Het is zonder meer het belangrijkste succesverhaal in Brussel: de spectaculaire en aanhoudende daling van de werkloosheid. Architect van die trend is Grégor Chapelle, Actirisdirecteur, proteststem binnen de PS en ouder van twee dochters in het Nederlandstalig onderwijs. “We willen het Nederlands weer cool maken.”
| Grégor Chapelle, Actirisdirecteur.
We spreken Chapelle op de dertigste verdieping van de onlangs gerenoveerde Astrotoren, vlak bij Madou. Het is een van die plekken waar je als bezoeker automatisch naar de ramen wordt gezogen, waar een adembenemend zicht over de stad wacht. Chapelle weet al wat hij wil tonen.
“Daar, op het Barricadenplein, verbleef Victor Hugo toen hij uit Frankrijk moest vluchten, omdat hij zich voor het algemeen stemrecht had ingezet. Er werd meteen betoogd tegen zijn komst. De volgende dag kon hij geen klacht indienen omdat de zoon van een minister deelnam aan de betoging.”
Chapelle zegt het niet, maar er lijkt wel een parallel tussen de Franse schrijver en de Actirisdirecteur, die verontwaardiging als zijn persoonlijke brandstof ziet en al eens tegen de schenen van de hiërarchische PS durft te schoppen. “Ik heb in de loop der jaren best wel wat niet-vrienden gemaakt.”
U bent in Togo geboren. Hoe zit dat?
Grégor Chapelle: U raakt meteen een gevoelige snaar. Mijn vader was er professor aan de universiteit. Mijn moeder leed na mijn geboorte aan een jarenlange postnatale depressie en de persoon die al die tijd voor me zorgde, Célestine, was een beetje mijn adoptiemoeder. Ik heb vandaag nog steeds contact met haar en we zien elkaar bijna elk jaar. Mijn persoonlijke geschiedenis heeft me zo meteen ook erg gevoelig gemaakt voor kansarmoede.
Een universiteitsprofessor als vader. U bent niet echt het type PS’er dat uit de arbeidersklasse komt.
Chapelle: Neen, ik kom uit een bevoorrechte familie, met ouders die een universitair diploma hadden. Maar mijn vader verloor zijn job toen ik tien was en bleef vijf jaar werkloos. Ik zat op een betere school in Ukkel, maar was daar wel ‘de zoon van de werkloze’. Ik heb toen alle aspecten van de werkloosheid van nabij leren kennen. Soms ging ik mee toen mijn vader ging stempelen. Dat was trouwens in het gebouw in Vorst waar ik later mijn kantoor had als schepen van Werk, net boven de stempelzaal. Ik heb de schuldenberg van mijn ouders zien groeien en de depressie van mijn vader beleefd. Ik zie hem nog zitten in de zetel als ik terugkwam van school, met een pak tijdschriften naast zich, na een dag nietsdoen. Tegelijk heb ik de positieve kanten van ons socialezekerheidssysteem gezien, want we leefden thuis met zijn zessen van één werkloosheidsuitkering. De kinderen hebben uiteindelijk ook allemaal universitaire studies kunnen doen met een maximale studiebeurs. Om maar te zeggen: het is niet toevallig dat ik deze job nu doe.
De Brusselse PS wordt vaak beschreven als een huis met vele kamers, met twee hoofdvleugels: die van de linkse Philippe Moureaux en die van de links-liberale Charles Picqué. Waar situeert u zich?
Chapelle: Ik kan me echt niet vinden in die opdeling. Ik denk dat ik op socio-economisch vlak vrij links ben, maar ik ben ook erg pragmatisch en gefocust op resultaten.
Uw cv leest als dat van een erg ambitieuze politicus. Een diploma van Harvard, voorzitter van de Franstalige studenten, auteur van drie boeken over ideologie, medeoprichter van een protestbeweging in de PS … Zullen we op een dag minister-president Chapelle zeggen?
