Nee, keizer Nero heeft het waterijsje niet uitgevonden. En de ‘sorbet’ die de Franse koningin Catharina de’ Medici in de 16de eeuw serveerde, was waarschijnlijk een gekoelde drank, en niet de fruitige ijsbereiding die wij kennen.
De geschiedenis van ijsjes in expo 'Ice Cream'
Nog tot 31 augustus draait het in het Museum voor de Molen en de Voeding in Evere alleen maar om ijs, en gids Clara Mathues haalt meteen een paar mythes onderuit.
“IJs heeft geen uitvinder,” vertelt ze. “Op verschillende plekken in de wereld begon men vrij simultaan te experimenteren. In de 16de eeuw ontstond in India ‘kulfi’, een dessert op basis van melk en noten dat je nu nog kunt bestellen. Het mengsel werd in een andere pot geplaatst met natuurijs en zout of salpeter. Als je dan lang genoeg de ingrediënten door elkaar spatelt, krijg je geen roomijs, maar toch al een gerecht met die consistentie.”
In het Midden-Oosten bedachten ze ‘sharbat’, gekoelde drank met stukken ijs erin. Vandaar is het maar een kleine stap naar sorbet. Mathues toont een paar ‘sorbetières’, waarmee ijs eerst met de hand en later elektrisch werd gefabriceerd. “Als je de vermengde ingrediënten gewoon zou laten bevriezen, wordt het één harde brok. Net om de romige consistentie te krijgen, is het belangrijk dat je blijft spatelen.”
Italiaanse venters
Vanaf de 17de eeuw publiceerden vooral Franse chefs de eerste Europese ijsrecepten, maar het bleef een delicatesse voor de allerrijksten. Op een foto staat overgrootvader Cocozza, die in 1906 met zijn familie naar Brussel migreerde en hier met een ijskar rondreed. “IJssalon Cocozza (op de Azalealaan in Schaarbeek, red.) bestaat vandaag nog altijd. Italiaanse immigranten hebben in België vanaf het einde van de negentiende eeuw een grote rol gespeeld in het populariseren van ijs."
"De Italiaanse venters schepten hun ijscrème in kleine glaasjes. Als de klant het op had, spoelden ze het glaasje gewoon even om. Hygiënisch was dat niet. Er doken gevallen van difterie op. Stadsbesturen besloten de glaasjes te verbieden. Koekjesfabrikanten zoals het Brusselse Victoria begonnen wafeltjes te produceren om rond ijs te wikkelen.”
Om hygiënische redenen werd ook een tijdje ijspoeder verkocht, dat vermengd moest worden met melk. Een zeventigjarige bezoekster wil heel graag weten of ze dat nog kan kopen: “Mijn moeder maakte daar superlekker vanille-ijs mee.” Poederijs vind je alleen nog in fabrieken, en zelfs grote spelers als Ben&Jerry’s of Carte d’Or keerden de voorbije decennia net terug naar natuurlijke ingrediënten.
IJs gaat mee met zijn tijd, zegt Mathues. “Tegenwoordig bestaat er soja-ijs, suikervrij ijs, stevia-ijs. Bio-ingenieurs van de ULB bedachten de ‘specornoos’: een hoorntje met speculaassmaak, op basis van broodresten.”
Van zilveren ijslepeltjes van het Brusselse art-nouveau-atelier Wolfers, tot Expo-ijsjes en de geschiedenis van de Cornetto: likkebaarden kunt u genoeg in de Everse windmolen. Zelf ijsjes eten kan helaas niet, omdat het museum geen tearoom heeft.
> Ice Cream. Een smeltende geschiedenis van ijs. > 31/08, Brussels Museum van de Molen en de Voeding, Evere
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.