Het cv van choreograaf en P.A.R.T.S.-alumnus Sidi Larbi Cherkaoui staat bol van de internationale successen. Nadat hij in 2015 artistiek directeur werd bij Opera Ballet Vlaanderen kregen we zijn werk wat minder te zien in Brussel. Tot nu. Voor Opera Ballet Vlaanderen het tweeluik Faun en Memento mori komt presenteren in het Koninklijk Circus, woonde BRUZZ de repetities bij in Antwerpen.
Opera Ballet Vlaanderen zet de pointes op de i
Opera Ballet Vlaanderen – al een tijdje geleden geboren uit de fusie van Ballet Vlaanderen en Opera Vlaanderen – heeft zijn thuishaven nog steeds op het Eilandje in Antwerpen. In de schaduw van het MAS, het Red Star Line Museum en het Havenhuis van Zaha Hadid. Een plek van grote bewegingen en mooie vormen dus. Een plek ook waar invloeden uit de vier windstreken samenkomen, zoals in de esthetiek en in het balletgezelschap van Sidi Larbi Cherkaoui.
We mogen uitzonderlijk de repetities van het Opera Ballet Vlaanderen bijwonen, en die betreffen vandaag een volledige doorloop van het groepsstuk Memento mori en het duet Faun. Faun is losjes gebaseerd op L’après-midi d’un faune van Nijinski, met muziek van Debussy en Nitin Sawhney. Voor het complexe groepsstuk Memento mori maakte Woodkid de score.
Roze bijbel
De stukken staan al een tijdje op het repertoire, dus de dagen van de discussies en het gewroet zijn allang voorbij. Het gaat er vooral om alles op een rijtje en de pointes op de i te zetten. Cherkaoui is er zelf trouwens niet bij.
Voor de groep staan de balletmeesters Gabor Kapin en Joëlle Auspert. Die laatste heeft het roze boekje in haar handen waarin, in het geheimschrift dat choreografen hanteren, alle aantekeningen staan die als een soort bijbel worden geraadpleegd.
Sidi Larbi Cherkaoui probeert altijd de grenzen op te zoeken en soms gaat hij er ook wel eens over
Kleur bekennen
Nadat het onder Kathryn Bennetts al een elegante sprong naar de 21e eeuw had gemaakt, heeft Sidi Larbi Cherkaoui Opera Ballet Vlaanderen nog een paar stapjes verder geduwd op zijn eigenzinnige pad naar het gebied waar het onderscheid met hedendaagse dans vervaagt.
Toch blijft het amusant om een anders zorgvuldig uitgelichte en gestileerde esthetische productie opgevoerd te zien op een doodgewone middag in de week, te midden van de vestjes en drinkflessen die door de dansers aan de kant van de dansvloer zijn geschoven. De mannen op hun sokken en de vrouwen op hun pointes zijn uitgedost in los zittende kleren van diverse sportmerken. Zelfs bandana’s zijn niet verboden.
Metamorfose
Maar als die wirwar zich in het gelid zet voor het begin van het groepsstuk Memento mori gebeurt er iets. In de ongedwongen context van de banale repetitieruimte openbaart zich met een verbazende vanzelfsprekendheid het sublieme van de complex gestructureerde choreografie. Halfweg hun metamorfose tot personage laten de beroepsdansers in hun slobberkleren zien waar ze dag in dag uit mee bezig zijn op hun werk: samen kunstwerkjes vormgeven.
En wanneer Faun wordt ingezet, het intieme duet tussen Philipe Lens en Nicola Wills, wordt het pas echt stil. Zij dansen het stuk al jaren, maar zijzelf noch hun collega’s zijn er al op uitgekeken. Ze raken verstrengeld in een permanente metamorfose en zijn op een magische manier tegelijk dichtbij en heel veraf.
