Met zijn eerste speelfilm zal Ladj Ly zich geliefd maken bij sommigen en gevreesd door anderen. Les misérables is memorabele cinema die humaan verslag uitbrengt over de explosieve situatie in de banlieues van Parijs. “Frankrijk is aan het radicaliseren. Straks breekt er nog een burgeroorlog uit.”
Ladj Ly uit Montfermeil heeft een langspeelfilm gemaakt die La haine van Mathieu Kassovitz naar de kroon steekt als strafste banlieuefilm, en die ook doet denken aan Do the right thing van Spike Lee. Alleen de titel ontleende hij aan een roman van Victor Hugo die mismeesterd is in menig musical: Les misérables. Voor de inhoud keek Ladj Ly liever rond zich heen. Aan drama is er helaas geen gebrek in Montfermeil en buurgemeente Clichy. Na de dood van twee jongeren braken er in 2005 hevige, wekenlange rellen uit.
In Les misérables maakt een jongetje met een drone per ongeluk beelden van drie agenten die buitensporig geweld gebruiken tegen straatjongens die misschien iets te maken hebben met de gestolen leeuw van zigeuners. Naast de flikken in kwestie maken ook lokale potentaten, moslimbroeders en criminelen jacht op de beelden. Met de kennis van een ingewijde, de wijsheid van een goede mens en het artistieke meesterschap van een oude rot regisseerde debutant Ladj Ly een film met de impact van een molotovcocktail en de finesse van een klassieker. Het festival van Cannes beloonde de réussite met de Prix du Jury.
Ladj Ly
- Werd geboren in 1980 als zoon van Malinees-Franse ouders
- Groeide op in de Parijse voorstad Montfermeil
- Richtte als zestienjarige het filmcollectief Kourtrajmé op met zijn filmminnende vrienden Romain Gavras, Kim Chapiron en Toumani Sangaré
- Legde in 2005 de rellen in de Franse voorsteden, na de dood van twee jongens in een elektriciteitscabine, vast op camera en puurde er de documentaire 365 jours à Clichy-Montfermeil uit
- Richtte in 2018 een gratis filmschool op voor jongeren uit de banlieues
- Brengt nu zijn eerste langspeelfilm Les misérables uit, die gebaseerd is op een eerdere kortfilm. Les misérables ging in 2019 in Cannes aan de haal met de juryprijs
In 2005 braken in Clichy en Montfermeil zware rellen uit na de dood van Zyed Benna en Bouna Traoré, twee jongeren die aan de zoveelste identiteitscontrole wilden ontsnappen door zich in een elektriciteitscabine te verstoppen voor de politie. Welke plaats nemen die gebeurtenissen in jouw leven in?
Ladj Ly: Een belangrijke plaats. Ze hebben iedereen in de wijk zwaar getekend. Wij kenden die kinderen. Na hun dood voelde iedereen de behoefte om te reageren. Het was de druppel die de emmer deed overlopen. Al dertig jaar lang stapelden de problemen zich op. De wijk kon dat niet blijven slikken. Het moest ooit ontploffen. De rest is geschiedenis: er is mei '68 en er zijn de rellen van 2005. In een reactie grepen sommigen naar molotovcocktails, anderen naar stenen. Filmen was mijn manier om me uit te drukken. Ik was er tijdens de rellen dagelijks bij. Ik gooide niet met stenen maar filmde wat er gebeurde; dat was mijn bijdrage tot de opstand. De rellen hebben drie weken geduurd. Overdag leidde iedereen zijn gewone leven, na het journaal van acht uur kwam iedereen samen om te protesteren.
Is de situatie veertien jaar later verbeterd?
Ly: Er is nauwelijks iets veranderd. Ze hebben woontorens afgebroken en nieuwe woontorens gebouwd waarin het veel aangenamer leven is. Een getto werd zo een veeleer fijne woonplek. Het bewijst dat het helemaal niet zo moeilijk is om de situatie te verbeteren. Je moet het alleen willen. Dat renovatieplan is helaas de enige concrete verbetering die ik in dertig jaar tijd heb gezien. De banlieues van Parijs worden nog altijd genegeerd. Dat zorgt voor frustraties en dat blijft niet ongestraft. Het systeem brengt monsters voort. Een jonge gast staat 's ochtends echt niet op met het idee om een politiewagen in de fik te steken of met stenen naar agenten te gooien. Wie dat doet, heeft daar een reden voor.
Niemand heeft toch baat bij het laten etteren van de miserie?
Ly: Ik durf te zeggen sommige politici daar wel van profiteren. Het is altijd hetzelfde liedje. Ze negeren de banlieue drie jaar lang, maar wanneer de verkiezingen in zicht zijn, halen ze hun matrak boven. Dan verkopen politici ineens stoere praat en wijzen ze met een beschuldigende vinger naar de bewoners, de moslims, de gesluierde vrouwen enzovoort.
