Trade Mart in trek bij Chinezen
M et '650 exposanten, 2.700 merken, de laatste trends in mode en interieur' prijst Trade Mart zichzelf aan in zijn mooi vormgegeven folders en brochures. Je zou in het gigantische gebouw dan ook een drukte van belang verwachten.
Maar op donderdagochtend is het heel rustig. In sommige modewinkels worden wel zaken gedaan, maar de lange gangen zijn leeg. Op de bovenverdieping, waar vooral meubelen en interieurartikelen verkocht worden, zijn de winkels zelfs dicht en heerst een doodse stilte.
Een gevolg van de crisis? "Nee, hoor," zegt directeur Guy-Marc Beaude. "Van de crisis hebben wij geen last gehad. Onze bezettingsgraad is stabiel gebleven, op tachtig procent, en we hebben zelfs zes procent meer bezoekers over de vloer gekregen. Maar het gros, zeker vier vijfde, komt op maandag. Na het drukke weekend slaan ze een nieuwe voorraad in bij de cash-and-carryzaken of bestellen ze hier bij de grote merken voor het volgende seizoen. De meubel- en interieurzaken boven werken alleen 'op bestelling'. Die zijn dus maar een of twee maanden per jaar open, alleen wanneer de nieuwe collecties gekozen moeten worden."
Trade Mart werd in 1975 aan de voet van het Atomium neergezet door de Texaanse vastgoedholding Crow. Het was de bedoeling om een soort van permanente groothandelsbeurs voor mode en meubelen te creëren. Binnen- en buitenlandse producenten en agenten konden een showroom huren om hun collecties aan detailhandelaren te tonen. Het concept sloeg aan, en al snel moest er bijgebouwd worden.
In de jaren 1990 nam het succes van Trade Mart af. Dat had te maken met de opkomst van winkels als H&M en Ikea, die de distributie van hun producten zelf helemaal in handen hebben. Doordat het aantal meubelkleinhandels snel begon te dalen, trok een groot deel van de meubelexposanten weg uit Trade Mart. Het centrum had in die tijd ook de reputatie dat iedereen - ook particulieren - er kon kopen.
De vorige directeur stelde orde op zaken en begon met de broodnodige renovatie van het gebouw. Guy-Marc Beaude, die vijf jaar geleden het roer overnam, ging op deze weg verder. De renovatie is een soort work in progress . Altijd wordt er wel ergens gewerkt. "En dat is nodig in een gebouw van 35 jaar oud. Bovendien hou ik meer van voortdurende kleine veranderingen dan van een eenmalige grootscheepse ingreep. De bezoekers moeten verrast worden. Ze moeten hier komen voor de exposanten en de laatste trends, maar ook voor het mooie en comfortabele gebouw. Trade Mart moet the place to be zijn."
Zwart-wit
Vorig jaar kreeg Trade Mart er een tweede aandeelhouder bij. Fortis Real Estate (nu AG Real Estate) nam voor zestig miljoen euro de helft van de aandelen van Crow over. Trade Mart kreeg er een groter investeringsbudget door: drie miljoen euro per jaar. Momenteel wordt dit budget benut voor de Operatie-'Black and White'. De lange gangen krijgen een minimalistische, gestroomlijnde loft-look, met zwartomrande uitstalramen en beton op de vloer in plaats van tapijt.
Ook de exposanten doen inspanningen om hun toonzaal wat hipper in te richten. Lange tijd waren de meeste showrooms donker en onaantrekkelijk. Sterke merken profileerden zich alleen door de grootte van hun toonzaal. Nu moet de inrichting meteen al het imago neerzetten. De Converse-shop bijvoorbeeld is een stijlvolle open ruimte met een opvallende verlichting. Je vindt er niet alleen schoenen, maar ook tassen en andere accessoires.
Het valt meteen op dat het aanbod in Trade Mart gewijzigd is. De meeste klassieke Belgische meubelzaken die in de jaren 1990 wegtrokken, zijn niet teruggekeerd. In hun plaats zijn producenten en agenten van interieurartikelen en keukenspullen gekomen, Alessi, Koziol, WMF. In de modegangen vind je nu meer dan alleen kledingzaken. Trade Mart is inmiddels al een van de grootste schoenenplatformen in Europa, en ook het aantal juwelen- en accessoirewinkels groeit.
