Fotograaf Fastenaekens verheft postkaarten tot kunst
D e Brusselaar Gilbert Fastenaekens (1955) verwierf bekendheid met nachtopnamen van stedelijke landschappen, een van de moeilijkste fotografische disciplines. Vier jaar geleden wierp hij het over een andere boeg, met de herfotografie van prentbriefkaarten. Dat vraagt om enige uitleg. "Het was tijdens een vernissage in het Italiaanse Rimini, onder een fresco van Giotto, waar de loftuitingen maar niet ophielden - zoals wel vaker op vernissages - dat ik me heel bewust afvroeg: waarom werk ik? En toen ik naar het gesofistikeerde publiek keek: voor wie werk ik? Is dit mijn ultieme doelpubliek?" vertelt Fastenaekens. "Ooit ben ik met fotografie begonnen uit innerlijke noodzaak - u moet weten dat ik uit een vierdewereldgezin kom. Ook daardoor is nostalgie me totaal vreemd. Ik weet: vroeger was het niet beter. Ik heb die driehonderd postkaarten niet geherfotografeerd om nostalgische redenen."
De hele onderneming was gekkenwerk, realiseerde Fastenaekens zich gaandeweg. Hij heeft meer dan tienduizend oude kaarten (periode: 1892-1928) bekeken. Daarvoor kon hij putten uit de voorraad van het Stadsarchief en van de bank Dexia. Uiteindelijk werden er 1.400 geschikt bevonden voor herfotografie . Nog een stap verder vond Fastenaekens driehonderd geschikte plekken. "Aanvankelijk dacht ik de klus in een maand te klaren. Het heeft me uiteindelijk vier jaar gekost."
Naar één plek is hij zeven keer moeten teruggaan. Niet verwonderl ijk als je de strenge normen in acht neemt die herfotografie vergt. "Herfotografie betekent dat er een nieuwe opname gemaakt wordt die correspondeert met een oudere foto. Het oorspronkelijke gezichtspunt, de camera-instelling en andere parameters zoals het seizoen, het licht en de brandpuntafstand worden zoveel mogelijk gerespecteerd."
Bij herfotografie gaat het om nieuwsgierigheid, 'begrijpen door te kijken', niet om een a priori nostalgische keuze voor een verdwenen wereld, legt Fastenaekens uit. Maar: "Ik besef wel dat tachtig tot negentig procent van de bezoekers door nostalgie bevangen zullen worden. Maar steden veranderen permanent, niets is gemaakt voor de eeuwigheid."
De eerste Belgische prentbriefkaart dateert van 1 januari 1871, twee jaar nadat de eerste in het Oostenrijkse Wenen op de markt was gekomen. Het hoogtepunt situeert zich rond de eeuwwisseling, eind negentiende eeuw. Zowat heel het Belgische grondgebied werd gefotografeerd, van de grootste steden tot het kleinste gehucht. Fastenaekens: "Er waren natuurlijk de obligate toeristische foto's, van de Grote Markt bijvoorbeeld, of propaganda-foto's ter gelegenheid van de komst van de elektriciteit of de verbreding van de centrale lanen. Hoewel je hier moeilijk van propagandafoto's kunt spreken: iedereen geloofde erin. Daarnaast had je ook bijvoorbeeld een kaart besteld door een slager in Evere. De fotograaf plaatste zich in het midden van de straat om de foto aan de hele straat te kunnen verkopen."
Vaak posteerden de potloodverkopers - veel teksten op de kaarten zijn met potlood geschreven - zich naast de verkopers van prentbriefkaarten. Prentbriefkaarten waren de sms van de jaren 1900. Fastenaekens haalt het voorbeeld aan van een jongedame die in de voormiddag aan haar zus schrijft: "Ik heb moeder vanmorgen gezien. Ze vertelde me dat je net als ik vanavond bij haar langskomt. We zien elkaar dus vandaag nog." In het centrum van de stad, aldus Fastenaekens, kwam de postbode vijf keer per dag langs. Wat een luxe!
Costume en plastron
Nadat Fastenaekens 1.400 foto's geselecteerd had, moest hij op stap. Dat liep niet altijd van een leien dakje, maar hij heeft heel veel geleerd over het menselijk gedrag. Een voorbeeld: "Een foto aan de Gentsesteenweg in Molenbeek, genomen rond 1900, toont vier mannen met costume en plastron die met een stoel boven hun hoofd de straat op trekken. Een werkman blijft aan de kant staan om uit beeld te blijven. Maar de fotograaf heeft hem liggen. Een eeuw later is de werkman vervangen door een Marokkaanse vrouw." Fastenaekens nam een eeuw later exact hetzelfde beeld.
Interessant is de foto van een vrouw en een meisje voor de omheining van het koninklijk paleis. Rond 1900 was het not done om een foto zonder mensen te nemen. Dezelfde vrouw en hetzelfde meisje staan ook op foto's, genomen in Laken, met dezelfde kleren aan. Wie zijn ze? Vrouw en dochtertje van de fotograaf? Mensen die hij ingehuurd heeft?
Een foto nemen op exact dezelfde plek op exact dezelfde dag met exact dezelfde weersomstandigheden was een uitputtende bezigheid. En ook weleens heel duur. Fastenaekens: "Om een foto van het Rogierplein te nemen, was ik al verschillende keren in Hôtel Le Dôme langsgeweest, maar elke keer kreeg ik te horen: 'Alle kamers zijn bezet, u kunt niet naar boven.' Tot een bediende me discreet uitlegde dat de patron nee zou blijven zeggen; bij elke betoging komen er fotografen langs met dezelfde vraag. Ik heb dan maar een kamer geboekt: dat heeft me voor een uurtje 280 euro gekost. Ik heb er niet geslapen, zelfs geen douche genomen."
De moeilijkste plek om te fotograferen was het Leuvenseplein. Twee jaar na elkaar had Fastenaekens er geen succes; een foto nemen tijdens de equinox, als de zon lijnrecht boven de evenaar staat, was geen sinecure. Een keer verhinderde een grote wolk om halfacht 's a vonds, gevolgd door een week regen, hem zijn werk te doen. Daarna moest de foto opnieuw een week uitgesteld worden door een grote vrachtwagen die in de weg stond.
:: "Correspondentie - Brussel van de ene eeuw naar de andere", honderd gedateerde prentbriefkaarten en corresponderende foto's van Gilbert Fastenaekens, van 18 september tot en met 24 december in het Archief van de Stad Brussel (Huidevettersstraat 65). Op weekdagen van 8 tot 16 uur, zondag van 10 tot 17 uur; gesloten op zaterdag en op 1-2 en 11-15 november. Er verschijnt ook een boek; meer op www.arpeditions.org.
Lees meer over: Expo
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.