Verkoop Van Buurencollectie overtreft verwachtingen

De veiling van vijftig schilderijen en tekeningen van het Van Buurenmuseum bracht bijna 3,2 miljoen euro op. Bedoeling was om minstens 1,5 miljoen euro bijeen te rapen om de restauratiewerken van het museum te bekostigen.

Op de veiling bij Brussels Art Auctions (BAA) aan de Zavel gingen werken van Rik Wouters, Gustave Van de Woestyne, Spilliaert en Permeke uit het Museum Van Buuren in Ukkel vlot van de hand.

De raad van beheer van het Van Buurenmuseum wou minstens 1,5 miljoen euro bijeenrapen om de volgende fase van de restauratiewerken te bekostigen. Het veilinghuis had de opbrengst geraamd op 2 miljoen euro. Het werd dus 3,2 miljoen euro.

Het schilderij 'Het wachten' van Gustave Van de Woestyne kreeg het hoogste bod en ging onder de hamer voor 600.000 euro. Het was eerder geschat op 150.000 tot 200.000 euro.

Het schilderij 'Pioenen' van Rik Wouters belandde met 550.000 euro op de tweede plaats, terwijl de schatting tussen 200.000 en 300.000 bedroeg.

Een ander schilderij van Van de Woestyne 'Boerin' sloot met 540.000 euro de top 3 af. En dat bedrag lag veel hoger dan het geschatte 100.000 à 150.000 euro.

Enkel één werk vond geen koper: een stilleven van de 19de-eeuwse Griekse kunstenaar Pericles Pantazis.

'De Pioenen' blijft in Brussel
Veilingmeester Philip Serck van Brussels Art Auctions bevestigt aan brusselnieuws.be dat alle werken in Belgische handen blijven. De werken zijn allen door privéverzamelaars gekocht.

Toch verhuist een deel van de werken naar het buitenland, omdat de verzamelaars niet in België wonen. Van de drie topwerken bij voorbeeld blijft enkel 'De Pioenen' van Rik Wouters effectief in België. Het schilderij is gekocht door een Brusselse verzamelaar.

Er waren maar twee vertegenwoordigers van Belgische musea in de zaal. Hun budget was ontoereikend.

Het goede verkoopsresultaat - meer dan twee keer het bedrag dat nodig is om de werken te betalen - zal allicht de kritiek op de verkoop nog doen toenemen. Het museum Van Buuren, een privé-instelling, heeft altijd geargumenteerd dat de werken uit het depot kwamen en dat het publiek ze zelden of nooit te zien kreeg.