Chapelle: (glimlacht) Ik voel het niet als ambitie, maar als révolte, verontwaardiging, verzet. Telkens als ik de mogelijkheid heb om mee te werken aan een betere wereld, doe ik dat met al mijn energie. Op mijn vijfde deed ik al mee met een mars voor Solidarnosc (Poolse vakbond uit de jaren tachtig, onder leiding van Lech Walesa, red.) (somt een boel geëngageerde acties op). En diezelfde opstandigheid was ook de brandstof voor mijn boeken, waarin ik tien jaar geleden al tegen de cumul van politieke mandaten pleitte. Die boeken waren niet meteen de handigste zet voor een politieke carrière. Met mijn anticumulpleidooi stond ik toen nog alleen en heb ik veel niet-vrienden gemaakt. Ook de protestgroep GrouponsNousEtDemain, die voor een rodere, ecologischere en minder hiërarchische PS ijvert, kreeg niet alleen applaus.
"Ik maak er geen geheim van dat Vlaanderen de beste arbeidsbemiddelingsdiensten in Europa heeft"
Trekt de partij voldoende lessen uit Publifin en Samusocial?
Chapelle: Ho … (denkt na) Ik denk dat we gehoord zijn met GrouponsNousEtDemain. Maar persoonlijk vind ik dat we nog verder moeten gaan in de decumul van mandaten. En ik heb de indruk dat we telkens net een beetje later reageren dan de publieke opinie van ons verwacht. Daardoor zien mensen niet hoe groot de inspanningen wel zijn en dreigen ze het kind met het badwater weg te gooien. De PS is veel strenger geweest na Publifin en Samusocial dan andere partijen.
Is Elio Di Rupo wel de juiste voorzitter voor die noodzakelijke veranderingen?
Chapelle: (wikt zijn woorden) Hij is de verkozen voorzitter en hij is de baas van de PS die zijn partij naar een verkiezingsoverwinning moet leiden. Dat zeg ik als partijlid en nog even gemeenteraadslid, niet als Actirisdirecteur.
De werkloosheid dan. Die daalt nu al voor het vierde jaar op rij, de jeugdwerkloosheid al vijf jaar. Maar is dat wel een verdienste van Actiris? Door federale maatregelen werden ook veel werklozen uitgesloten. En er is de conjunctuur: ook in Vlaanderen daalt de werkloosheid al jaren.
Chapelle: De conjunctuur is inderdaad één oorzaak van de daling. De voorbije drie jaar is die goed voor een derde van de daling. De uitsluiting van werklozen na maatregelen van de federale regeringen, ook de vorige (met de PS, red.), deden de cijfers jammer genoeg ook kunstmatig dalen, ook voor een derde. In Brussel rest dan nog een derde dat de verdienste is van de Jeugdgarantie.
Sinds we dat plan met de Brusselse regering hebben ingevoerd, daalt de jeugdwerkloosheid hier veel sneller dan in de andere grote steden. We zijn vorig jaar onder Antwerpen gezakt, terwijl we in 2013 nog zes procent meer jeugdwerkloosheid hadden. Die Jeugdgarantie hebben we copy paste van Scandinavië overgenomen. In plaats van voortdurend met alle werklozen bezig te zijn, concentreren ze zich daar op de instroom van jongeren, die de meest kwetsbare groep vormen. Elke jongere krijgt er binnen de vier maanden een job, stage of opleiding, bij ons is dat zes maanden. Sindsdien zijn de resultaten er. Die zijn trouwens alleen mogelijk doordat de Brusselse regering geld heeft vrijgemaakt.
De daling is mooi, maar de totale werkloosheid blijft met zestien procent hoog. Wat moet er gebeuren om naar tien procent te zakken?
Chapelle: De regering heeft ons gevraagd om het principe van de jeugdgarantie nu uit te breiden naar alle nieuwe werkzoekenden. Er komt nu dus ook een ‘garantie voor iedereen’, binnen het jaar na de aanmelding bij Actiris. We beginnen daarmee in januari.
Voor de rest moeten we het vertrouwen van de werkgevers blijven winnen, zodat ze werkaanbiedingen doorspelen. Vooral de aanbiedingen waarbij wij zelf kandidaten selecteren interesseren ons, want dan kunnen we onze database met Brusselaars aanspreken. In de Rand kunnen we nog veel vooruitgang boeken. Daar moeten we samen met de VDAB meer bedrijven overtuigen om met ons samen te werken. Het Nederlands van de Brusselaars moet dan wel beter worden.
