Milieugroepen gekant tegen logistiek centrum Haven BILC

Het toekomstige logistiek centrum van de Haven, Brussels International Logistic Center ofte BILC, vindt geen genade in de ogen van de stedelijke denktank Arau en de leefmilieu-organisatie Inter-Environnement Bruxelles (IEB). De komende maanden nemen ze de tewerkstelling en de ecologische aspecten onder de loep.

Arau en Inter-Environnement hebben hun eerste kritiek geformuleerd vorige dinsdag, de dag waarop de Stad Brussel zich moest buigen over de heraanleg van de Havenlaan. Volgens Arau en IEB is er geen buurtbewoner of vertegenwoordiger van een wijkcomité te vinden die het eens is met het verdwijnen van de historische kasseien, de vervanging ervan door asfalt en de verbreding van de weg. Maar bovenal vrezen Mathieu Sonck, secretaris-generaal van IEB, en Isabelle Pauthier, directrice van Arau, dat de Havenlaan alleen heraangelegd wordt in functie van het BILC.
De Havenlaan moet volgens beide woordvoerders vrachtwagens van 60 ton en 25 meter lang kunnen trotseren. Het BILC, zo zeggen ze, is een concept van de jaren negentig van de vorige eeuw, in meer dan één Europese stad uitgeprobeerd, maar ondertussen afgevoerd.
Kort samengevat: de goederen waarmee de stad bevoorraad worden, komen aan per boot of per vrachtwagen. In dat centrum - het BILC - worden ze overgeladen om de stad niet te belasten met zware vrachtwagens. Volgens Arau en IEB is het systeem niet werkbaar zonder subsidies en is het niet eens zeker of het wel milieuvriendelijk is. De technologie heeft de jongste vijftien jaar ook niet stilgestaan. Arau en IEB hopen dat het project in het najaar geen groen licht krijgt, maar voorgoed begraven wordt. Een internatio­naal logistiek centrum dat, in een van de scenario's, duizend vrachtwagens per dag langs de Havenlaan - amper twee kilometer van de Grote Markt - stuurt, is volgens hen allerminst wenselijk. Het BILC zou tussen Thurn & Taxis en het huidige overslagcentrum TIR worden gebouwd. Op Thurn & Taxis worden honderden woningen opgetrokken en ook aan de Claessensstraat zijn woningen gepland.

In het najaar willen beide organisaties aantonen dat het BILC geen voorbeeld van duurzame ontwikkeling is, en dat het evenmin veel banen voor laaggeschoolden oplevert. In eerste instantie hebben ze zich beperkt tot een soort tekstexegese, want zo zeggen ze, de definitie van het BILC wordt aangepast naargelang van de omstandigheden. Ze vrezen vooral dat het BILC een transitcentrum voor internationaal transport wordt en geen bevoorradingscentrum voor de stad.

Ouderwets
Staatssecretaris voor de Haven Brigitte Grouwels (CD&V) herinnert eraan dat het BILC al gepland was in het Gewestelijk Ontwikkelingsplan (Gewop) van 2000-2001. Ze verwijst ook naar een regeringsbeslissing van 2006. Dat de kritiek nu komt, verwondert haar dan ook. "Het logistiek centrum moet er hoedanook komen, de hoofdstad moet bevoorraad worden," zegt Grouwels' woordvoerder stellig. Het TIR is volgens het kabinet-Grouwels een ouderwets concept, maar de opslagruimte zal wel nog gebruikt worden, bijvoorbeeld door restaurants.

Grouwels ontkent dus dat het BILC vooral voor transit bestemd zou zijn. Dat de helft van de leden van de raad van bestuur van het BILC uit de privésector komt, sterkt haar in de overtuiging dat het geen internationaal transitcentrum wordt. De privésector heeft er volgens haar geen belang bij om transitgoederen massaal in het centrum van de stad op te slaan.

Arau en IEB hekelen tot slot ook dat 75 procent van het havenverkeer vrachtwagenverkeer is. Grouwels zegt dat ze projecten die het waterverkeer bevorderen, blijft steunen.