Ziekenhuizen schetsen onthutsend beeld van crisisbeheer: 'Russische roulette gespeeld'

SVG
© BRUZZ
07/01/2021

Een totaal gebrek aan coördinatie, paraplu-politiek, geen leadership, geen risicobeheer en een gebrek aan inzicht in de ernst van de situatie. Marc Noppen van het UZ Brussel en zijn Brusselse collega's hebben in de coronacommisie in het Brussels parlement een ontluisterend beeld van het crisisbeheer van deze pandemie geschetst. "Iedereen was bevoegd, niemand verantwoordelijk."

In de bijzondere coronacommissie die voornamelijk over de eerste golf van coronacrisis gaat, kwamen vandaag de Brusselse ziekenhuizen aan bod.

In de voormiddag kwamen Philippe Leroy, algemeen directeur van het UMC Sint-Pieter, Renaud Mazy, gedelegeerd bestuurder van de Cliniques universitaires Saint-Luc, en Marc Noppen, gedelegeerd bestuurder van het UZ Brussel, langs.

Zij schetsen een ontluisterend beeld van het crisisbeheer tijdens de pandemie. Een totaal gebrek aan coördinatie, paraplu-politiek, geen leadership, geen risicobeheer en een gebrek aan inzicht in de ernst van de situatie, zowel bij de federale overheid (in de eerste golf) als bij de Brusselse overheid (in de tweede golf).

Geen mondmaskers

Dat de overheden te laat inzagen hoe erg de coronacrisis zou zijn, was al duidelijk aan het prille begin van de crisis. Zo wist het Sint-Pietersziekenhuis al begin januari dat er onheil op til stond.

Het Sint-Pietersziekenhuis is een referentieziekenhuis voor infectieziektes en had, toevallig, een geval van een zeer besmettelijke hemorragische griep, te vergelijken met Ebola, en heeft toen al moeten vaststellen dat er geen nationale mondmaskervoorraad was. "Een maand later was het federale niveau nog altijd niet gealarmeerd, hoewel er uit China verontrustende berichten kwamen," zegt Philippe Leroy, directeur van het Sint-Pietersziekenhuis.

"Ik was als een drugstrafikant waarbij cash geld moest worden bovengehaald en we voortdurend moesten kijken of de maskers wel functioneerden."

Hoofdgeneesheer van het Sint-Pietersziekenhuis Michèle Dussart

Vanaf toen was het ieder voor zich om mondmaskers te bekomen. Hoofdgeneesheer van het Sint-Pietersziekenhuis Michèle Dussart getuigde hoe zij daarvoor op de zwarte markt terechtkwam. "Ik was als een drugstrafikant waarbij cash geld moest worden bovengehaald en we voortdurend moesten kijken of de maskers wel naar behoren functioneerden."

Kansen gemist

Op 14 maart gingen de ziekenhuizen dicht voor niet-covidpatiënten en wat later ging het land op slot.

Maar ook in de weken die erop volgden was er een totaal gebrek aan coördinatie. Marc Noppen: "We hadden maar een doelstelling voor ogen. Iedereen kende de beelden van Bergamo waar lijken moesten worden opgehaald. Dit wilden we ten allen prijze vermijden. We hebben het ziekenhuis in een ijltempo gereorganiseerd."

Maar in contrast met de snelle reorganisatie van het ziekenhuis stond een verdeelde overheid. "We zaten met een situatie van negen ministers van Gezondheid, en dertig commissies die de crisis probeerden te bezweren."

Dat is volgens Noppen helemaal in strijd met wat een crisismanagment veronderstelt, namelijk eenheid van commando, eenheid van uitvoering en eenheid van communicatie. "Die ontbrak volledig. België heeft hier een belangrijke kans gemist om aan goed crisisbeheer te doen. Dat is geen verwijt, dat is een vaststelling."

"We zaten met een situatie van negen ministers van Gezondheid, en dertig commissies die de crisis probeerden te bezweren."

Renaud Mazy van het Saint-Luc-ziekenhuis zat op de zelfde lijn en illustreerde dat als volgt: "Het werd op den duur een beetje een grap. We kregen als ziekenhuis op dezelfde moment instructies van het federale niveau, van de Franse gemeenschap, van het Brussels gewest en zelfs van het Waals gewest. En die instructies spraken elkaar soms tegen!"

Philippe Leroy (Sint-Pietersziekenhuis) deed daar nog een schepje bovenop. "Wat wij nodig hadden was hulp. Maar de overheden stuurden ons omzendbrieven. En daar moesten we het dan mee doen. Het was een situatie waarbij iedereen bevoegd is maar niemand verantwoordelijk."

Toen het heel nijpend begon te worden en de bedden voor intensieve zorg dreigden vol te lopen, was er volgens Leroy geen enkele Brusselse coördinatie om de patiënten beter spreiden. Dat spreidingsplan kwam er pas met de tweede golf.