Verder moeten we meer digitaliseren. De VDAB is daarbij een voorbeeld. Ik maak er geen geheim van dat Vlaanderen een van de beste arbeidsbemiddelingsdiensten in Europa heeft. Het budget is veel hoger per werkloze: ze hebben vier keer meer budget dan wij en niet zo heel veel meer werklozen. De organisatie investeert al tien jaar in IT. We willen ons daarop inspireren en een automatische matching tussen kandidaten en jobadvertenties mogelijk maken.
Het aantal Brusselaars dat in Vlaanderen werkt, ligt met een dikke 50.000 nog altijd niet erg hoog.
Chapelle: Klopt, maar het cijfer zit wel in de lift. De demografie verklaart een deel van die trend: er zijn nu eenmaal een miljoen Vlamingen die op pensioen gaan tegen 2030, tegenover 450.000 Walen en slechts 150.000 Brusselaars. Als er een baan in de Rand vrijkomt, is het dus logisch dat de jongere Brusselse bevolking daarop inspeelt. Maar daarnaast hebben we ook enorme inspanningen gedaan samen met VDAB Brussel. We zitten nu ook samen in één gebouw.
U legt vaak de nadruk op het belang van het Nederlands. Wat doet Actiris concreet?
Chapelle: Wie Nederlands kent, verdubbelt zijn kansen op werk. Er zijn dan plots twee keer zoveel werkaanbiedingen. We hebben bijna geen tweetalige werkzoekenden, want die vinden heel snel werk. Daarom zijn we met de campagne met Vincent Kompany begonnen, waarin we focussen op het belang van meertaligheid. Achter die campagne zit een hele batterij van maatregelen om mensen naar lessen Nederlands te brengen. Vanaf oktober zal ons onlineplatform om Nederlands te leren ook gratis ten dienste staan van alle Brusselaars, of ze nu werkzoekend zijn of niet. Er zijn de taalcheques. En onze samenwerking met VDAB Brussel, die een beetje de Rolls-Royce is van het parcours naar Nederlandstalig werk. Mensen moeten daarbij niet perfect tweetalig zijn. Wie een basiskennis heeft, kan verder verbeteren op de werkvloer. Alleen zijn de meeste werkzoekenden bang om de taal te spreken.
Hoe komt het dat veel leerlingen die tien of twaalf jaar Nederlands krijgen in een Franstalige school amper Nederlands kennen? De immersiescholen laten we even terzijde.
Chapelle: Eerst wil ik een misverstand uit de weg ruimen: veel Franstalige Brusselaars spreken wél Nederlands, maar zijn niet werkzoekend. Verder ben ik een groot voorstander van immersiescholen en het Nederlandstalig onderwijs. Mijn eigen kinderen gaan naar school in het Nederlands. En engageer me ook binnen het Marnixplan van Philippe Van Parijs om Brussel drietalig+ te maken, waarbij de ‘+’ voor de bijkomende thuistaal staat.
Ik heb ook aan den lijve ondervonden dat het niet makkelijk is om een plek te vinden in een Nederlandstalige school. De lat zou lager moeten liggen, zodat je niet enkel als kansarme leerling of als kind van ouders die taalexamens kunnen afleggen, kan binnenraken.
U hebt de vraag nog niet beantwoord. Vanwaar die povere kennis Nederlands na zoveel jaar Franstalig onderwijs?
Chapelle: Kinderen worden niet genoeg blootgesteld aan de taal. Een taal leer je niet in de eerste plaats via lessen. Thuis hebben mijn dochters een verbod om naar een scherm te kijken met Franstalige inhoud. Het mag wel in het Nederlands, Engels of Spaans, mijn vrouw heeft Spaanse roots. Hun Engels is er op die manier enorm op vooruitgegaan. Maar wanneer word je in het Franstalig onderwijs blootgesteld aan het Nederlands? Verder heb je natuurlijk ook de aantrekkingskracht van de Angelsaksische cultuur. Met Kompany proberen we in hetzelfde register te spelen: met rolmodellen tonen we dat het Nederlands ook cool is. Met alleen de rationele boodschap: ‘Jamaar, je moet Nederlands leren want het is belangrijk om werk te vinden’, komen we er niet.