Massage
Na de doorloop worden er nog een paar sequenties herhaald. De balletmeesters spreken de “guys” aan die bij de frases in kwestie betrokken zijn. “Be creative, show me your colours!” klinkt het licht ironisch. De dansers die bij de herhaalde scènes niet betrokken zijn, blijven erbij staan maar zitten elkaar voortdurend aan te raken, te stretchen, of hun voeten te masseren.
Als voetballers die zich langs de kant van de lijn wat nonchalant staan op te warmen. Een paar forse littekens ter hoogte van de knieën van sommige dansers getuigen van het soort blessures dat ook voetballers niet vreemd is. Lang niet alle repetities verlopen zo vlot en lichtvoetig als deze.
Nieuwsgierige faun
Als de sessie erop zit, mogen de zich iets minder elegant voortbewegende journalisten twee van de belangrijkste dansers interviewen. De eerste is de jonge Philipe Lens. Hij is geboren in 1993 en begon op zijn twaalfde te dansen aan de Koninklijke Balletschool Antwerpen.
Toen hij daar afstudeerde, mocht hij meteen bij het Opera Ballet Vlaanderen beginnen. Daar zit hij nu acht jaar en heeft hij in talloze creaties meegedanst. Hij danste Faun voor het eerst in 2017 voor de Opéra national de Paris. Nog licht bezweet en wat rood aangelopen bevestigt Lens dat er ook dagen zijn dat het er harder toegaat.
“Je wilt er liever niet bij zijn als we pas aan een stuk beginnen. Dan wordt er een hele dag lang keihard gerepeteerd. Nu is het een kwestie het geheugen van de groep wat op te frissen en alles weer op de sporen te krijgen.”
Intiem en sensueel
Lens is het in ieder geval niet beu om Faun te dansen. “Ik hou van het stuk. In het begin was het een grote strijd om het in mijn lijf te krijgen. Dat heeft eigenlijk een jaar geduurd. De choreografie gewoon uitvoeren en de hoogstandjes onder de knie krijgen, is niet zo moeilijk, maar het duurt een tijd voor je alles echt voelt en door je lijf kan laten gaan. Je moet de dans eigenlijk je lichaam laten overnemen.”
Faun komt bij de toeschouwers over als een intiem, sensueel en dus heel intens duet. Is het voor de twee dansers geen zware emotionele investering om dat avond na avond op te brengen?
“Ja, maar daar zijn we aan gewoon geraakt,” zegt Lens. “Ik heb er een speciale voorbereiding voor. Ik zone out in plaats van in. Het is geen stuk waarvoor ik heel veel energie nodig heb of mijzelf moet oppeppen. Ik moet alleen relaxen. Ik sluit de ogen, let op mijn ademhaling en ga in yogamodus. Daarnet in de repetitiezaal was het wel een beetje raar met zoveel mensen dicht om ons heen, want normaal staan Nicola en ik alleen op de scène."
Ontdekkingstocht
"Als ik begin, word ik wakker in een woud en daar doe ik wat ik waarschijnlijk elke dag zou doen als ik wakker zou worden in een woud. Het lichaam checken en even voelen hoe ik eraan toe ben. En dan is er die ontmoeting met dat andere wezen. Wat voor wezen weet ik niet, geen mens en geen dier, maar ik ben wel geïnteresseerd. Want een faun, al heb ik er dan nooit één ontmoet, schijnt in de mythologie een erg speels en nieuwsgierig wezen te zijn. Ik ben aangetrokken tot haar en ik moet weten hoe zij is. Voor mij gaat dit stuk over ontdekking.”
Misschien is het stuk in dat opzicht, door het exploreren van lichaam en beweging, ook een metafoor voor dans. De dansers die daarnet in de repetitieruimte niet konden stilzitten en niet van elkaar af konden blijven, die voortdurend lichaamsdelen in andere hoeken bleven zetten, lijken verdacht veel op de speelse nieuwsgierige faunen in een bos.
