Praat achteraf: Hoe het was om kind te zijn
Bijgewoond: gastcollege 'Het teruggevonden kind' van Eric de Kuyper, 9 november aan de VUB.
Onderwerp van de twee lessen (waarvan we de eerste helaas hebben gebrost) waren De Kuypers bespiegelingen over de kinderjaren, en over bekende en minder bekende literaire autobiografieën over de kinderjaren, zoals hijzelf die ook al neerschreef in zijn boek Het teruggevonden kind. Eric de Kuyper is namelijk ervaringsdeskundige. Niet alleen is hij zelf ooit kind geweest (in Brussel), hij schreef ook een onvolprezen autobiografie over die jaren.
Het verschil tussen een 'algemene' autobiografie en een autobiografie van de kinderjaren ligt volgens De Kuyper in de uitdaging om nabijheid te creëren tot het kind van toen, dat per definitie op een aparte manier in de wereld staat. Intimiteit is daarbij een sleutelwoord. Goede autobiografieën zijn dan ook niet noodzakelijk het werk van gelauwerde auteurs, en omgekeerd zijn gevestigde auteurs niet altijd in staat tot goede autobiografieën over de kinderjaren. De Kuyper kan zich wel iets voorstellen bij de paradox dat een onbezorgde jeugd ook vaak een 'onbewuste' jeugd is, terwijl intense herinneringen en zelfreflectie bij een kind vaak juist worden geïnduceerd door (traumatische) ervaringen of gebeurtenissen die de kindertijd doorkruisen, of er zelfs de facto een einde aan maken. Zalig zij die de tussenweg bewandeld hebben en ook nog eens goed kunnen schrijven. Toen De Kuyper aan Aan zee begon, was hij er zelf niet zeker van dat hij zich voldoende zou kunnen herinneren, maar dat viel dus reuze mee. Hij zegt zich niet alleen voldoende bewust geweest te zijn van zijn kinderjaren, maar ook van het nakende moment dat de kindertijd onverbiddelijk gedaan zou zijn, en gaf gevolg aan wat hij met Françoise Dolto omschrijft als de 'roeping' van het kind om als volwassene te willen (blijven) getuigen hoe kinderen zijn/waren.
Bij de criteria die De Kuyper hanteert om van een goede kinderautobiografie te kunnen spreken, horen urgentie, schrijfplezier, en (slechts) een beperkte mate van reflectie en evaluerende tussenkomsten door de volwassen auteur. Vooral die urgentie of noodzaak is belangrijk, en laat zich zomaar niet veinzen. Daarvoor haalde De Kuyper de Duitser Victor Klemperer aan. Als die in Curriculum vitae zijn vroege jeugdherinnering aan de rouw van zijn volwassen familieleden om de dood van zijn kleine zusje beschrijft, vermeldt hij het detail dat allen om de tafel zaten, met de stoelen een beetje van die tafel weggeschoven. Dat detail is treffend op een manier die niet voor de hand ligt en zich dus ook niet laat verzinnen. Het dringt zich op aan de auteur die het vervolgens, als alles goed is, ook naar waarde kan schatten.
Ook schrijfplezier is belangrijk, en dat mag van De Kuyper zelfs tot enige slordigheid leiden. Niet alleen omdat zo (bijvoorbeeld) de achronologische tijdsbeleving van het kind wat kan worden gerecreëerd, maar vooral omdat schrijfplezier een garantie kan bieden dat de tekst geen geforceerde constructie wordt. Samen met een overdosis reflectie is een overdreven demonstratie van literair 'meesterschap' het grootste obstakel om tot de intimiteit en de nabijheid van het kind te komen (en dus tot een goede autobiografie). Stilistiek en structuur zijn niet uit den boze, maar kunnen de spontaneïteit smoren of dienen om het gebrek daaraan te verdoezelen. Vooral dat stuit op de weerzin van De Kuyper. Hij ziet er bijvoorbeeld de reden in waarom het autobiografische werk van Simenon als mislukt mag worden beschouwd, maar bij de koffie achteraf noemde hij in alle bescheidenheid nog enkele klinkende namen uit de algemene literatuur die met hun geforceerde constructies helaas ontzielde verhaaltjes produceren.
Lees - als u dat nog niet gedaan heeft - De hoed van tante Jeannot of Aan zee en laat weten of u een De Kuyperiaan bent.
Lees meer over: Events & Festivals
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.