U legde al de link tussen de dalende werkloosheid en de afnemende criminaliteit. Is Actiris de beste garantie voor veiligheid in Brussel?
Chapelle: Dat denk ik wel. Het verband tussen de twee fenomenen mag in elk geval beter worden onderzocht. Het lijkt logisch dat je minder criminaliteit hebt als er duizenden mensen minder zijn die geen inkomsten hebben, niets om handen hebben en in een maatschappij wonen waar je pas bestaat als je consumeert. In plaats van te wachten tot iemand stommiteiten begaat, naar de gevangenis moet en dan radicaliseert, moet je véél eerder oplossingen bieden. In het onderwijs natuurlijk, maar ook bij de begeleiding naar werk.
U creëerde een loket tegen discriminatie. Wat leverde dat op?
Chapelle: Een honderdtal klachten per jaar. Nog niet genoeg, maar het loket is alvast een signaal aan de maatschappij. Gelijkekansencentrum Unia heeft aangetoond dat discriminatie een objectieve factor is op de arbeidsmarkt. Ook bij mensen met een gelijkwaardige opleiding maken mensen met Afrikaanse roots minder kans op een job. Als het dan nog een vrouw is én een die een hoofddoek draagt, dan wordt het langzaam moeilijk om een job te vinden. Wij zien de typisch Brusselse superdiversiteit als een oplossing. We richten ons tot bedrijven om die cultuur in hun bedrijf te verspreiden, om de rijkdom van diversiteit te benadrukken en becijferde doelstellingen te hanteren. Op dit moment hebben honderd bedrijven, goed voor ruim vijftigduizend werknemers, al een diversiteitsplan.
Onlangs kreeg u best wat tegenwind over een vergaderzaal, die voor 400.000 euro zou worden gerenoveerd. Hoe is dat afgelopen?
Chapelle: Dat was een communicatieblunder van mij. Ik heb het project voorgesteld en het maximale budget vermeld dat we ter beschikking hadden. Het beheerscomité heeft dan een marktstudie gevraagd om tot een minder dure oplossing te komen. Dat zal lukken.
Waar bent u vooral trots op bij Actiris?
Chapelle: De verandering in bedrijfscultuur, waarbij Actiris een leverancier van oplossingen is geworden. Ik breng dat ook nadrukkelijk binnen. Vroeger heerste hier een groot gevoel van onmacht. Ik spreek de mensen regelmatig aan als ‘Chers fournisseurs de solutions’. En als ik iemand in de lift zie, neem ik vaak afscheid met Bonne solution in plaats van Bonne journée.
En wat is uw grootste teleurstelling hier?
Chapelle: De digitale vernieuwing. We willen graag dat mensen die autonoom werk kunnen zoeken daarin volledig ondersteund worden door digitale hulpmiddelen, zodat we de anderen beter persoonlijk kunnen begeleiden. We zijn nu al jaren bezig om persoonlijke kwalificaties en vaardigheden automatisch te koppelen aan de vereisten in bepaalde vacatures, maar het resultaat is nog niet bevredigend. Voor de zomer zou het eindelijk zover moeten zijn.
Grégor Chapelle
- Geboren in 1974 in Togo
- Master in de rechten aan de UCL (1992-1997)
- Voorzitter van de Franstalige studenten (1996-1997)
- Master of Public Administration in Harvard
- Consultant Mc Kinsey (2004-2006)
- Medeoprichter van het progressieve advocatenkantoor van de Vrijheidswijk, met Alexis Deswaef in 2006
- Auteur van drie boeken over ideologie, waaronder ‘Lettre à mon parti’
- Schepen van Werk, Handel en Economie in Vorst (2006-2011)
- Directeur-generaal van Actiris, de Brusselse gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling, sinds 2011
- Medeoprichter van GrouponsNousEtDemain, een hervormingsbeweging binnen de PS
Lees meer over: Brussel , Economie , Actiris , Grégor Chapelle , werkgelegenheid , Kansarmoede
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.