Citroen Garage Showroom c Saskia Vanderstichele

In de Citroëngarage: 'Eerder geschikt als wielerpiste of fitness’

Eric Vancoppenolle
© brusselnieuws.be
10/12/2014

In het debat over een museum voor hedendaagse kunst in het Citroëngebouw gaat de discussie zelden over de vraag of het gebouw wel geschikt is. We bezochten het emblematische gebouw samen met Leon Smets, expert in museumgebouwen. “Een fitnessruimte of wielerpiste zou beter passen.”

H et Brussels Gewest wil in het showroomgedeelte een museum voor moderne en hedendaagse kunst onderbrengen. Het onderhandelt daarvoor met het Franse automerk. Dat laatste is vragende partij om een nieuwe, kleinere showroom en herstellingsatelier in de buurt op te trekken.

Dinsdag raakte evenwel bekend dat de federale overheid, meer bepaald staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid Elke Sleurs (N-VA), zich niet akkoord verklaart om de werken van de afdeling moderne kunst van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten (KMSKB) in bruikleen te geven aan het nieuwe museum. Sleurs wil de collectie moderne kunst onderbrengen in het gebouw van de KMSKB in de Regentschapsstraat. De collectie van het Fin-de-Sièclemuseum, die deels toebehoort aan het Brusselse Gewest, wil ze weg uit de KMSKB. Minister-president Rudi Vervoort (PS) zegt verder te onderhandelen met andere partners om toch een museum in het Citroëngebouw te openen. De schitterende collectie van de Belfiusbank is daarbij een mogelijke piste.

Voor- en tegenstanders van het Citroënproject lopen elkaar dus voor de voeten. Het Citroëngebouw lijkt een testcase te zijn geworden voor het zogenaamde samenwerkingsfederalisme.

Zelden is er in België dus zo veel commotie geweest rond een garage. Het Citroëngebouw aan de Sainctelettesquare is natuurlijk niet zomaar een garage. Het is een icoon van modernistische en functionalistische architectuur in Brussel, een paleis van ijzer en glas, tegelijk krachtig en sensueel. Een toonbeeld van industriële elegantie in een wijk waar grauwheid en druk verkeer de boventoon voeren.

Nochtans waren de voortekenen tijdens het scheppingsverhaal van de autotempel gunstig. De architecten Alexis Dumont en Marcel Van Goethem maakten er in 1934 hun meesterwerk van. Ze werkten samen met de Franse Citroënarchitect Maurice-Jacques Ravazé. Het gebouw was toen de grootste showroom van Europa.

In de showroom moesten de Citroënmodellen schitteren, terwijl het gebouw zelf een ijzersterk geloof in de toekomst uitstraalde. Dat geloof is aan het afbladderen. Letterlijk: de verf van de ijzeren draagstructuur valt met verroeste brokken naar beneden. Maar ook figuurlijk: het politieke getouwtrek van de jongste maanden is weinig hoopgevend.

Modernistische tempel of niet, het Brussels Gewest is tot nu toe niet ingegaan op de vraag om het gebouw te beschermen.

Het Citroëngebouw bestaat uit drie delen: het pronkstuk is de showroom. Langsheen de Willebroekkaai zijn er een paar kantoren. Daar zijn de werknemers van Citroën twee jaar geleden uit weggetrokken. Enerzijds omdat de plafonds er naar beneden dreigden te vallen, en anderzijds door de hergroepering van het personeel van Citroën en Peugeot Belux in het Waals-Brabantse Woutersbrakel. Een derde deel is de enorme werkplaats met herstellingsatelier: een kathedraal van licht en ijzer dat zich in de breedte uitstrekt van de Willebroek- tot de Akenkaai, of anders gezegd van de stadsautosnelweg tot de aanmeerplaats voor boten aan het kanaal.

De showroom: ‘fitnessruimte’
Is er plaats voor kunst in die kathedraal? Als het van Leon Smets afhangt niet. Smets was twee decennia lang museum- en erfgoedconsulent van de Vlaamse Gemeenschap. Smets is van opleiding kunsthistoricus en museoloog en schoolde zich in Italië bij in de theorie van de restauratie en de preventieve conservering.

Smets is een voorzichtig man, maar zijn mening is scherp. “Geen enkel deel van het gebouw is geschikt als het museum zonder verregaande ingrepen."

Het Brussels Gewest en meer bepaald minister-voorzitter Rudi Vervoort (PS) plant het museum dus in de showroom. Oorspronkelijk telde die enkel een gelijkvloerse verdieping, met erboven een zee van licht en lucht. Pas voor de Wereldtentoonstelling van 1958 en de verwachte toevloed aan klanten werden er vier tussenvloeren gelegd, waardoor de auto’s over vijf verdiepingen konden worden uitgestald.

