BGDA wordt 'Actiris'
Actiris, het actieve leven, zo luidt de nieuwe slogan van de bemiddelingsdienst. Het is een samentrekking van actief en iris, het symbool van het Brussels Gewest. "Met deze naam willen we aangeven dat de BGDA vandaag een moderne en efficiënte bemiddelingsdienst is. De dienst bestaat inmiddels achttien jaar. Je zou kunnen zeggen: hij is volwassen," zo legde Brussels minister van Economie en Werk Benoît Cerexhe (CDH) de naamswijziging afgelopen vrijdag uit.
Hij voegde daar nog aan toe dat de nieuwe naam geen cosmetische aanpassing is, maar wel het sluitstuk van de "volledige" reorganisatie van de dienst als gevolg van het nieuwe beheerscontract dat vorig jaar werd afgesloten.
'Volledig' is wellicht te kras uitgedrukt, maar er zijn zeker een aantal belangrijke hervormingen en aanpassingen gebeurd of nog aan de gang. Zo is Actiris - om de nieuwe naam maar meteen te gebruiken - bezig met de decentralisatie van de diensten. In de toekomst zullen de werkzoekenden niet meer met z'n allen naar het kantoor in de Anspachlaan moeten, maar zullen ze terechtkunnen in hun eigen gemeente. Tegen 2009 moet elke Brusselse gemeente haar eigen Actiris-antenne hebben. Het huidige personeel wordt verdeeld over de verschillende agentschappen. Onlangs ging de antenne in Sint-Jans-Molenbeek open. Nog dit jaar volgen Sint-Gillis, Schaarbeek en Sint-Agatha-Berchem. Ze zullen in grootte variëren, afhankelijk van de omvang van het werkloosheidsprobleem. Het liefst zou Actiris in één en hetzelfde pand zitten met de missions locales en andere plaatselijke tewerkstellingsinitiatieven, maar het is nu al duidelijk dat dat niet overal zal lukken. Bedoeling van de decentralisering is om de afstand tot de doelgroep - de werkzoekenden - te verkleinen.
Directies afgeslankt
Actiris heeft ook flink geïnvesteerd in informatica-uitrusting en in de modernisering van zijn gebouwen. Een voorbeeld hiervan is de grote wachtzaal in het hoofdgebouw aan de Anspachlaan. Tot voor enkele maanden was dit een tamelijk groezelig lokaal met enkele rijen stoelen voor de wachtenden en prikborden aan de muur met daarop de op fiches getypte vacatures. De ruimte is herschilderd, op de vloer zijn enkele kleuraccenten aangebracht, de stoelen zijn wat gezelliger gerangschikt, enkele muren zijn opengebroken zodat de werkzoekenden zicht hebben op de consulenten en aan de muren hangen, geheel volgens de nieuwe huisstijl, reuzegrote fotoportretten van werkende mensen - de modellen zijn allemaal werknemers van Actiris.
En dan zijn er de technologische verbeteringen: behalve een twintigtal pc's staan er nu eindelijk ook mediazuilen, vergelijkbaar met de WIS-computers van de VDAB, waarmee de werkzoekenden de vacatures op een zeer gebruiksvriendelijke manier kunnen opvragen. Overigens hoeven werkzoekenden zich niet meer persoonlijk te melden bij Actiris om zich in te schrijven. Dat kan al een tijdje via het internet of via een callcenter.
Tamelijk nieuw zijn ook de twee Jobfocus-ruimtes, de ene in Molenbeek boven de nieuwe antenne, de andere in de Koningsstraat, waar werkzoekenden kranten, telefoon, kopieerapparaat en pc's ter beschikking hebben om de zoektocht naar werk te vergemakkelijken. Op de pc's staan speciale programma's waarmee ze hun curriculum kunnen maken en zijn verschillende tewerkstellingssites gegroepeerd. Wie praktische tips wil, kan raad vragen aan een van de aanwezige coaches.
Ten slotte is ook het organigram van de dienst gewijzigd: in plaats van zes directies zijn er nu nog vier. Ze staan nog steeds onder de leiding van PS-krokodil Eddy Courthéoux.
Met al deze aanpassingen hoopt Actiris het imago van oubollige en weinig efficiënte dienst van zich af te schudden. Tijdens de presentatie van Actiris deden zowel minister Cerexhe als voorzitter Robert Delathouwer (SP.A) een oproep om te stoppen met het bekritiseren van de dienst. De voortdurende kritiek, vooral vanuit Vlaanderen, op het uitblijven van een stevige activeringspolitiek zit beide heren duidelijk dwars. Nochtans is Actiris niet van plan om op dat punt veel te veranderen. De dienst werkt nog steeds met het contract voor beroepsproject, dat niet verplicht is. Alleen werklozen die zo'n contract tekenen, worden om de maand of om de drie maanden (afhankelijk van hun leeftijd) op gesprek uitgenodigd bij een consulent. Op dit moment heeft ongeveer de helft van de 90.000 Brusselse werklozen zo'n contract getekend.
Courthéoux houdt desalniettemin vol dat Brussel dezelfde aanpak hanteert als Vlaanderen. "Wij zijn niet lakser dan in Vlaanderen. Het grote verschil is dat bij ons elke consulent 350 werklozen onder zijn hoede heeft. Dat is niet te vergelijken met een stad als Oostende." Volgens adjunct-directeur-generaal Emile Meert heeft vergelijken met Vlaanderen ook weinig zin: in Brussel is gewoon geen werk voor alle werkzoekenden. "De kloof tussen hun opleiding en de eisen die werkgevers stellen, is te groot. Twee derde van de Brusselse werklozen heeft alleen lager secundair." Robert Delathouwer ten slotte is vooral verontwaardigd over de houding in Vlaanderen tegenover de Brusselse werklozen. "Ze nodigen hen uit om te komen werken in de Rand, maar vragen ook nog eens dat die mensen eerst Nederlands leren. Terwijl ze al laaggeschoold zijn. Dat vind ik niet gepast. Ze kunnen het toch op de werkvloer leren?"
Lees meer over: Economie
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.