruit Lisaboa Houbrechts al die andere werelden verkent.
Vake Poes, Lisaboa Houbrechts/ La Geste, KVS BOL, 3 & 4/3, www.kaaitheater.be
Lees meer over: Brussel-Stad , Podium