In Brussel geen capaciteitstarief zoals in Vlaanderen: 'Bestuderen alle opties'

Wie veel stroom tegelijk verbruikt, moet in Vlaanderen vanaf 1 januari gaan betalen voor die piekafname. In Brussel blijft alles nog zeker tot 2025 bij het oude, of toch niet? Energiewaakhond Brugel bestudeert de nieuwe tariefsystemen zoals die in Vlaanderen en Wallonië op tafel liggen en neemt volgend jaar een beslissing.

Ondanks een rechtszaak van Vlaams minister van Energie Zuhal Demir (N-VA) zet de Vlaamse energiewaakhond VREG door met het omstreden capaciteitstarief en is hij deze week met een communicatiecampagne over de nieuwe tariefstructuur gestart. Die moet gezinnen en bedrijven aanmoedigen hun energieverbruik beter te spreiden.

"Want mensen gebruiken meer en meer elektriciteit, als ze afstappen van fossiele brandstoffen", legt Pascal Misselyn uit, coördinator van Brugel, de Brusselse tegenhanger van de VREG. "Denk maar aan elektrische wagens en warmtepompen. Het probleem is het vermogen van het net. Als iedereen op hetzelfde moment 's avonds elektriciteit gaat verbruiken, kan het stroomnet dat niet aan."

Stroompieken

De bedoeling is dat burgers vaker energie gaan gebruiken wanneer de hernieuwbare bronnen, zoals zonnepanelen en windturbines, die produceren. Daarom gaat Vlaanderen de netwerktarieven anders berekenen. Vandaag betaal je naargelang je verbruik, maar bij het capaciteitstarief hangen de netkosten af van de grootste stroompiek die je gedurende een maand uit het elektriciteitsnet trekt. Het jaargemiddelde van de maandpieken zal de hoogte van het capaciteitstarief bepalen, legt De Tijd uit.

Met een digitale teller is dat piekvermogen heel makkelijk af te lezen, maar voorlopig zijn er in Vlaanderen toch nog behoorlijk wat woningen met een analoge meter. Die huishoudens wordt een forfait aangerekend, gebaseerd op een minimaal verbruik van 2,5 kilowatt.

In Brussel is dit systeem alvast de komende jaren niet aan de orde, zegt Misselyn. "Wij hebben nog een tariefstructuur op poten tot 2024, dus pas in 2025 wordt een eventueel nieuw model ingevoerd. Daarvoor bestuderen we zowel het Vlaamse systeem als hetgene dat nu in Wallonië wordt voorgesteld, en wij nemen volgend jaar een beslissing over een Brussels model."

Wallonië: vier tijdsblokken

In Wallonië zit immers een heel ander tariefsysteem in de pijplijn. Bedoeling, legt Misselyn uit, zou er zijn om af te stappen van het onderscheid tussen een dag- en nachttarief.

In de plaats daarvan worden vier tijdsblokken, elk met hun eigen tarieven, ingevoerd. "Concreet gaat het over een 'normaal' dagtarief, een veel goedkoper zonnetijdslot van 11 tot 16 uur, een duurder nachttarief en als allerduurste een speciaal piek-tijdsblok, in de wintermaanden tussen 17 en 20 uur. Maar ook dit onderscheid kan enkel gemaakt worden bij klanten met een digitale teller."

Dat brengt Misselyn bij een laatste reden waarom Brussel nog geen nieuwe tariefstructuur invoert: "In Vlaanderen zijn er veel meer burgers met een digitale meter, in Brussel zijn er nog bijna geen. De uitrol daarvan gebeurt pas vanaf 2024."

Het huidige Brusselse berekeningssysteem heeft al een bescheiden capaciteitscomponent. Aansluitingen met een vermogen van 13 kilowatt of minder betalen 20 procent van hun factuur aan een lager tarief dan aansluitingen met een vermogen boven de 13 kilowatt, omdat die meer stroom in één keer van het net kunnen afnemen.