Vlaanderen mag niet meedingen naar aandeel Brussels Airport

Vlaanderen is doelbewust uit de verkooprace gehouden van het Macquarie-belang in Brussels Airport. De Australische aandeelhouder wilde volgens bronnen van De Tijd alleen verkopen aan een consortium zónder regionale speler. Dit om eventuele communautaire belangenconflicten met het federale niveau in de toekomst uit te sluiten.

Initieel maakte de Vlaamse publieke investeringsmaatschappij PMV nog deel uit van het consortium dat in de running was om het Macquarie-aandeel in Brussels Airport te kopen. De Australische bankenholding wil al bijna een jaar lang af van haar belang in de luchthaven.

Het aandeel maakt 36 procent van het totale kapitaal van Brussels Airport uit. Het is zo groter dan dat van de Belgische federale overheid (25 procent), maar kleiner dan dat van het Canadese Pensioenfonds OTPP (39 procent).

PMV’s biedconsortiumgenoten waren het Nederlandse pensioenfonds APG, de Australische investeerder QIC en verzekeraar Swiss Life. Samen namen ze het op tegen drie mededingers, waarvan de enige andere Belgische speler verzekeraar AG was.

2,2 miljard

Uiteindelijk viel Macquarie’s keuze voor de verkoop vorige week effectief op bovengenoemd consortium. Voorwaarde was evenwel dat PMV zou worden uitgesloten. De Australiërs willen geen regionale speler aan boord wanneer de vernieuwing van de luchthavenlicentie wordt besproken met de hiervoor bevoegde federale overheid. Kwestie van het risico op communautair gekibbel alvast in de kiem te smoren.

PMV stapte dus - gedwongen of vrijwillig, dat blijft onduidelijk - uit het consortium. Nog volgens De Tijd zou de verkoopprijs van het Macquarie-aandeel aan APG-QIC-Swiss Life zijn afgeklopt op een slordige 2,2 miljard euro, wat Brussels Airport in zijn geheel waardeert op zo'n 6,1 miljard.