Hij laakte ook het gebrek aan plan om de huisartsen, de eerste lijn, in te schakelen in de bestrijding van de pandemie. In Duitsland hebben die wel een belangrijke rol kunnen spelen, en kregen ze ook beschermingsmateriaal.

Paraplu-politiek

Voor Leroy had dat veel weg van paraplu-politiek om te verhullen dat de overheden zelf niet goed wisten wie nu precies verantwoordelijk is. "Laat dit een les zijn voor de toekomst. Een pandemieplan moet duidelijk aangeven wie waar voor verantwoordelijk is, zodat daar op het moment van de crisis geen tijd mee verloren wordt."

"De versnipperde gezondheidszorg stond een kordaat crisismanagment in de weg," zegt ook Marc Noppen. Hij gaf als voorbeeld de rusthuizen waarmee het UZ Brussel samenwerkt. "Die vallen nu eens onder de Vlaamse regelgeving, dan weer onder de Brusselse. De aanpak van de crisis in die rusthuizen was anders naargelang de bevoegde overheid."

Een ander belangrijke kritiek bij de ziekenhuisdirecteurs ging over het gebrek aan sense of urgency. In de eerste golf, maar erger nog: ook in de tweede golf. Met als voornaamste punt van kritiek: het totale onbegrip van wat een exponentiële curve juist betekent in een gezondheidscrisis.

Marc Noppen: "Op 22 juli stuurde ik een tweet de wereld met een voorspelling van de tweede golf. Op enkele dagen na is die perfect uitgekomen."

"Met Maron is het intussen uitgepraat maar op dat moment brak er bijna een opstand uit in mijn ziekenhuis."

CEO van UZ Brussel Marc Noppen

Marc Noppen, CEO van het UZ Brussel

De Brusselse overheid zou in de weken na die tweet nog steeds in de ontkenning leven. Er kwam in september zelfs een incident van tussen gezondheidsminister Alain Maron (Ecolo) en Noppen. Maron bekritiseerde het UZ omwille van de paniekzaaierij. "Dat is intussen uitgepraat," zei Noppen, "maar op dat moment brak er bijna een opstand uit in mijn ziekenhuis."

Het was de periode waarin Noppen aan de internationale media moest gaan uitleggen waarom België de slechtste leerling was van de klas.

Philippe Leroy gaf nog een voorbeeld van hoe de overheid niet goed begreep hoe nijpend de situatie was in de eerste golf. "We zaten haast zonder beademingsmachines. Een aantal ondernemers had toen zelf toestellen kunnen maken maar die kregen van de administratie geen goedkeuring. Toen hebben we echt Russische roulette gespeeld. Gelukkig hebben we nooit een tekort gehad aan beademingsmachines maar dat had anders kunnen uitdraaien."

Hij gaf nog een ander voorbeeld van de administratieve last, die in tijden van crisis met exponentiële allures echt vermeden moeten worden. "Een test met een neuswisser kan in 30 seconden. Maar onze dokters moesten per patiënt nog eens tien minuten rekenen voor het invullen van formulieren."

Leroy had ten slotte nog een aanbeveling die zich meer op het maatschappelijk niveau bevindt. "We zouden iedereen moeten verplichten om een gezondheidsproject te hebben zodat we weten wat de verwachtingen zijn in de gezondheidzorg van eenieder. Bij rusthuisbewoners zaten we soms echt in heel moeilijke situaties omdat we niet wisten of we nog verder moesten behandelen of niet. Zo'n gezondheidsproject kan ons daarin helpen."

Ook Brusselse huisartsen vernietigend

De vertegenwoordigers van de Brusselse huisartsenverenigingen waren al even vernietigend over de houding van de overheid bij de start van de coronacrisis. Voor voorzitter Michel de Volder van de Federatie van de Brusselse Huisartsen was er zelfs sprake van een "dodelijke lacune" vanwege de overheid.

De toestand werd volgens hem bij het begin van de crisis geminimaliseerd, er was geen leiderschap, noch van de federale regering, noch van de Brusselse regering, er was geen beschermingsmateriaal en de overheid beperkte zich tot improvisatie, klonk het scherp. Vincent Janssens, voorzitter van de Brusselse Huisartsenkring (BHAK) sprak van een frustrerende periode van niet kunnen, niet mogen, niet gehoord worden en niet-adequate keuzes door de overheid.

Beiden hadden ook heel wat vragen over het medisch beheer in de woonzorgcentra. Er zijn grote verschillen tussen de centra. Een aantal centra beschikken niet over een coördinerende of raadgevende arts, hoewel dat verplicht is om erkend te worden. Sommige van die artsen waren bovendien ook zelf ziek, aldus de Volder.

Hij pleitte voor een betere samenwerking tussen de federaties van de WZC's en de huisartsenkringen. Hij wees er ook op dat de raadgevende arts niet de behandelde arts is. Ook Janssens merkte op dat er een conceptuele fout zit in de WZC's: er komen heel wat huisartsen over de vloer. Waarom niet één arts voor de bewoners, zoals in Nederland, vroeg hij zich af.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Gezondheid

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni