Pralines krijgen geen strikje meer
Het begon toen de directie van Godiva op 2 maart als een donderslag bij heldere hemel bekendmaakte dat de verpakkingsafdeling dichtging. Dat zou betekenen dat negentig van de 360 werknemers, bijna allemaal vrouwen, hun baan zouden verliezen. Volgens de directie, die schermde met woorden als recessie en crisis , was het manueel verpakken van pralines niet meer rendabel. Uitbesteden was de enige manier om de harde concurrentie op de wereldmarkt de baas te kunnen.
De vakbonden zagen het anders. Godiva, ontstaan in Brussel in 1926, maar sinds het begin van de jaren 1970 in handen van het Amerikaanse Campbell Soup, werd eind 2007 voor 850 miljoen euro doorverkocht aan Yildiz, de holding boven het grootste Turkse voedingsbedrijf Ülker. "Die overname heeft de Turken veel geld gekost, en kort daarna brak de financiële crisis uit. Daar moet de productievestiging in Koekelberg nu voor boeten," zegt Baudouin Ferrant van het ABVV.
De vakbonden - ABVV en ACV vormden een gezamenlijk rood-groen front - pikten het ook niet dat de verpakking van de pralines via goederenbehandelaar Hessenatie uitbesteed zou worden aan een beschutte werkplaats. "Bij Godiva krijgen de arbeiders vijftien euro per uur. In de beschutte werkplaats wordt er voor 7,50 euro per uur gewerkt. Roemeense toestanden in eigen land," besluit Ferrant.
Lock-out
De reactie van het personeel en de vakbonden was dan ook bijzonder heftig. Ze organiseerden twee 24-uursstakingen, daarna waren er langzaamaanacties in combinatie met blokkades: een aantal werknemers vatte post bij de poort om de toevoer van grondstoffen en afvoer van producten te beletten, terwijl de rest aan het werk ging, maar dan in sl ow motion. Buiten ging het er uitgelaten toe. De actievoerders zongen strijdliederen tegen de directie onder begeleiding van cimbalen en Marokkaanse trommels, en wanneer de bazen zich lieten zien, werden ze met eieren bekogeld. Volgens de syndicaten waren het de meest levendige en strijdbare piketten van de afgelopen jaren. De eis was duidelijk: behoud van de verpakkingsafdeling en van het personeel.
Deze toestand was na verloop van enkele weken voor de directie niet meer houdbaar. Begin april kondigde algemeen directeur Nicolas Bouvé aan dat hij, nu de werknemers hun contractuele verplichtingen niet nakwamen, geen andere keuze had dan vanaf 12 april de productie stop te zetten. Uiteindelijk greep hij al vroeger in, tot grote verontwaardiging van de vakbonden.
Afgelopen woensdag, en ook de dagen nadien, stonden de Godiva-werknemers voor een gesloten deur. De directie oordeelde dat het niet opportuun was om de arbeiders nog langer binnen te laten: door de blokkades en langzaamaanacties kwam er van pralines maken niet meer veel in huis. Bovendien was de situatie binnen in de fabriek niet meer veilig, zei Bouvé. Hij voegde eraan toe dat de deuren gesloten zouden blijven zolang de werknemers bleven tegenwerken. Een lock-out dus, zoals enkele maanden geleden ook het geval was bij brouwer AB InBev in Leuven.
Hierop zond federaal minister van Werk Joëlle Milquet (CDH) een sociaal bemiddelaar uit, die de partners weer rond de onderhandelingstafel kreeg. Afgelopen vrijdag bereikten de onderhandelaars een ontwerpakkoord: de verpakkingsafdeling verdwijnt toch en 65 arbeiders moeten weg, maar dit wordt opgelost door brugpensioen op 52 jaar of door vrijwillig vertrek met een uitstappremie. Het akkoord werd dinsdag door werknemers en directie goedgekeurd, waarna iedereen weer aan het werk ging.
Godiva, dat ook een productie-eenheid heeft in Pennsylvania, maakt 2,5 miljoen kilo chocolade per jaar, waarvan 85 procent bestemd is voor het buitenland.
Lees meer over: Koekelberg , Economie
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.