“Het gebouw is opgevat als een vitrine voor de auto’s, met invallend licht over de hele breedte van de glazen wand. Veel zonlicht – de gevel is vooral gericht naar het zuiden – betekent ook veel warmte in de zomer. Het zorgt voor een serre-effect. Niet echt een constructie volgens de duurzaamheidsnormen van vandaag. In de winter is het hier zeer koud, want het gaat om enkel glas. Ook al is het gebouw niet beschermd, het is niet zeker dat Monumenten en Landschappen het licht op groen zet om er dubbel glas in te steken. Men zal dus te maken hebben met enorme temperatuurverschillen. Die leiden tot slechte bewaaromstandigheden en ook een gebrek aan comfort voor het publiek”, aldus Smets.

“Mits een enorme investering in zonnewering en klimaatregeling, zou men aan dat euvel kunnen verhelpen. Maar dit staat haaks op het reusachtige vitrine-concept van deze glas-en-staal architectuur. Daarvoor zou zo veel geld nodig zijn, dat men zich de vraag kan stellen of het niet beter is om een nieuw gebouw neer te poten.”

“Een museum is meestal het best gediend met de combinatie van beheersbare daglichtinval en kunstlicht. Wil men het licht, dat hier overal binnenstroomt, buiten houden, dan moeten er ingrepen komen die de charme en de kwaliteiten van het gebouw aantasten. Je gaat dan een onnatuurlijk gevecht aan tegen het licht. Je creëert een structurele conflictsituatie waar noch het gebouw, noch de kunst als winnaar uit komen. Dat licht is ook de vijand van lichtgevoelige kunstwerken zoals tekeningen, foto’s en textiel.”

“Nog een ander nadeel zijn de lage plafonds. Hedendaagse kunst moet kunnen ademen, terwijl de bezoeker ook de ruimte moet krijgen om in dialoog te treden met het kunstwerk. Dat kan hier niet, tenzij men vloeren wegneemt.”

“Volgens mij is de showroom geschikt als mega fitnessruimte, waar zien en gezien worden essentieel is, net als in een showroom voor auto’s. Voorbijgangers zien dan de zwetende lichamen aan het werk, terwijl de fitnessbeoefenaars hun gespierde lichaam aan de buitenwereld kunnen tonen. Andere mogelijkheid is de winkel- en handelsfunctie te behouden."

“Als men er echt een museum van wil maken, dan kan het enkel gaan om licht- en klimaatbestendige werken, zoals beeldhouwkunst, met werken in brons, steen en staal en uv-bestendige kunststof die weinig licht- en temperatuurgevoelig zijn. Want eigenlijk krijg je dan een semi-openluchtmuseum.”

“Hoeveel punten ik geef voor die mogelijkheid? 6,5 op 10, als men de nodige investeringen doet. Ik heb het dan nog niet gehad over de plaatsing van veiligheidsglas en andere beveiligingsmaatregelen, die een pak geld gaan kosten.”

‘Wielerbaan of handelsbeurs’
Indrukwekkend in het Citroëngebouw zijn de achterliggende reusachtige werkplaatsen. Daar werken nu nog amper 70 mensen in de autoherstelling. Imposant zijn de hellende vlakken waarlangs de auto’s naar boven reden. En het gevoel van haast eindeloze ruimte, waarbij de geschiedenis van de muren druipt.

Het Gewest wil de werkplaatsen omtoveren tot appartementen. “Hier stroomt het licht overal binnen: uit alle windrichtingen én zenitaal. Deze enorme ruimte kan dienen voor beurzen, waar voorwerpen maar een paar dagen worden tentoongesteld. Waarom zou dit gebouw niet kunnen evolueren tot bijvoorbeeld een sportpaleis voor uiteenlopende indoorsporten, of een wielerbaan. Daarmee geef je het gebouw terug aan de dikwijls kansarme buurtbewoners, met een laagdrempelige functie.”

Het Citroëngebouw heeft al veel doorstaan en gedaanteverwisselingen ondergaan. De Duitsers bezetten het gebouw tijdens de Tweede Wereldoorlog. Op 11 en 25 mei 1944 werd de fabriek zwaar beschadigd door bombardementen. Het hele schilderatelier werd vernietigd. Bijna driekwart eeuw later doet de schilderkunst er misschien opnieuw haar intrede. Maar daarvoor zullen er allicht eerst nog een paar politieke bombardementen plaatsvinden.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Expo

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni