Beginnende ondernemers kunnen in Brussel goedkoop en tijdelijk een pop-upstore huren. In zeven jaar tijd waagden 43 kandidaten zo hun kans bij hub.brussels, dat enkele panden verhuurt voor 450 euro per maand. 23 van hen groeiden door tot een echte winkel. “Ondanks de leegstand is het niet simpel om een geschikte locatie te vinden.”
| Sarah Aibeche, Rocio Hernandez Viciana, Louise Berteau en Florencia Ahuma Segura testen alle vier met de steun van hub.brussels hun eigen winkelconcept in een pop-up store.
Voor het eerst heb ik een atelier en een boetiek,” glundert juweelontwerpster Louise Berteau. Ze toont haar nieuwe plekje op de eerste verdieping van Hotel Continental. Het negentiende-eeuwse gebouw aan De Brouckère, waar tot voor kort de Grondregie van Stad Brussel zat, werd onlangs omgevormd tot een grote creative market met pop-upwinkeltjes, vooral uit de creatieve sector.
In de voormalige kantoren zitten nu mode-, interieur- en juweelontwerpers en ook kappers en tatoeëerders. Ze mogen er van eigenaar Stad Brussel achttien maanden blijven, de tijd dat er een nieuwe, definitieve bestemming gevonden wordt voor het 4.000 vierkante meter grote gebouw.
Berteau deelt haar lokaal met twee andere juweelontwerpers. “Heel fijn. We leren van elkaar en helpen elkaar. En samen betalen we maar 350 euro.”
Voorheen werkte ze thuis op haar kamertje en verkocht ze haar juwelen via Instagram en op kunstenaarsmarktjes. Nu staat haar houten werkbank in Hotel Continental. Door de week, wanneer de winkeltjes gesloten zijn voor het publiek, is ze in de weer met de productie van haar oorbellen, ringen en kettingen in goud en zilver. In het weekend probeert ze het publiek warm te maken voor haar merk, Boucle d'Or.
Een eigen Boucle d'Or-winkel is verre toekomstmuziek. “Ik droom er wel van, maar momenteel heb ik geen tijd om daarmee bezig te zijn. Ik werk traag: elk stuk kost me vijf à acht uur. Bovendien kan ik die investering nog niet aan.”
Kinderboeken in zeven talen
Ook elders in de stad timmeren starters aan de weg. Voor de Spaanse Rocío Hernández Viciana is een eigen winkel bijna werkelijkheid. Zopas kreeg ze de sleutels van haar winkelpand aan de Elsensesteenweg, vlak bij Flagey. Binnenkort opent ze er Bimbi Books, een winkel in met kinderboeken in zeven talen. Om de aandacht te trekken, heeft ze alvast wat boekjes in de etalage gelegd.
Hernández woont intussen dertien jaar in Brussel. Ze is juriste en werkte lang voor een internationaal bedrijf in medische technologie. Corona deed haar beseffen dat ze dat werk, waarvoor ze veel moest reizen, niet voor altijd wilde doen. Anderhalf jaar geleden nam ze ontslag en begon te broeden op een winkelconcept. Ze stelde vast dat het in Brussel niet evident was om voor haar zevenjarige zoon kinderboeken in het Spaans en het Engels te vinden. “Er is wel een aanbod, maar beperkt. Je kan natuurlijk op het internet gaan zoeken, maar een kinderboek moet je toch even kunnen vastpakken voor je het koopt.”
Zo kwam ze op het idee om zelf kinderboeken te gaan verkopen, in het Frans, Nederlands, Duits, Engels, Spaans, Portugees en Italiaans. “Er zijn zoveel meertalige kinderen in Brussel.”
Voor ze aan het winkelavontuur begon, had Hernández geen handelaarservaring. “Je kan alles leren,” is haar overtuiging. Om haar idee concreter te maken schreef ze zich in voor de Businessidee-incubator, vormingsdagen georganiseerd door hub.brussels, het gewestelijk agentschap dat de ondernemingen ondersteunt. Daarna volgde ze opleidingen bij sociale kredietinstelling Crédal en bij Actiris, ging ze praten met boekhandelaars in Brussel en bezocht ze een bekende Spaanstalige boekhandel in Berlijn.
