Vier gemeenten klimmen uit welvaartsdal

Kris Hendrickx
© BRUZZ
28/02/2017

De welvaartskloof tussen Brussel en de rest van het land groeit elk jaar een beetje. Maar binnen het gewest zijn er ook heel wat verschillen. Vier Brusselse gemeenten gaan er ondertussen zelfs op vooruit: Sint-Gillis en Elsene, maar ook Brussel-Stad en Oudergem. Dat blijkt uit berekeningen op vraag van BRUZZ.

Elk jaar maakt de federale overheidsdienst Economie de cijfers van de fiscale inkomens bekend. De gegevens voor het Brussels gewest ogen op het eerste zicht voorspelbaar: in absolute cijfers stijgen de inkomens wat, maar de kloof met de rest van het land blijft wel groeien. In Brussel ligt de zogenaamde welvaartsindex (de verhouding tegenover het nationale gemiddelde) ondertussen op 78 (tegenover 100 voor heel het land). In de jaren 1970 was Brussel nog een stuk welvarender dan het nationale gemiddelde.

Wie wat dieper in de cijfers duikt, ziet dat er vandaag binnen het gewest erg grote verschillen zijn. Tussen gemeenten met welvarende en arme burgers, maar ook tussen gemeenten die vooruit- en achteruitboeren.

Kaartjes
Om die verschillen te vatten goten we de cijfers in verschillende kaartjes. De eerste kaart is een foto van de meest recente gegevens en toont het verschil tussen rijke en arme gemeenten.

(Lees verder onder de kaart)

Een tweede kaart is wat complexer van opzet. Die toont hoe de welvaartsindex de voorbije vijf jaar evolueerde in de 19 gemeenten. In overleg met VUB-demograaf Patrick Deboosere kozen we er bovendien voor om de klassieke welvaartsindex aan te passen: minderjarigen filterden we eruit. Een groot aantal minderjarigen trekt het inkomen van een gemeente immers fors naar beneden.

(Lees verder onder de kaart)

Kaart 1 levert een voor Brusselkenners vertrouwd beeld op: het zuidoosten van het gewest is nog steeds relatief rijk, het centrum, de kanaalzone en de eerste kroon rond de Vijfhoek blijven erg arm.

Kaart 2 biedt een beeld dat wat verrassender is. Liefst vier van de 19 gemeenten blijken hun achterstand tegenover het nationale gemiddelde – een beetje – bij te benen: Sint-Gillis, Elsene, Brussel-Stad en Oudergem.

Met Sint-Gillis en Elsene heeft het kwartet twee leden waar de gentrificatie de voorbije jaren duidelijk zichtbaar was in het straatbeeld. Het zijn gemeenten waar veel nieuwe en trendy horeca opent en die ook in trek zijn bij jonge bewoners. Sint-Gillis staat bovendien ook bekend als kunstenaarsgemeente.

Gemeente voor blijvers
“Nergens in het gewest zijn er zoveel twintigers als in Elsene en ook de dertigers zijn oververtegenwoordigd” zegt Deboosere, “terwijl er erg weinig jonge kinderen zijn. Wellicht hebben we hier vooral te maken met studenten – de VUB en ULB liggen in de gemeente - en jonge mensen uit het Europese wereldje.”

In Sint-Gillis ligt het accent dan weer op dertigers en veertigers. “Het interessante hier is dat de inwoners van de gemeente er blijkbaar blijven wonen en niet zo snel mogelijk verhuizen eens ze de middelen hebben. Het inkomen stijgt samen met de leeftijd van de bewoners. En wie er wel naartoe trekt, is vaak al wat bemiddeld.”

De twee andere stijgers zijn wat moeilijker te verklaren. Natuurlijk heeft Brussel-Stad een hip centrum waar met name heel wat Vlamingen wonen. Maar de gemeente is zo groot en divers dat er niet één noemer is om ze te vatten”, zegt sociaal geograaf Chris Kesteloot (KULeuven). Dat Laken heel wat jonge gezinnen aantrekt, kan wel meespelen.

Oudergem is weer een ander paar mouwen. Deboosere merkt er aanzienlijke groei van de bevolking op, met name in het segment jonge kinderen. “Mogelijk hangt dat samen met nieuwbouwprojecten.”

Marokkaanse verjonging
Kaart 2 toont ook dalers. Grosso modo zijn er drie clusters: 1) Watermaal-Bosvoorde, 2) Ganshoren, Sint-Agatha-Berchem en buurgemeenten en 3) Sint-Lambrechts-Woluwe en Evere.

In Ganshoren en Berchem gaat die daling samen met een spectaculaire stijging van het aantal kinderen van minder dan 15 jaar. Op vijf jaar tijd groeide die groep er met liefst 20 procent, terwijl de gewestbevolking in die periode maar met 8 procent aandikte. Watermaal-Bosvoorde kent een gelijkaardige groei, maar dan bij de groep 22-27 jaar. Ook die leeftijdscategorie heeft vaak nog geen inkomen.

De ogenschijnlijke verarming van de jonge gemeenten aan de westrand is dus ook een verjonging. De vaststelling sluit aan bij een conclusie die we hier enkele maanden geleden al eens maakten: heel wat Marokkaanse gezinnen uit Sint-Joost en Schaarbeek verruilen hun woonst in de eerste kroon voor een stek in een van de westelijke gemeenten.

“Soms gaat het over mensen die weggeduwd worden uit de eerste kroon omdat die duurder wordt”, zegt Chris Kesteloot. “Anderen verhuizen heel bewust omdat ze meer woon- en omgevingskwaliteit vinden aan de rand van het gewest.”

Die Marokkaanse trek naar het westen ziet Kesteloot niet enkel als het over woningen gaat. “Kijk naar de Gentsesteenweg. Ook langs die handelsas breiden de Marokkaanse winkels uit naar de periferie.”

Het verhaal van Sint-Lambrechts-Woluwe en Evere loopt wellicht parallel met dat van de westelijke gemeentes. “Ze hebben een erg jong profiel. Dat kan een lager inkomen verklaren.”

In het geval van Sint-Lambrechts-Woluwe spelen ook de vele nieuwe woonprojecten mee die er de voorbije jaren ontstonden. “Die trekken jonge gezinnen aan.”

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Economie

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni