In tijden van almaar snellere consumptie, digitale vergeetputten en energieverslindende clouds proberen mensen te vertragen door opnieuw analoog te fotograferen. De prijzen voor filmrolletjes en vintage camera's swingen de pan uit, maar de diehards geven niet op.
| Déborah en Mathieu van fotoshop Laboriver in de Van Arteveldestraat: “Analoge fotografie gaat in tegen een maatschappij die zich richt op overconsumptie.”
Is het een detail dat Daan, een rol van Eliyha Altena, in de populaire Vlaams-Nederlandse fictiereeks Knokke off met een analoog fototoestel zijn tegenspelers om zijn vinger windt? De makers kennen hun pappenheimers: het is vandaag hip om weer met negatieven en camera's in de weer te zijn. Voor millennials is het nostalgie naar een tijd die ze nog net gekend hebben, toen ze nog niet overstelpt werden met beelden en foto's zorgvuldig uitgekozen, afgedrukt en in een album geplakt werden. Voor gen Z'ers zijn de analoge filmrolletjes met 36 opnames iets nieuws, iets tastbaars en creatiefs, iets kunstigs, zonder eindeloze digitale filters. Polaroid, de instantcamera, bracht intussen een nieuw toestel op de markt, het fotopapier met de kenmerkende witte strook rond de afdruk is ook weer te verkrijgen. De populaire Instax-camera van Fuji speelt in op dezelfde zucht naar iets grijpbaars.
Net als bij de revival van de vinylplaat is die opmars van de analoge fotografie een tegenbeweging, tegen de overload aan beelden die ons overspoelt sinds de smartphone aan onze hand is gelijmd. We klikken tot we er suf van worden, en leggen een archief aan in clouds die we verder veronachtzamen. De foto is vandaag veeleer een snelle hap. Dat Instagram-pagina's als het Brusselse @filmisnotdeadshop en @Brussels.Analog.Gang aan populariteit winnen, bevestigt het weerwerk. “In het begin hadden we een paar honderd volgers, vandaag meer dan 4.000,” zegt François de Rivoyre, de oprichter van die laatste. Tegelijk onderkent hij dat het contradictorisch is om met een digitaal medium een analoge praktijk te ondersteunen. “Het is inderdaad grappig dat die analoge foto's uiteindelijk op een smartphone belanden. Maar dat is hoe je vandaag een netwerk opbouwt.”
Uit de oude doos
Niet toevallig werkt De Rivoyre in Mori Film Lab, een relatief nieuw fotolab in Vorst. De shop ontsproot drie jaar geleden aan het brein van Cole Sale en Raphaël Stradiot, twee jonge Franstalige Belgen die een tijdje bij FilmNeverDie werkten, een fotostudio in Melbourne die tien jaar geleden bij zijn oprichting visionair bleek. Sale en Stradiot zagen hoe analoge fotografen een hechte community vormden in Australië. Toen hun visum verliep en ze noodgedwongen terugkeerden naar België, wilden ze die cohesie ook hier aanzwengelen. “We zagen dat er veel mensen geïnteresseerd waren, en besloten zelf een shop op te richten, met als voornaamste doel: mensen samenbrengen.” 'Community, film, cameras' leest het uitstalraam van Mori Film Lab vandaag. Via open calls zetten ze er mini-expo's op, klanten droppen er hun eigen uitgaven en je kan er camera's op de kop tikken. “Allemaal tweedehands,” zegt De Rivoyre bij enkele rekken met oude toestellen, van eenvoudige point and shoot-camera's tot (semi)professionele spiegelreflextoestellen. “En ze gaan hard. Op het einde van de week zal deze legger helemaal leeg zijn.”
Je kan bij Mori Film Lab ook zelf een donkere kamer huren, compleet met vergroters, film- en papierontwikkelaar. Het milieu wordt overigens niet veronachtzaamd, vandaag zijn de chemicaliën bio of ze worden gerecycleerd. Uit niet opgehaalde negatiefstroken wordt zelfs het zilver gerecupereerd. “We hebben nu ook een toestel gekocht om in kleur af te drukken,” glundert De Rivoyre. “Bij Colenta in Oostenrijk, de enige fabriek die die machines nog produceert.”