In februari van dit jaar mocht ze voor zes maanden haar intrek nemen in de testwinkel W83 van de gemeente Elsene op de Waversesteenweg 83. Maandelijks betaalde ze er een forfait van 250 euro, voor huur, lasten, energie, internet. “Alles inbegrepen dus. Je komt er aan met je boeken en je kan zo beginnen. De rekken stonden er ook al.”
De testperiode was volgens haar heel nuttig. Ze ervoer hoe fijn het is om je eigen baas te zijn en ze genoot van de babbels met de klanten, van wie sommige vrienden werden. “In een kinderboekenwinkel is niemand gehaast.”
Maar, ze voelde zich soms ook vastgekluisterd aan de zaak. “Je kan niet even weg voor een boodschap, ook niet als er niemand in de winkel is. Je wilt geen potentiële klant mislopen. Voor je het weet, ben je hem kwijt aan Amazon.”
Ook bleek het handelaarsbestaan flink wat impact te hebben op haar gezinsleven. Haar man reist veel voor zijn werk en soms was het echt puzzelen om op tijd aan de school van hun zoontje te staan.
En dan was er het financiële aspect. Een zware dobber, zegt ze. “Je hebt meteen een stock boeken nodig. En als beginneling moet je die vooraf financieren.” Die boekenvoorraad kostte haar al 20.000 euro, een bedrag dat ze met haar spaargeld betaalde. “Ik heb tijdens dat half jaar niets verdiend, maar ben gelukkig ook niet echt verzopen. De marges op boeken zijn heel klein, je hebt dus een groot volume nodig.”
Toch denkt ze dat een financieel evenwicht op termijn mogelijk moet zijn. Na afloop van haar tijdelijke verblijf op de Waversesteenweg ging ze dan ook op zoek naar een eigen winkelpand. Ze wilde absoluut in Elsene blijven. “Elsene is heel internationaal. En daar heb ik al een publiek,” legt ze uit.
Het pand op de Elsensesteenweg kon ze huren van het Woningfonds, voor 900 euro per maand. “Dat is redelijk. Ik besef wel dat er op dat deel van de Elsensesteenweg niet heel veel passage is, maar ik wilde de huur beperkt houden.”
Momenteel is ze nog volop bezig met de inrichting. Ze vergelijkt offertes, denkt na over elke uitgave. “Ik heb al enkele starters kopje-onder zien gaan, omdat ze nog voor ze begonnen te veel kosten hadden gemaakt.”
Natuurlijk wil ze van Bimbi Books wel een fijne winkel maken, met een zachte, warme vloer zodat de kinderen op de grond een boekje kunnen lezen, en met meubelen zonder scherpe randen, liefst in duurzame materialen. “Dat zal me zeker 10.000 euro kosten.”
Ze vroeg bij het Gewest een subsidie aan voor de inrichting, maar als ze die krijgt, wordt die pas later uitbetaald. Daarom wil ze nog snel een crowdfundingsactie opzetten. “Ja, er is nog veel te doen,” zegt ze. “En ik wil absoluut voor de eindejaarsfeesten openen.”
Kleinhandel krimpt
De Brusselse kleinhandel heeft de laatste jaren flinke klappen gekregen, door de aanslagen, de mobiliteitsproblemen, de concurrentie van online, de coronacrisis, en meer recent de energiecrisis en de dalende koopkracht. De sector krimpt dan ook. Vorig jaar waren er meer stoppers dan starters. De leegstand van winkelpanden is opgelopen tot veertien procent, tegen ongeveer elf procent in Vlaanderen. In sommige buurten staat zelfs een op de vijf winkels leeg.
Bij hub.brussels merken ze weinig van die afnemende belangstelling voor een eigen zaak. “Bij ons melden zich elk jaar toch weer een behoorlijk aantal handelaars in spe. Wij begeleiden jaarlijks 250 à 300 starters,” vertelt consultant Laurine Kerpelt.
Opvallend: bijna vier op de vijf starters willen de horeca in: een koffiebar, een lunchtentje, een café of een restaurant. De overige zijn vooral interieurwinkels, cosmeticashops en een enkele kledingzaak.
“De meeste winkeliers kunnen zichzelf de eerste jaren amper salaris uitbetalen“
Dat er op dit moment maar weinig ondernemers trek hebben in een zelfstandige kledingwinkel verklaart Isolde Delanghe, directeur van Mode Unie, door de onzekere tijden. “Je moet je collectie zes tot negen maanden op voorhand bestellen en prefinancieren. Dat vraagt om een flink startkapitaal en je weet niet hoe de situatie er over een half jaar zal uitzien. Om die reden is er ook weinig steun van de banken.”