Sorry hoor, het is niet de schuld van de gesluierde vrouw dat de economische problemen aanslepen of dat de grote staatsbedrijven allemaal geprivatiseerd worden omdat president Macron zijn vriendjes wil plezieren. Het is niet de fout van de gesluierde vrouw dat de werkloosheidsgraad in de wijk boven de 40 procent uittorent. Je moet de ware problemen aanpakken in plaats van ruzie te stoken. Frankrijk blijft de vijfde of zesde macht ter wereld. Het kan toch niet dat Frankrijk niet in staat is om de problemen in de banlieue te regelen? Als de politieke wil er is en de bereidheid om een redelijke som te investeren, moet dat kunnen lukken. Het komt veel mensen helaas goed uit dat er zoveel armen zijn.
Je eindigt je film met een citaat uit Les misérables van Victor Hugo: “Mes amis, retenez ceci, il n'y a ni mauvaises herbes ni mauvais hommes. Il n'y a que de mauvais cultivateurs.” Wie zijn de slechte telers?
Ly: Over de verantwoordelijkheid van de ouders kan worden gedebatteerd. Die pendelen vier uur per dag voor een slecht betaalde job in Parijs. De kinderen worden aan hun lot overgelaten. Geld om in de zomer op vakantie te gaan, is er niet. Dus hangen ze op straat rond. In mijn tijd - ik heb een gelukkige jeugd gekend - kon ik ten eerste wel op vakantie, en ten tweede waren er allerlei sociaal-culturele activiteiten. Die zijn bijna allemaal afgeschaft. Daarom kijk ik voor die “mauvais cultivateurs” vooral naar de politici, de beleidsmakers, het systeem.
Het politieke klimaat is verschrikkelijk. Frankrijk is aan het radicaliseren. Aan een deel van de bevolking, vooral aan degenen die in de islam geloven, is haast de oorlog verklaard. Enkele dagen geleden riep een dwaze politica - ik weiger haar bij naam te noemen - nog op om de politie met echte kogels te laten schieten op de jongeren in de wijk. Kun je dat geloven? Ze spoort agenten aan tot doden. Alsof die nog niet genoeg schade aanrichten. Als ik het haatdragende discours van figuren zoals de schrijver Éric Zemmour hoor, krijg ik de indruk dat er een burgeroorlog op komst is. Ik hoor daar de praat in die Hitler verkocht voor hij de Joden afslachtte. Ik noem dat intellectueel terrorisme. In mijn ogen zijn de echte terroristen degenen die elke moslim zonder reden een terrorist noemen, alles op de spits drijven en de Fransen tegen elkaar opzetten.
Het valt op dat er in jouw banlieuefilm geen plaats is voor clichés zoals rap of een montage met de ene cut na de andere.
Ly: In mijn films hoor je geen rap en zie je wapens noch drugs. De mise-en-scène is overdacht, ik neem mijn tijd en ik werk met sequentieopnames en niet met een opgejaagde montage. Ik vind het enerzijds belangrijk om clichés te vermijden, anderzijds is dat ook gewoon mijn ritme, mijn stijl, mijn manier van werken.
Het is nergens aan te zien dat Les misérables een debuut is. Je staat al veel verder. Had dit niet je derde of vierde speelfilm moeten zijn?
Ly: Dat zou tof geweest zijn, maar ik sta daar liever niet bij stil. Aan het verleden kun je toch niets veranderen. Het is waar dat het lang geduurd heeft om dat eerste ei te leggen. Maar ik ben geen alleenstaand geval. Het is nu eenmaal erg ingewikkeld om een film van de grond te krijgen.
Er duiken wekelijks nieuwe Franse komedies op, maar films die getuigen over de realiteit in de banlieue zijn een zeldzaamheid. Is de filmsector daar niet in geïnteresseerd?
Ly: Dat zie je toch? Frankrijk brengt driehonderd films per jaar voort, maar films zoals Les misérables zijn zeer dun gezaaid. Af en toe waait er een voorbij en dat is het. De filmsector is een gesloten en harde wereld. Men ziet het als een verstoring van de orde als je wil praten over de banlieues of minderheden. Het is wat het is, maar ik leg me daar niet zomaar bij neer. Ik vecht om mijn plaats te verwerven in de grote filmwereld. Het was een lange en zware strijd om de financiering van Les misérables rond te krijgen. Haast niemand geloofde erin, haast niemand wilde erin investeren. We hebben geroeid met de riemen die we hadden. Het is een film van 3 miljoen euro die we voor 1,4 miljoen euro hebben gemaakt.
"De politiebrutaliteit in mijn film is maar een akkefietje. De realiteit is tien keer erger"
Sinds wanneer maak jij films?
