Manu hoort de vis van de bovenburen, de wijzer van een polshorloge, de prik in de colafles… en wordt (dus) helemaal overdonderd door het lawaai van de stad. En dan bezorgde theatermaker Dries Notelteirs hem in 5 kilo pascal ook nog een broer die drumt!
| Dries Notelteirs: “Ik heb geprobeerd een kinderlijke directheid in dit stuk te leggen.”
5 kilo pascal is een stuk van Bronks en het Spinragfestival, over de broers Manu en Wim, die elkaars tegenpolen zijn. Manu is overgevoelig, Wim is nagenoeg doof. Manu trekt zich terug om niets te moeten horen, Wim drumt erop los om toch iets te horen. Daar komen natuurlijk problemen van.
Met deze monoloog schreef acteur en theatermaker Dries Notelteirs zijn eerste volwaardige theaterstuk. Notelteirs studeerde in 2017 af aan het RITCS, en we kunnen hem kennen van zijn rol in Woestzoeker van Raven Ruëll en Jan Sobrie (Theater Antigone en Theater Artemis), van Do you wanna play with me? van Sylvie Landuyt (KVS, Mars en Bad Ass Cie), en natuurlijk ook van de internationale succesvoorstelling Show van Carly Wijs en Bronks, waarin Notelteirs samen met Gytha Parmentier het thema seksualiteit bij jongeren verpakte in een aanstekelijke goochelshow met Franse chansons. Show werd gesmaakt tot in Parijs, en betekende voor Notelteirs dus een aangename kennismaking met het jeugdtheater. Daarom is dit eerste stuk dat hij zelf schreef (en speelt) er dus ook één voor Bronks. Al wist hij met coach Joris Van den Brande van Lazarus, dramaturg Liesbeth De Clercq, scenograaf Philippe Van de Velde van wijlen Studio Orka en costumière Lore Renson een gemengd dreamteam rond zich te verzamelen.
Notelteirs: “Ik heb in die drie jaar dat we Show gespeeld hebben heel erg genoten van de respons van de kinderen en jongeren. Ook van de brutaliteit of de eerlijkheid die zij soms hebben. Wat ik zo fascinerend vind aan de manier waarop kinderen spreken, is de directheid en de kleur van hun woorden. Ik hoorde laatst een kind zeggen: 'Gij stinkt!' Dat is zo hard, brutaal, en zonder omwegen. Die directheid heb ik ook in mijn tekst proberen te leggen. Bij het schrijven heb ik gezocht naar taal die gebald is en tot de verbeelding spreekt. Ook omdat ik bang was het jonge publiek anders te verliezen. Met meerdere acteurs en telkens nieuwe scènes is het makkelijker om de aandacht van kinderen vast te houden. In een monoloog waar je er een uur alleen voor staat, moet je het voornamelijk hebben van het verhaal en de tekst. Ik heb dus op voorhand al getest of die ook zonder kostuums en decor zouden werken. De tekst moest sterk genoeg zijn om op zichzelf te kunnen staan. Toen ik aan het schrijven was, nam ik de tekst soms mee naar de workshops die ik geef om te kijken wat werkte en wat niet, en om aan de slag te gaan met sommige van hun reacties.”
En welke thema's had je gereserveerd voor je eerste theatertekst?
Dries Notelteirs: Het is eigenlijk begonnen met mijn lange haat-liefdeverhouding met de stad. Ik heb lang en graag in Brussel gewoond, in Molenbeek. De stad heeft ook een grote aantrekkingskracht op mij. Maar anderzijds kom ik van 'den buiten' en heb ik ook veel behoefte aan stilte en aan de natuur. Die spanning zat al heel lang in mijn lijf. Ik wilde de stad verlaten, maar als ik dan op het platteland was, wilde ik er weer naartoe. Dat was een voedingsbodem om te beginnen schrijven. Aanvankelijk was het mijn idee om de stad in te trekken en mensen daar te observeren en te interviewen, om materiaal te genereren voor de tekst. Maar toen kwam corona. Door de lockdown kon ik niet naar buiten en werd ik verplicht het materiaal uit mezelf te halen. Zo is het verhaal ontstaan van de overgevoelige Manu en zijn broer Wim, die doof wordt. De spanning en dualiteit tussen stad en platteland zit dus ook in de rivaliteit en jaloezie tussen twee broers.