Een winkel openen is sowieso geen sinecure, klinkt het bij hub.brussels. “Ondanks de toegenomen leegstand is het niet simpel om een locatie te vinden met de juiste oppervlakte, in een geschikte buurt en met een aangepaste huur,” zegt Laurine Kerpelt. Ook het financiële plaatje rond krijgen is een hele klus. “De meeste winkeliers kunnen zichzelf de eerste jaren amper salaris uitbetalen.”
Hub.brussels geeft gratis advies op maat aan starters. Dat kan gaan over het businessplan, de locatie, over mogelijke subsidies, de digitale strategie of over communicatie. Kerpelt: “Onze ervaring is dat wie zich goed laten begeleiden, meer kans op slagen heeft.”
Ook heeft hub.brussels zijn eigen pop-upwinkels, waar geïnteresseerden gedurende drie maanden hun project kunnen uitproberen, de zogenoemde auberges espagnoles. Er zijn ondertussen twee vaste auberges, in Etterbeek en Jette, en één rondreizende, die onlangs neerstreek in Anderlecht.
Hub.brussels huurt die panden en stelt ze voor 450 euro per maand ter beschikking van de winkelier in spe. “De starter kan zo zonder al te veel risico's proeven van het handelaarsbestaan en uitproberen of zijn product werkt,” zegt Kerpelt. “Ook voor de gemeenten is het interessant. De auberges zijn altijd gelegen in iets minder bekende winkelstraten. Daar brengen ze leven in de brouwerij.”
De afgelopen zeven jaar testten 43 mensen hun project uit, 23 van hen waagden uiteindelijk de sprong. Onder hen Florencia Ahumada Segura. Zij staat op het punt haar winkel-atelier Esmero te openen in de Georges Henrilaan in Sint-Lambrechts-Woluwe. Daar zal ze alfajores maken en verkopen, een in Zuid-Amerika populair koekje met dulce de leche of melkconfituur.
Twee jaar geleden begon de Argentijnse, die na een carrière in de Londense city in België belandde, met haar plan. Ze ging te rade bij hub.brussels en leerde de Belgische markt en de smaak van het publiek kennen.
Na een succesvolle proef in de ondertussen opgeheven auberge espagnole aan het Zuidstation besliste ze om haar eigen zaak te openen. “Ik weet het, een single-productshop houdt een risico in, maar je hebt in Brussel ook winkels met Griekse patisserie of met de Portugese pasteis de nata. Waarom zou het dan niet lukken met de alfajores?”
In de auberge espagnole in Jette is uitbaatster Sarah Aibeche bijna aan het eind van haar testperiode. “Helaas,” zegt ze. Haar pop-up Cocoon Home verkoopt kaarsen, kussens, keramieken kopjes en kommen, gehaakte tapijtjes, droogbloemen en andere handgemaakte interieurspulletjes. Ook is er een schap met voedingsproducten op basis van dadels. Wat ze de afgelopen drie maanden geleerd heeft? Dat ze het contact met de producenten en met de klanten erg leuk vindt. En dat de voedingsproducten beter verkopen dan de interieurobjecten.
De proefwinkel was voor haar een fameuze realitycheck: de Léon Théodorstraat, waar de Jetse auberge gevestigd is, was moeilijk bereikbaar door wegwerkzaamheden. Ook viel de zwangere Aibeche even ziek uit, zodat ze haar vader moest inschakelen. “Als je ziek bent kun je niet sluiten en word je ook niet zomaar doorbetaald,” zegt Aibeche, die voorheen een marketingfunctie had in een bedrijf. “Een winkel runnen is minder makkelijk dan het lijkt.”
Haar droom: een decoratiewinkel annex cafeetje met plek voor workshops, liefst in Ukkel of Elsene. Dat is nog niet voor meteen. Eerst is er de bevalling en daarna wil ze haar project nog eens goed overdenken en verfijnen. “Ik ben in blijde verwachting van twee baby's: mijn kindje en mijn winkel.”
Lees meer over: Brussel , Economie , Shop , pop-up store , Louise Berteau , Boucle d’Or , Rocío Hernández Viciana , Bimbi Books , Florencia Ahuma Segura , Esmero , Sarah Aibeche , Cocoon Home
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.