Opinie: Zin en onzin van een pendelaarsbelasting

© Brussel Deze Week
17/06/2010
Soms gaan er stemmen op om de personenbelasting te innen in het gewest waar iemand werkt. De pleitbezorgers zoeken steun bij het internationaal belastingrecht, en hun bedoeling is de financiering van Brussel op te krikken door de pendelaars in Brussel te belasten. Maar gelden die internationale principes wel in een intra-Belgische regeling? Johan Van den Driessche van Voka-Comité Brussel zoekt het uit. [10 reacties]

Er zijn een aantal redenen waarom die internationale principes niet zomaar kunnen worden ingeroepen. We belichten hier de belangrijkste.

Vooreerst: zolang België één land vormt, is er geen enkele (dwingende) reden om de internationale regels toe te passen; ook in andere federale landen met fiscale bevoegdheid voor de deelstaten inzake personenbelasting is het woonplaatsprincipe de regel: je betaalt (personen)belasting op de plek waar je woont.

Ten tweede is het principe van belasten waar men werkt, niet van toepassing op ambtenaren, wat dus onder meer wil zeggen dat ambtenaren die in Brussel voor het Vlaams en het Waals Gewest werken, niet in Brussel zouden worden belast. Ten derde bieden de internationale principes ook de mogelijkheid om af te wijken voor grensarbeiders: een belangrijke groep werknemers woont in de grenszone van het ene land en werkt in de grenszone van het andere land. Onder deze afwijkende regeling blijven grensarbeiders belast in het land waar ze wonen. De grenszone kan daarbij nogal breed uitvallen: met Nederland bestreek die regeling het hele gebied van de Nederlandse grens tot Zaventem. In de praktijk zal de toepassing van die internationale principes dus vrijwel geen effect hebben op het financiële plaatje van Brussel.

Bovendien moeten die pleitbezorgers zich realiseren dat, volgens het principe 'no taxation without representation', de pendelaars in Brussel politieke inspraak moeten krijgen, via stemrecht of rechtstreeks via een parlementaire vertegenwoordiging van het gewest waar ze wonen. Dat zou voor Brussel geen slechte zaak zijn, omdat Brussel zo een echt verbindingspunt tussen Vlaanderen en Wallonië wordt. Toch vraag ik me af of dat de bedoeling van die pleitbezorgers is. Het getuigt van weinig democratische zin om de 350.000 pendelaars uit Vlaanderen en Wallonië - ruim de helft van alle werkenden in Brussel en een derde van alle inwoners - elke vorm van stemrecht in Brussel te ontzeggen.

Puur economisch is belasting heffen in het gewest waar iemand werkt, bovendien niet logisch, omdat een inwoner volgens schattingen van de KU Leuven voor tachtig procent geniet van de overheidsuitgaven op de plaats waar hij woont (onderwijs, welzijn, vervoer, milieuzorg,...).

"Maar Berlijn kent toch een vergelijkbare regeling?" hoor ik soms zeggen. Maar ook in Duitsland geldt het principe dat de personenbelasting wordt geïnd in de woonplaats. Het feit dat Berlijn als deelstaat de meeste financiële ondersteuning van de andere deelstaten ontvangt, is voornamelijk het gevolg van het feit dat de hoofdzetel van de bedrijven waarvoor veel Berlijners werken, in een andere deelstaat gevestigd is. De bedrijfsvoorheffing die door die werkgevers dus wordt ingehouden, moet dan via een ander mechanisme terechtkomen in de deelstaat waar men woont, Berlijn dus. De financië­le toestand van Berlijn ziet er dus veel beter uit dan die van Brussel omdat de werkloosheid er lager is.

Hoe moet het financieringsprobleem van Brussel dan worden opgelost? Eerst moet objectief worden nagegaan of er wel een onderfinanciering ís. Sommigen zwaaien met een studie die dat zou bewijzen; een andere studie besluit het tegendeel. Laat die specialisten dus eens samenzitten en samen besluiten.

Er zijn overigens veel misvattingen over die onderfinanciering. Zo wordt steevast beweerd dat de kosten van het openbaar vervoer in Brussel - een grote hap uit het budget van het Gewest - de hoogte in worden gejaagd door de pendelaars. In de praktijk blijkt ongeveer tachtig procent van de gebruikers de Brusselaars zelf te zijn...

Bovendien is het aangewezen dat, in deze tijden van financiële beperkingen, alle overheden - en dus ook de Brusselse - behoorlijk financieel bestuur naar voren schuiven. Waarom is een fusie van de Brusselse gemeenten zo'n taboe? In Antwerpen heeft de fusie geleid tot een sanering van de financiën, die zo'n twintig jaar geleden dramatisch waren. Bedenk even wat voor efficiëntie dat zou kunnen opleveren: één politiezone, één OCMW, minder politieke mandaten, één socialehuisvestingsmaatschappij (in plaats van de huidige 33), één aankoopdienst (die twintig keer meer aankoopt en dus veel grotere kortingen krijgt), één beheer van parkeergarages, patrimonium, verzorgingsinstellingen, enzovoorts. Als we de ervaring die Antwerpen heeft opgedaan, in Brussel slim toepassen, dan ligt hier een sleutel tot de oplossing van het financiële probleem van Brussel.

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kan ook stoppen met fondsen geven aan bestemmingen waarvoor het niet bevoegd werd gemaakt, zoals aan de gemeenschappen (250 miljoen euro), vooral dan met het doel het Franstalig onderwijs in Brussel te steunen, terwijl dat Franstalige onderwijs nu al tot het meest gesubsidieerde onderwijs in Europa behoort. Brussel kan ook meer inzetten op de begeleiding van werkzoekenden. Nu gebeurt dat alleen voor jongeren. Het lijkt er soms op dat het Gewest gewoon niet wil dat werkzoekenden een baan vinden.

Brussel kan ook grotere inspanningen leveren in het aantrekken én het in Brussel houden van de beter gegoeden, zelfs als die groep veel Nederlandstaligen bevat. Het is trouwens niet normaal dat nieuwe woonprojecten waarvan vermoed wordt dat ze veel Nederlandstaligen zullen aantrekken, op weinig of geen steun van Franstalige politici mogen rekenen, waardoor ze grote vertraging oplopen.

Algemeen gebeurt er langs Franstalige zijde veel te weinig om Nederlandstaligen die in Brussel wonen of overwegen naar Brussel te verhuizen, het gevoel te geven dat ze meer dan geduld worden. Brussel boort dus ook die bron van financië­le inkomsten onvoldoende aan.

Voor al deze voorbeelden is Brussel autonoom bevoegd. Niets belet Brussel die uit te werken.

:: Johan Van den Driessche is bestuurder van het Vlaams netwerk van ondernemingen Voka, Comité Brussel

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Economie

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni