Loodgieter Pascal Desmee: Beste Brusselse Ambachtsman
'W e voelen het nu al, maar binnen enkele jaren zullen we een absoluut tekort aan loodgieters op de bouwplaatsen hebben. Die tijd is niet meer veraf," zegt loodgieter Pascal Desmee bezorgd.
Desmee stelde zijn proefstuk, een fontein met handpomp die zonder elektriciteit werkt, tentoon op ArtisanArt, een beurs voor kunstambachten en gastronomie. Hij won er de eerste prijs mee, en de publieksprijs erbovenop. "Uiteraard doet zoiets plezier, maar ik wou voornamelijk het beroep van loodgieter onder de aandacht brengen," reageert Desmee.
De eerste prijs is tweeduizend euro waard, en werd overhandigd door Brussels minister van Werk en Economie Benoît Cerexhe (CDH), de initiatiefnemer van de prijzen. Het proefstuk waarmee de Fransman de prijzen wegkaapte, maakte hij in functie van zijn vorming bij L'Association Ouvrière des Compagnons du Devoir du Tour de France.
De zuigerpomp werkt zonder elektriciteit. Dat systeem is tegenwoordig veel minder in gebruik, zeker in België. "Nu worden er pompen gebruikt die beter presteren. Toen ik deze pomp maakte, wou ik aantonen hoe makkelijk men water kan bovenhalen uit waterputten. Dit systeem wordt overigens nog altijd gebruikt in ontwikkelingslanden in Afrika. Het voordeel ervan is dat je water kunt oppompen uit een put van honderd meter diep. Ik wou die functie weergeven in een model waarin ik alle aspecten van het werk van een loodgieter samenbreng: het werken met lood, koper en staal. Ik buit de metalen zoveel mogelijk uit," vertelt Desmee.
Gezel
Gemiddeld is een gezel bij Les Compagnons du Devoir 200 à 450 uur bezig aan het proefstuk dat hij presenteert. Desmee werkte 350 uur aan zijn maquette.
De Franse loodgieter maakte het proefstuk na tien jaar reizen van bedrijf naar bedrijf. "Na die tien jaar moest ik mijn professionele ervaring met een proefstuk aantonen. Omdat het doel van Les Compagnons du Devoir vooral is om ons beroep door te geven aan jongeren, deed ik mee aan die beurs. Jongeren zijn heel belangrijk, ze zijn de ziel van ons gezelschap."
De jongeren in het huis in de 't Kintstraat betalen voor logement en eten - het huis is eigendom van de Stad Brussel. Vorming en materiaal stellen Les Compagnons du Devoir ter beschikking. De jongeren hebben wel een salaris omdat ze overdag in een bedrijf werken.
's Avonds op weekdagen of op zaterdag krijgen de jongeren les, onder meer van Desmee. "De cursussen worden gegeven door een gezel die nog altijd van bedrijf naar bedrijf reist, of door iemand die aan een vaste plaats gebonden is, zoals ik. Af en toe geef ik een cursus over een specifiek onderwerp. Dat gebeurt in het huis waar ze verblijven, of in mijn atelier in de Victor Hugostraat in Schaarbeek. Voor manuele arbeid komen ze naar mijn atelier."
Lesgeven aan jongeren vormt een deel van de vorming bij het gezelschap. "We worden gerekruteerd als jonge leerjongen of als stagiair, met of zonder vorming achter de rug. Heb je nog geen vorming genoten, dan volg je eerst een tweetal jaar een opleiding. Als alles goed verloopt, en als de leerling er klaar voor is, dan groeit hij door naar de fase van aspirant. Op dat moment worden we ook opgenomen in het huis van Les Compagnons. Daarna wachten er ons nog enkele jaren vooraleer we gezel worden. In de etappe van aspirant reizen we verschillende jaren en leren we het metier op een correcte manier, en ten slotte geven we onze kennis door aan de jongere deelnemers. Vier tot vijf jaar later word je gezel. Op dat moment stel je ook je proefstuk voor. Zodra je gezel bent, moet je nog drie jaar kennis doorgeven aan de jongste deelnemers. Het parcours, dat vijf tot tien jaar kan duren, is afhankelijk van het metier en van het individu."
