Ons land heeft een lange traditie in het ambacht van graveurs en medaillemakers. In zijn negentiende-eeuwse hoogdagen kende de sector een 25-tal ateliers, anderhalve eeuw later nog drie. De Fisch-dynastie was daarin een belangrijke speler. Graveur Antoine Fisch (1827-1892), geboren in Düsseldorf, vestigt zich in Brussel in 1853.
Kroniek van de Fisch-dynastie
Meer weten over de Fisch-dynastie?
- 1853: opgericht door Antoine Fisch, meester-graveur van medailles, later opgevolgd door zoon Joseph en kleinzoon Fernand Fisch
- 1935: eigen paviljoen op wereldexpo in Brussel
- 1953: nieuwbouw ateliers/kantoren/ woning in Anderlecht door architect Antoine Pompe
- 1963: opvolging door zoon Pierre Fisch en zijn vrouw Marie-Louise Dupont
- 1998: faillissement en overname
Eerst in de Greepstraat, later in de Zwarte Maagdstraat, de Moutstraat en de Henri Mausstraat als Fisch & Co. Oorspronkelijk ontwerpt en graveert Antoine zelf veel medailles, maar hij doet ook gretig een beroep op talloze kunstenaars, die met hun ontwerpen het bedrijf op de kaart zetten.
Na de dood van Antoine zet zijn zoon Joseph samen met broer en zus en hun moeder Jeanne Wicot de zaak voort. Als de broers na enkele jaren ieder hun eigen zaak willen, scheiden de wegen zich in het bedrijf Paul Fisch Ainé (1898) en het atelier in de Antoine Dansaertstraat 40, dat Joseph befaamd maakt.
Artiesten
Vanaf de derde en vierde generatie, met Joseph Fisch, zijn vrouw Marie Cloetens en zoon Fernand halen de Fischs graveurs-juweliers in huis om de klus te klaren. Fernand heeft veel contacten in het buitenland en werkt samen met artiesten uit Polen, Luxemburg en Portugal. Uiteindelijk zal de zaak met wel 210 kunstenaars werken in anderhalve eeuw. Rond 1937 sticht Fernand de firma Fisch Bogota, na een missie naar Colombia samen met Alphonse Mauquoy, nog een grote medaillefabrikant. Hetzelfde jaar verhuist de zaak naar het huidige enorme atelier in Scheut.
Voor de nieuwbouw in Scheut tekent architect Antoine Pompe. In 1953, bij de honderdste verjaardag wordt het Etablissement Fisch & Co een nv. Later, in 1958 verandert de naam in Fibru-Fisch, in 1988 in Fibru (Fisch-Brussels). Pierre Fisch neemt de zaak over in 1963, broer Christian en zus Chantal verkopen hun aandeel aan de directeurs, schoonzus Marie-Louise Dupont en Paul Bertrand. Het bedrijf doet nog enkele overnames binnen de Brusselse sector, zoals Anc. Ets. Fonson uit de Fabriekstraat en diens typegieterij en tupotheek (verzameling matrijzen en patrijzen).
Samen vertegenwoordigen Fisch en Fonson bijna alle belangrijke Belgische producties tussen 1850 en 1970. Ook de Molenbeekse Ets. van Larebeke wordt overgenomen. In 1974 emigreert Pierre naar Canada en geeft de fakkel helemaal door aan Dupont en Bertrand. Zij splitsen het bedrijf verder op, tot in 1998 het faillissement volgt. Wat overblijft, herrijst als Fibru Europ, in handen van de Nederlander Harry Böschen.
In 2006 kocht het Erfgoedfonds van de Koning Boudewijnstichting een collectie van meer dan 1.400 bas-reliëfs die de grootste fabrikanten van kunstmedailles tussen 1850 en 1970 maakten. Het was Marie-Louise Dupont die de verzameling van de firma’s Fibru-Fisch en Fonson niet versnipperd wou zien na haar dood, in 2008.
Lees meer over: Anderlecht , Economie , fibru europ , medailles , ambachtelijk atelier
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.