Kunnen hoogsensitieve personen zich misschien herkennen in het stuk?
Notelteirs: Zeker, al is het niet zo dat we speciaal vakliteratuur hebben gelezen. Hoogsensitieve mensen zijn ook heel gevoelig aan andere dingen dan aan geluid alleen. We hebben er een tijdje over nagedacht of we het niet moesten opentrekken naar gevoeligheid voor licht of voor overvolle pleinen bijvoorbeeld, maar uiteindelijk houden we het op geluid. Geluid gaat zonder omwegen naar het gevoel, en dat maakt het theatraal voor mij interessanter. Ik sprak ook met heel wat jongeren die in grote woonblokken wonen. Daar kreeg ik te horen dat geluid vaak een bron van frustratie is.
'Ik vind rivaliteit en jaloezie interessante elementen, omdat ze ook bij veel jongeren spelen'
De vis van de bovenburen en de prik in de colafles horen, zoals Manu, is extreem, maar je hoeft zelfs niet hoogsensitief te zijn om plots vast te stellen dat je het altijd aanwezige stadsgeraas soms niet meer kan verdragen.
Notelteirs: Zeker. Je hebt al scholen die gebruikmaken van geluidsonderdrukkende koptelefoons voor hun leerlingen omdat de treinen er voorbijrazen en de ramen trillen. Maar vaak wordt overgevoeligheid niet erkend, omdat ze niet zichtbaar is. Er zit een fragment in het stuk waarin Manu klaagt dat een jongen in de klas die zijn been heeft gebroken overal naartoe wordt gedragen, terwijl zijn eigen klachten niet worden geloofd. Ook zijn dove broer gelooft iedereen, en dat wekt bij hem frustraties op. Na een uit de hand gelopen ruzie loopt Wim weg, waarna Manu voor het dilemma komt te staan: trekt hij de overdonderende stad in om zijn broer te zoeken, of blijft hij thuis?
De strijd met de buitenwereld wordt dus nog gecompliceerd door de strijd met een concurrerend broertje.
Notelteirs: Ik heb ook een broer en merkte dat die soms moeilijke relatie eruit kwam tijdens het schrijven. Het stuk begint met “Ik heb het drumstel van mijn broer in de fik gestoken en daarna heb ik geroepen: 'Ik wou dat gij dood waart.'” Ik vind die rivaliteit en jaloezie interessante elementen, omdat ze ook bij veel jongeren spelen. Het idee dat een jonger broertje of zusje meer krijgt, leidt soms tot afgunst die dan botst met de liefde die je ook voelt, en het besef dat die afgunst niet zo mooi is.
En op het podium moet jij dat allemaal in je eentje spelen?
Notelteirs: Ik speel Manu, maar ik belichaam ook heel wat andere personages die de revue passeren. Moeder, vader, broer, een speurder, een politieagent en personages die Manu tijdens zijn tocht door de stad ontmoet. Personages die hem tools aanreiken om met zijn overgevoeligheid om te kunnen. Maar evengoed een spons die spreekt en vraagt om eens goed uitgewrongen te worden omdat ze vol zit en barstende hoofdpijn heeft.
Krijgen we dan ook een spervuur aan geluidseffecten?
Notelteirs: Daar hebben we even mee geëxperimenteerd, maar uiteindelijk bleek het krachtiger om de geluiden niet te laten horen, en alleen te laten zien hoe Manu reageert op geluiden die niemand anders kan horen.
De scenografie van Philippe Van de Velde, die weer vol mechaniek en verrassende onderdelen zit, is wel een soort van tegenspeler geworden. Dat decor is ook heel mobiel en kan in een kleine camionette worden vervoerd, waardoor we het op allerlei locaties kunnen gebruiken. Ik hoop dus dat we het stuk nog veel kunnen spelen, want er zijn door corona al veel voorstellingen weggevallen.
Hier krijg je al een voorproefje te zien.
Lees meer over: Podium , Dries Notelteirs , Bronks , RITCS