Het lange parcours dat je bij dit gezelschap aflegt, behoort tot de charmes van Les Compagnons du Devoir, vindt Desmee. "Ik kwam bij Les Compagnons om het metier te leren en intussen te kunnen reizen. Ik ken geen andere opleidingen waarbij je van bedrijf naar bedrijf reist om bij te leren. Het is het Erasmus van de handenarbeid."
Beschermde gebouwen
Sinds vijftien jaar heeft Desmee zijn eigen loodgieters-verwarmingsbedrijf in Brussel. "Ik heb zowel particuliere klanten als grote werven. Ik leef ook niet meer in het huis van Les Compagnons du Devoir. Ik kom wel langs wanneer de directeur me belt als een jonge loodgieter een probleem heeft. Ik woon ook vergaderingen bij en hou me bezig met de vorming van jongeren."
De vorming stopt niet op het moment dat een loodgieter aan de slag gaat. Het beroep evolueert elke dag. "Er komen nieuwe technieken bij. En als je bij een particulier buizen tegen de muur plaatst, en die zijn niet parallel, dan zegt de klant dat het niet mooi is. Of hij klaagt dat de buizen niet goed bevestigd zijn of te ver van de muur lopen. Er is dus het esthetische aspect, het functionele aspect én de kostprijs. Daar kijkt de klant allemaal naar."
Desmee leerde al die aspecten lang geleden kennen. De microbe van de loodgieterij had hij al goed te pakken toen hij op zestienjarige leeftijd in de leer ging bij een ambachtsman in Frankrijk. "Tijdens mijn leertijd werkte ik vaak in putten. Dat was heel interessant. Daarnaast wou ik van jongs af aan kunnen bewegen in mijn baan. Hier kan dat. Mijn bedrijf is zowel bij grote bedrijven actief als bij kleine winkels en particulieren."
Desmee heeft een klein bedrijf. "We zijn met z'n vieren. Ik heb nooit publiciteit gemaakt; je bekendheid neemt veeleer toe door mond-tot-mondreclame. Ik ken ook veel architecten. Sinds enkele jaren werk ik voor Monumenten en Landschappen aan beschermde gebouwen. Ik heb al veel aan art-nouveaugebouwen gewerkt. Een bekend voorbeeld is het Hortamuseum in Sint-Gillis."
Een klein bedrijf zoals dat van Desmee ziet de echt grote werven meestal aan zich voorbij gaan. "Neem nu het gemeentehuis van Sint-Gillis, dat enkele jaren geleden een grote restauratie onderging. Een groot bedrijf deed het werk, maar het beschermde gedeelte van het gebouw werd aan ons toegekend. Zelfs de grote bedrijven bellen ons voor bijzondere, specialistische werkzaamheden. In het gebouw van de Archieven van Brussel hebben we ook gewerkt. Wij hebben een heel apart klantenbestand."
Elk zijn vak
Al reizend een metier leren: het kan. De Franse organisatie L'Association Ouvrière des Compagnons du Devoir du Tour de France leidt wereldwijd gespecialiseerde ambachtslui op. De organisatie biedt 25 verschillende metiers aan. Jongeren volgen bij Les Compagnons du Devoir opleidingen gaande van meubelmaker over schoenlapper tot banketbakker. "Hier leren ze een metier op een niet-schoolse manier. In Brussel verblijven 45 jongeren. Van hen komt negentig procent uit Frankrijk," zegt Julien Amiano, schrijnwerker en provoost van de Brusselse afdeling in de 't Kintstraat. "Elk jaar vormen we zesduizend jongeren wereldwijd. 35 tot 40 daarvan zijn Belgen."
:: Meer info op www.compagnons-du-devoir.com of 02-514.06.03
Lees meer over: Economie
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.