“In Brussel zagen we wel dat er een scene was, maar er was weinig cohesie. Dat was ons voornaamste doel: mensen samenbrengen”
Mori Film Lab organiseert workshops om het technische proces van ontwikkelen en afdrukken onder de knie te krijgen, of voor speciale procedés als cyanotypie (waarbij na ontwikkeling een cyaanblauwe afdruk ontstaat) of papier salé, een oude techniek om positieven te maken van papieren negatieven. “Aanvankelijk kwamen er maar een paar mensen op die workshops af, maar nu zitten ze altijd vol,” zegt De Rivoyre. De studio zag zijn klantenbestand de voorbije drie jaar stevig uitbreiden. Mensen die vroeger analoog fotografeerden, en het nog eens willen proberen. Maar ook jongeren die de camera bij hun (groot)ouders hebben gevonden en erdoor geïntrigeerd zijn. Zo ging het ook bij Cole Sale. “Rond mijn veertiende vond ik bij mijn moeder tussen wat oude dozen op zolder een Nikon-camera. Ze was in haar tijd fotojournaliste in de Filipijnen, dit toestel was oorspronkelijk zelfs van haar vader. Ik begon hier en daar een rolletje te schieten als student in Leuven, maar mijn liefde voor analoog bloeide verder toen ik naar Australië verhuisde.”
Kodak-monopolie
Corona zwengelde die trend nog aan, plots zaten we allemaal thuis met te veel tijd en niks om handen. Mori Film Lab zag het aantal negatieven dat het binnenkreeg voor ontwikkeling vorig jaar verdubbelen, dit jaar gaat het nog harder. En dat terwijl de prijzen alleen maar stegen. “Bij zwart-witfilmpjes valt het nog mee, maar de prijzen van kleurenfilms zijn door het dak gegaan,” knikt De Rivoyre. Dat heeft onder meer te maken met het feit dat Kodak, dat in 2012 nog het faillissement aanvroeg omdat het niet mee was met de digitale revolutie en zo analoog fotograferen leek te begraven, de facto de enige is die nog kleurenfilmpjes produceert. In maart verhoogde het bedrijf zijn prijzen met 25 procent. “Daar komt nog bij dat grondstoffen zoals zilver, die je nodig hebt in een negatiefstrook, de hoogte in gejaagd werden door de coronacrisis en de oorlog in Oekraïne,” licht De Rivoyre toe. “De goedkoopste kleurenfilm die we aanvankelijk aanboden, is intussen verdubbeld in prijs.” Door de grote vraag is (kleuren)film vandaag een schaars goed geworden. Wachttijden bij bestellingen lopen op tot zes maanden, wegwerpcamera's worden ontmanteld om de negatieven eruit te halen. “Maar dat houdt de mensen niet tegen om te blijven fotograferen, al zullen ze nog harder nadenken over de foto's die ze nemen,” zegt De Rivoyre. “Er zijn ook mensen die brocantes afschuimen om er oude of vervallen filmpjes te kopen. Vaak resulteren die in een unieke look.”
Dat doen ze ook bij Studio Baxton aan het Oud Korenhuis. De fotostudio die zich de voorbije tien jaar specialiseerde in portretten volgens het oude collodiumprocedé met glasplaten, bracht zo twee jaar geleden zijn eigen kleurenfilm op de markt. “Oude bobijnen van kleurenfilm die we op de kop tikten, versneden we tot de juiste afmetingen,” zegt Marjolaine Vuarnesson, uitbater bij Studio Baxton. “Maar er zijn ook mensen die oude tapes van bewakingscamera's recupereren.”