De choreografie uitvoeren, is niet zo moeilijk. Maar het duurt een tijd voor je alles echt voelt en door je lijf kan laten gaan
Over de grens
Dan is Memento mori anders. Ook dit stuk is geen klassiek ballet, maar je hebt behoorlijk wat balletskills nodig om het uit te voeren. De choreografie is eerder mathematisch dan organisch en illustreert Cherkaoui’s voorliefde voor wiskundige reeksen en structuren die in elkaar grijpen om dan verder te evolueren.
Als Faun water is, dan is Memento mori vuur. Letterlijk betekent de titel: ‘gedenk dat je sterft’, maar dat is vooral een aansporing om het leven te vieren, met de energie en het palet aan emoties die daarbij horen. Het stuk heeft meer punch, ook door de muziek, die schakelt van marsmuziek naar zachte romantiek.
In Memento mori is er een belangrijke rol weggelegd voor Nancy Osbaldeston en Daniel Domenech. Osbaldeston is geboren in Manchester in 1989. Ze studeerde aan de Cardwell Theatre School en de English National Ballet School. In 2008 begon ze bij het English National Ballet, waar ze tal van grote rollen danste. In 2014 kwam ze naar Antwerpen en sinds 2017 is ze daar principal dancer van Opera Ballet Vlaanderen. Van het feit dat ze Londen inruilde voor Antwerpen heeft ze nooit spijt gehad.
Londen
“Londen is te druk (lacht) en het schema was heel zwaar. We speelden daar zoveel zware reeksen dat ik op het einde niet meer kon genieten van het dansen. Opera Ballet Vlaanderen had in de periode van Kathryn Bennetts en William Forsythe al een reputatie opgebouwd als een klassiek gezelschap dat in beweging blijft, en daar was ik naar op zoek. Ook Sidi Larbi is open, vrij en wild en dat is goed. Ik heb hier al met zoveel verschillende mensen gewerkt, en zoveel nieuwe manieren van bewegen onderzocht, dat ikzelf ook constant verander. We zijn een team waarin iedereen zich amuseert. We hebben een grote groep van open en creatieve mensen met een eigen stijl, en Sidi Larbi heeft graag dat de dansers hun input meebrengen naar de repetitie.”
Wat maakt de aanpak van Sidi Larbi nog uitzonderlijk? “Hoewel hij de dansers au sérieux neemt, heeft hij zelf ook uitgesproken ideeën. Hij houdt ervan om dingen te doen die niemand anders doet en die niemand anders mogelijk acht. Hij probeert altijd de grenzen op te zoeken en soms gaat hij er ook wel eens over. Dan denkt iedereen: ‘Jongen, deze bewegingen gaan echt niet lukken,’ maar dan blijft hij aandringen tot het toch lukt.”
Op het gevoel
Welke betekenis heeft Memento mori volgens haar? “Het is geen welomlijnd verhaal. Zo zijn we niet te werk gegaan. Het is abstracter dan dat. Het stuk is in grote mate tot stand gekomen door dingen te laten gebeuren. Er zitten ruwe, zeer heftige momenten in en er zitten ook constructieve, harmonieuze stukken in. We nemen dingen uit elkaar en bouwen dan opnieuw op. Om die energie gaat het. Toen we nog aan het repeteren waren, zei Sidi Larbi over een bepaalde sectie dat niets van wat we probeerden, verkeerd kon zijn."
"We konden het spelen zoals we het wilden. En dat kan ook nog veranderen van avond tot avond. Hoe we ons voelen, bepaalt of het stuk lichter of zwaarder zal zijn. Als dansers proberen we in het stuk ook aansluiting te vinden bij elkaar door te communiceren zonder woorden. De speciale momenten in de voorstelling zijn die waarin het voelt alsof we samen in een andere wereld zitten. We zijn meer met elkaar bezig dan met het publiek, maar daardoor nodigen we het publiek ook onrechtstreeks uit om mee de reis te ondernemen. De dynamische muziek helpt daar heel erg bij. Ik dans graag op de drums en beats van Woodkid.”
Lees meer over: Brussel , Podium , opera ballet vlaanderen , Sidi Larbi Cherkaoui , Ballet , dans , Koninklijk Circus
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.