Al 99 jaar slijpt, schuurt en verzilvert de Brusselse familie Vande Plas spiegels in hartje Anderlecht. In Brussel een laatste Mohikaan, een ruwe diamant. Een koppige rots die niet zwicht onder de verwoestende kracht van de globalisering. Portret van een verborgen spiegelpaleis.
| Roger en Yves Vande Plas: spiegelslijpers met hart en ziel.
Meer weten over spiegelslijperij Vande Plas?
- Activiteit Spiegels slijpen en verzilveren
- Opstart: 1920
- Bedrijfsleider Yves Vande Plas, zoon van Roger Vande Plas
- Medewerkers: 3
- Productie: Anderlecht
Een herfstachtige ochtend op de Bergensesteenweg in Anderlecht. Auto’s versperren de stoep, twee straatvegers kruipen onder hun ronkende borstelmachine die sputtert. Het is wat zoeken naar de spiegelslijperij: geen blitse etalage, of indrukwekkende winkel.
De grote openstaande poort naast de voordeur is de ingang naar het atelier, waar de verborgen magie van het spiegelslijpen zich langzaam ontrolt. Binnen stijgt een heel specifieke geur op, een beetje zwavelachtigs. Waar je ook kijkt, staan glazen en spiegels, de muren hangen vol met tangen in alle soorten vormen en formaten. Roger Vande Plas (73) staat in een houten stalling in de hoek voor wat moet doorgaan voor zijn bureau. Spiegelslijpen, het is een oude stiel.
"Spiegelslijpen kan je alleen leren met je ogen"
Vande Plas blikt terug op hoe het hier begon, bijna honderd jaar geleden. “Tijdens de Eerste Wereldoorlog was mijn grootvader voorman in een Duitse glasfabriek. In België was er geen voedsel en geen werk, dus ging hij samen met zijn vrouw aan de slag in Duitsland. De Belgische staat verbood hem terug te komen tijdens de oorlog, dat kon pas in 1919. In 1920 begon hij hier in Anderlecht zelf een zaak als spiegelslijper.”
In die tijd telde Anderlecht vooral slachthuizen, schrijnwerkers en leerlooierijen. “Die zijn verdwenen. Ofwel gingen ze failliet, ofwel konden ze geen overnemer vinden,” zegt Vande Plas. “Ik heb het geluk dat mijn zoon Yves (45) de slijperij zeven jaar geleden heeft overgenomen, anders was het hier al gedaan. Spiegelslijpen kan je alleen leren met je ogen. Mijn kleinzoon is nu achttien, maar het vak zegt hem niet zoveel. Als mijn zoon met pensioen gaat, komt er een einde aan vier generaties spiegelslijpen. Dat doet me wel iets, maar het is niet anders.”
“Op mijn zestiende ben ik bij mijn vader begonnen. ‘Kom hier werken, jongen, hier is werk,’ zei hij. Mijn zoon studeerde elektriciteit, ik heb hem nooit verplicht om dit te doen. Maar ook bij hem was het mijn vader die erop aandrong om het vak over te nemen. Anders zouden er geen spiegelslijpers meer overblijven, dacht hij. Ook Yves volgde hem daarin.”
Er komen twee klanten binnen. Gespierde mannen in werkkledij met cement bevlekt, met een Slavisch accent. “Ik help hen even met inladen,” zegt Vande Plas. De twee mannen krijgen beschermingshandschoenen, de sfeer is amicaal. Er kan een grapje af omdat een van de twee werklieden per vergissing twee linkerhandschoenen krijgt.
Het drietal laadt een hele reeks glazen in een bestelwagen, en daar is de volgende klant al: een busje van Schleiper - nog zo’n Brussels familiebedrijf - komt aangereden. Vande Plas, nog aardig kwiek voor zijn leeftijd, loopt naar het busje en slaat een praatje met de bestuurder. “De meeste familiebedrijven hier kennen we wel,” glimlacht hij. “We sturen klanten naar elkaar door, zo wint iedereen er iets bij. We houden elkaar in leven.”
Ontzilveren
Maar gemakkelijk gaat het niet. “We hebben het gevoel dat de regering met scherp schiet op de kleine zelfstandige,” zucht Vande Plas. “Door de lage-emissiezone heb ik mijn dieselwagen moeten verkopen en een nieuwe hybride wagen aangeschaft. Mijn zoon heeft een bestelwagen moeten kopen die op naft rijdt, anders mocht hij ook niet meer in Brussel.”
In de laatste kamer van het atelier worden spiegels gemaakt. Dat gebeurt door glas te verzilveren. “Een spiegel wordt gemaakt van gewoon doorschijnend glas, dat we afwassen met gedistilleerd water en ontvetten,” vertelt Vande Plas. “Dan gieten we er zilver over, dat wordt afgepakt met een zeemvel. Daarna moet de spiegel drogen, zodat de vochtigheid tussen het zilver en het glas verdwijnt. Later komt er dan nog een laagje vernis op en eventueel wat verf.”
Ook het omgekeerde doet de spiegelslijperij, maar de wetgeving om te ontzilveren is strenger geworden. Het gebeurt in een andere kamer, waar een groot bad zuur staat waarin spiegels liggen te weken.
“Ruik je die acide?” zegt Vande Plas. “Vanaf augustus mogen we spiegels niet langer ontzilveren op deze manier. Een spijtige zaak, want daar was veel vraag naar. Alleen als ik alles afbreek, een speciale vloer aanleg en een extra bescherming rond deze bak zuur plaats om te voorkomen dat het zuur in de riolering loopt als er een lek ontstaat, dan zou ik het nog wel mogen doen. Dat zijn te veel kosten voor ons. Het procedé hiervoor is een speciale chemische formule die een familiegeheim zal blijven. We dragen altijd handschoenen als we ermee werken en de spiegels in de baden leggen. Als er een druppel op je arm komt, prikt het een beetje. Tja. Het probleem is dat als het ooit vlam vat, de brandweermannen niet weten hoe ze het moeten doven. En ik weet het zelf ook niet,” lacht hij. “Ik weet wel dat het straf spul is. We zullen de baden laten leegpompen door een specialist.”
Gezondheid
“We werken nog met andere stoffen die schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid, zoals ammoniak. Daardoor heb ik longproblemen. Ooit lag ik vijf dagen aan een zuurstofpomp in het ziekenhuis. Nu moet ik jaarlijks op controle en neem ik elke dag vier pillen. Om mijn zoon voor hetzelfde te behoeden, heb ik hem gezegd dat hij een masker moet dragen.”
Een vrouw komt langs, ze heeft thuis twee ramen die eruit moeten. Geen werk voor Vande Plas, maar hij kribbelt met plezier iets op een blaadje voor de vrouw. “Atelier Rousseau, één van mijn collega’s. Vroeger kwamen hier veel antiquairs, dat is nu minder. Een van mijn vaste klanten is wel een antiquair uit New York. Die leveringen raken in Amerika via een collega die ze in containers op een schip plaatst. Maar naar Parijs en Nederland doen we de leveringen met onze eigen wagen. Amazon? Nooit van gehoord.”
Vervelen doet het spiegelslijpen niet, geeft Roger Vande Plas nog mee. “Ik blijf hier werken zolang het gaat, zolang ik hier mijn bezigheid kan doen. Want wat moet ik de hele tijd thuis? Ik kan niet elke dag in den hof werken of de ruiten kuisen hè.”
Lees meer over: Anderlecht , Economie , spiegelslijperij , vande plas , ambacht
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.