Beaude is tevreden met deze diversifiëring. Zo wordt zijn groothandelscentrum minder kwetsbaar. "Elke sterke sector zou hier een plaats moeten hebben," zegt hij. Hij denkt bijvoorbeeld aan de horeca en luxe-elektroproducten. Maar alles kan. Onlangs ging er op de hoogste verdieping, met prachtig uitzicht op het Atomium, een toonzaal open met artikelen om een garage efficiënter in te richten.
Tweede generatie
Beaude wil Trade Mart ook een veel internationaler karakter geven. Al langer zijn Nederlandse, Duitse, Spaanse en Turkse merken in het centrum aanwezig. Dat moeten er nog meer worden. "Fabrikanten van overal zouden hier hun uitstalraam voor heel Noord-Europa moeten hebben."
Beaude liet daarom de website vertalen in het Arabisch en in het Chinees en veranderde de naam van het groothandelscentrum in Trade Mart Brussels . "Buitenlanders zijn niet geïnteresseerd in België. Brussel, dat kennen ze, en dat spelen we uit."
De Chinezen lijken de weg alvast te vinden. "We hadden hier al wel wat Chinese exposanten, maar zij waren altijd heel low profile . Ze benadrukten hun Chinese afkomst niet en kozen meestal voor een Westers klinkende naam. Ze zijn hier nog steeds; in hun winkel is het altijd een beetje een rommeltje. Maar nu komen de Chinese fabrikanten en agenten van de tweede generatie. Zij zijn zelfbewust en verbergen hun afkomst niet." Zo opende Erke, het Chinese sportmerk dat ook Yanina Wickmayer sponsort, een tijdje geleden een grote, chique showroom, pal tegenover het Japanse merk Asics. En heel prominent rond de binnenplaats van Trade Mart liggen twee grote, overzichtelijke Chinese fantasiejuwelenzaken.
Vijf jaar geleden nam Beaude ook het initiatief voor Windows for Europe. Hij benaderde verschillende buitenlandse overheden en ambassades met de vraag of ze in Trade Mart geen vitrine over hun land wilden opzetten. Er bleek geen interesse. Nu pakt Beaude het anders aan. Hij probeert een akkoord te bereiken met buitenlandse beroepsfederaties. Dat lijkt beter te werken. Met een Portugese meubelfederatie, die meer dan dertig fabrikanten vertegenwoordigt, moet volgende maand het eerste contract getekend worden.
Intussen is ook het aandeel buitenlandse bezoekers toegenomen. "Vijf jaar geleden was dat een half procent, nu zitten we aan zeven procent, voornamelijk Noord-Fransen, Nederlanders, Luxemburgers, Duitsers en Oost-Europeanen. De komende jaren wil ik dat aandeel op twintig procent krijgen."
Het gevecht om exposanten en bezoekers zal de komende jaren wellicht verharden. Van het kleine groepje modemerken die vlakbij in Strombeek-Bever een mini-groothandelscentrum vormen, heeft Trade Mart naar eigen zeggen weinig last. Maar een tijdje geleden raakte bekend dat de vastgoedgroep Bernaerts langs de A12 in Willebroek een groothandelscentrum van tweehonderdduizend vierkante meter plant, European Market City, waar achthonderd exposanten uit de mode, decoratie, elektronica en andere sectoren hun producten kunnen tonen. "In principe ben ik voor concurrentie. Maar er is geen plaats voor twee Trade Marts die op dezelfde sectoren werken. En ik vind het nogal vreemd dat ze ons helemaal imiteren, zelfde oppervlakte, zelfde sectoren. Bon , ik trek me er niet te veel van aan en richt me vooral op de strategie van mijn centrum."
Erfpacht tot 2060
Over de toekomst van de Heizel - burgemeester Freddy Thielemans (PS) wil er een congrescentrum met een reusachtig winkelcentrum laten verrijzen - is Beaude zwijgzaam. "Wij hebben daar niets over te zeggen, de Stad Brussel beslist. We blijven hier sowieso zitten. We hebben een erfpachtovereenkomst met de Stad voor de grond en die loopt tot in 2060."
Beaude vindt wel dat de noordkant van Brussel commercieel versterkt zou moeten worden. "Wat aantrekkelijker en een beetje meer sexy, dat zou best mogen. En alles wat goed is voor de noordkant, voor de Heizel, is goed voor ons."
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.