Ly: Op mijn zestiende heb ik met Romain Gavras, Kim Chapiron en Toumani Sangaré een filmcollectief opgericht. We waren jong en wilden onze eigen films maken. Met mijn spaargeld heb ik op mijn zeventiende een eerste camera gekocht. In 1997 was dat wel wat. Vandaag kan iedereen met zijn telefoon filmen, maar toen waren camera's nog lang niet zo courant. Met mijn camera was ik een ufo in de cité. Ik was De Man Met De Camera. Ik begon te filmen en ben daar nooit meer mee gestopt. Dat heeft me geholpen om uit de cité te breken en andere horizonten te verkennen. Het stond me toe andere keuzes te maken. Jammer genoeg krijgen velen geen kans om uit de cité te ontsnappen.
Op een tentoonstelling van de Franse straatkunstenaar JR in het Brooklyn Museum zag ik een foto waarop je de camera vasthoudt alsof het een repeteergeweer is. Was dat louter pose?
Ly: Nee, ik heb de camera altijd beschouwd als mijn wapen. Ik woonde in een moeilijke buurt en die camera was mijn manier om mezelf en mijn medebewoners te beschermen. Ik filmde bijvoorbeeld de politie-interventies. Op een dag filmde ik buitensporig politiegeweld - agenten die een jonge gast in elkaar sloegen - en plaatste de beelden op het internet. Na een onderzoek van het IGS (het Franse orgaan dat de politie controleert, nr) werden de agenten geschorst en veroordeeld. Dat was een première voor Frankrijk. Zonder mijn camera zou er geen gerechtigheid zijn geweest. Het probleem is natuurlijk dat zulke zaken haast dagelijks voorkomen in mijn wijk, maar dat er zelden bewijs van bestaat omdat het niet is gefilmd. Naar een jonge gast die klacht neerlegt omdat hij in elkaar is geslagen door de politie, wordt niet geluisterd. Die krijgt geen gerechtigheid. Maar beelden veranderen alles.
Beelden draaien is nog niet hetzelfde als een film in elkaar steken. Wanneer heb je die stap gezet?
Ly: Het is bizar maar ik heb de indruk dat het allemaal vanzelf is gegaan. Ik wist aanvankelijk niet eens dat ik documentairemaker kon zijn. Ik film omdat ik graag film. Ik filmde wat ik rondom mij zag - zonder enscenering - en archiveerde de beelden. Tijdens de rellen in 2005 deed ik niet anders. Een concreet plan had ik niet. Toen media uit de hele wereld aanklopten om mijn beelden te kopen, suggereerde een vriend dat ik misschien maar beter zelf een documentaire kon maken. Die opmerking verraste me, maar hij had natuurlijk gelijk. Ik ben met al dat materiaal aan de slag gegaan en daar is 365 jours à Clichy-Montfermeil uit voortgekomen. Ik wilde geen documentairemaker worden, maar ineens was ik het.
Liet de politie zich door jou filmen?
Ly: Ik heb meer dan vijftig politieklachten aan mijn been. Het komt hen echt niet goed uit als ze worden gefilmd. Dus zoeken ze telkens weer de confrontatie op. Ze proberen mijn camera te confisqueren of kapot te maken. Of ze plaatsen me in voorhechtenis. Voor mij is dat routine.
Les misérables verduidelijkt ook het standpunt van de agenten. Zou u zich vroeger ook in hen hebben kunnen verplaatsen?
Ly: Natuurlijk niet! Ik ben ouder en wijzer geworden. Je probeert de zaken vanaf een grotere afstand te bekijken. Het is belangrijk om verslag uit te brengen over de realiteit zonder een kamp te kiezen, zonder mensen te veroordelen. We zijn allemaal mensen met bepaalde tekortkomingen. Het is niet zwart of wit, het is veel complexer dan dat.
Het is ook voor flikken allesbehalve gemakkelijk. Ook zij zijn op overleven aangewezen in een heel complexe omgeving. Flikken die zich zeer slecht gedragen, vormen een minderheid, maar het is wel belangrijk om hen aan te duiden, want zij richten enorm veel schade aan.
Weet je wat mij schokt? Dat zoveel toeschouwers geschokt zijn door de politiebrutaliteit in de film. Dat is maar een akkefietje. De realiteit is nog tien keer gewelddadiger, maar daar zijn de mensen duidelijk nog niet klaar voor. De feiten in de film zijn alleen schokkend voor wie de wijk niet kent. Voor wie daar geboren en getogen is, is dat normaal. Het zou niet normaal mogen zijn, maar dat is het jammer genoeg wel.
Kunnen we toch met een positieve noot eindigen?
Ly: Heel graag, want er zijn ook veel positieve zaken in Montfermeil. Sterk van elkaar verschillende mensen proberen er het beste van te maken. In een gebied dat soms aan Guantanamo Bay doet denken heb ik vorig jaar een filmschool gesticht. Meer dan tweeduizend mensen hebben zich kandidaat gesteld om er school te lopen. Vorig jaar hebben we dertig jongeren opgeleid en vijf kortfilms gemaakt. Dit jaar scholen we een vijftigtal leerlingen in alles wat met film te maken heeft. Dat is concreet, positief en een goede zaak, want er valt nog héél veel te vertellen over Montfermeil.
Read more about: Film
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.