Meeste bankkantoren blijven over in rijke gemeenten

Het aantal bankkantoren varieert sterk in Brussel. Na massale sluitingen de afgelopen jaren, houdt het welvarende Sint-Pieters-Woluwe er vijf keer meer over per inwoner dan het arme Molenbeek.

De krant Le Soir bericht maandag over de evolutie van het aantal bankkantoren in ons land. Brussel blijkt de algemene Belgische trend te volgen en noteert een forse daling. In 2015 waren er nog 412 agentschappen, anno 2018 zijn dat er al 77 minder.

BRUZZ vroeg aan spaargids.be, dat het bronmateriaal aan de krant bezorgde, om een volledig overzicht van de Brusselse gemeenten. Een blik op die gemeentelijst leert dat de situatie erg verschilt binnen het gewest. Wie in Etterbeek of Sint-Pieters-Woluwe woont, baadt in een weelde van bankkantoren: er is er een voor elke 1.700 inwoners. Ook Watermaal-Bosvoorde, Ukkel en Elsene zijn erg goed bedeeld.

Molenbeek en Vorst rode lantaarn

Een heel ander plaatje in Molenbeek, waar er maar 1 kantoor is voor elke 9.700 inwoners. Dat is liefst vijf keer minder dan in Etterbeek of Sint-Pieters-Woluwe. Ook Vorst, Koekelberg en Schaarbeek doen het op dat vlak slecht.

De gemeenten waar veel bankkantoren per inwoner zijn, blijken doorgaans welstellende gemeenten, terwijl in de staart van de lijst vooral armere gemeenten prijken. En dat is geen toeval, geeft Febelfin, de federatie van de Belgische banken toe.

"De rol van een bankkantoor is de voorbije jaren erg veranderd", legt woordvoerder Yannick Adriaenssens uit. "Voor gewone verrichtingen gebruiken mensen steeds meer de online mogelijkheden. Onze kantoren leggen zich daardoor steeds meer toe op advies en het zijn vooral de de inwoners uit welstellende gemeenten die daarom vragen."

Anders verwoord: banken moeten ook winst maken en dat gaat makkelijker in buurten met vermogende klanten.

Febelfin wijst erop dat België Europees ook tot de landen hoort met het grootste aantal bankfilialen per inwoner. "We hebben er bijvoorbeeld vijf keer meer dan in Nederland. Het lijkt dan ook logisch dat het aantal nog zal dalen de volgende jaren."

Molenbeek en Vorst ook grootste dalers

Ook de evolutie in de tijd toont trouwens duidelijke verschillen tussen de gemeenten. Zo is de daling uitgerekend in Molenbeek en Vorst, waar al weinig kantoren waren, procentueel het grootst. Van de 15 kantoren uit 2015 blijven er in Molenbeek amper 10 over. Vorst krimpt dan weer van 9 naar 6.