Fotoshops als Laboriver, al twintig jaar een referentie voor de fotoliefhebber, hebben de voorbije jaren hun winkel uitgebreid om aan de populariteit van analoge fotografie tegemoet te kunnen komen. “Toen de digitale fotografie arriveerde, nam analoog een duik,” zegt Déborah Paternoster van Laboriver. “Maar ondanks alles zijn we blijven doorgaan.” Dat is geen evidentie, want nu analoog weer hip is, proberen grote webwinkels als Bol.com en Coolblue in te pikken op de trend. “Zelfs bij chique modeketens als Abercrombie & Fitch kan je wegwerpcamera's kopen,” zucht Paternoster. “Je krijgt er niet de uitleg bij die je hier krijgt en ze zijn ecologisch een ramp. Analoog fotograferen gaat net in tegen een maatschappij die zich richt op overconsumptie. Je leert bewuster kijken.”
“Het is inderdaad niet goedkoop,” zegt Santiago, een filmstudent aan de ULB die Laboriver uit komt gewandeld met een kleurenfilmrolletje van 17 euro. “En dan moet je het nog laten ontwikkelen en afdrukken. Daarom ben ik heel selectief in wat ik fotografeer. Wat mij eraan boeit? De look-and-feel, en het feit dat je minder controle hebt over de beelden.”
TikTok
Sommige diehards zijn altijd blijven vasthouden aan analoge fotografie, maar er zijn ook (semi)professionelen die een deel van hun opdrachten analoog schieten, zegt de Rivoyre. “Zelfs in de modefotografie wordt er weer analoog gewerkt met toestellen uit de jaren 1990.” Maar het opvallendst zijn toch de jongeren die nu het medium ontdekken. Studente fotografie aan Narafi Maartje Vanagt raakte twee jaar geleden verknocht aan analoog. Ze gebruikt de oude Minolta van haar vader, daarvoor werkte ze met een oud toestel van haar oma. Ze vindt het aangenaam dat het analoge proces een stuk trager verloopt dan het digitale. “Ik denk meer na voor ik een foto maak,” vertelt ze. “Heb ik de juiste compositie? Zit het licht juist? Het helpt me ook om mijn beelden los te laten. Wanneer ik digitaal fotografeerde, kon ik soms lang doorgaan tot ik de perfecte foto had, omdat je directe feedback hebt op de achterkant van je camera. Bij analoge fotografie maak ik één beeld of maximaal twee en hoop dat het goed is. Het brengt een soort van rust met zich mee.”
De pas aan LUCA School of Arts afgestudeerde fotografe Caro Dewilde kocht rond haar veertiende samen met haar broer een camera op een rommelmarkt. “We ontdekten het analoge medium en begonnen met oefenen en experimenteren,” zegt ze. “Er ging een wereld voor mij open. Analoge fotografie laat me doordachter werken. Ik hou van de kleuren, het onvoorspelbare en het hele proces om tot een beeld te komen. Dat blijft iets magisch.” Vandaag werkt ze met verschillende toestellen, zowel voor kleinbeeldnegatieven als het grotere middenformaat. “Maar ik blijf trouw aan mijn oude Canon, het toestel dat ik toen op die rommelmarkt heb gekocht. Het heeft intussen veel sentimentele waarde.”
Ook bij Mori Film Lab komen veel jonge fotografen over de vloer, het is zelfs hun voornaamste doelpubliek. “Het grootste deel van onze marketing en communicatie gebeurt dan ook via sociale media,” zegt Cole Sale. De link met de digitale wereld wordt (nog) niet helemaal doorgeknipt. Tieners zien de foto's op TikTok en Instagram, en ze willen die look kopiëren, zegt Daniil, student fotografie aan de Gentse KASK die stage loopt bij Laboriver. “De défauts, de grain, die kan je digitaal niet helemaal recreëren. Vaak weten die kids ook niet dat er zoiets bestaat als analoge fotografie. Op sociale media zie je eigenlijk minder en minder foto's, het overgrote deel zijn story's en reels. Het is mooi dat ze via een digitale weg naar een analoog medium worden geleid, en zo betere foto's gaan maken.”
Lees meer over: Brussel , Economie , Expo , analoog fotograferen , Laboriver , fotolab , Mori Film Lab
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.