Gisteren kwamen Sofien Ayari (28) en Abdeilah Chouaa (40) aan het woord in het proces over de aanslagen in Parijs. Ayari, die gearresteerd werd in Sint-Jans-Molenbeek samen met Salah Abdeslam op 18 maart 2016, legde onder meer uit waarom hij aanvankelijk zijn identiteit niet wou prijsgeven.
Aanslagen Parijs: Ayari en Chouaa spreken
De Tunesiër Ayari, de op een na jongste in een gezin met vier kinderen uit Tunis, weigerde aanvankelijk na zijn arrestatie om uitleg te verschaffen over zijn identiteit. Zijn vingerafdrukken stonden nergens geregistreerd en identiteitsdocumenten die gevonden werden in een safehouse in Vorst, waar een schietpartij was ontstaan nadat de politie er enkele dagen voor de arrestatie was binnengevallen, bleken vals. Het gerecht tastte daardoor in het duister over wie hij precies was.
"Ik had een bivakmuts over het hoofd, was geboeid, gedesorienteerd, en de muziek stond loeihard toen ik overgebracht werd. Ik had geen zin om over mezelf te praten", zei Ayari daar woensdag over tijdens zijn verhoor. De advocate-generaal wou weten waarom hij ook later weigerde te praten met de Franse rechters en ze vroeg hem of het om een strategie ging. Ayari begon te antwoorden, maar toen de magistrate er nog een punt aan toevoegde, snoerde hij haar streng de mond. "U laat me uitspreken, ik heb u ook niet onderbroken", klonk het volgens de Franse radio-omroep France Inter.
Altijd in het zwart gekleed
Ayari, die in België tot twintig jaar cel is veroordeeld voor de schietpartij in Vorst, vertelde verder dat hij in de gevangenis geen bezoek krijgt. Hij heeft enkel telefonisch contact met familie. De voorzitter van het hof haalde ook een gevangenisrapport boven waarin stond dat Ayari "gesloten" was het voorbije jaar en dikwijls "in het zwart gekleed" ging. "Dat wordt minder gauw vuil", zei Ayari.
De laatste van de vier beschuldigden die woensdag aan het woord kwamen, na Ayari, Mohamed Bakkali en Hamza Attou, was Abdeilah Chouaa. Hij vertelde dat hij de derde is van tien kinderen en dat zijn ouders gescheiden zijn. Chouaa, die ervan verdacht wordt dat hij logistieke steun verleende aan de terroristen, vertelde dat hij op de luchthaven werkte ten tijde van de aanslagen. Hij bracht het ijs om maaltijden te bewaren naar vliegtuigen. Op dit moment is hij voorwaardelijk vrij en werkt hij in de horeca. Tijdens het korte verhoor bevestigde Chouaa, die vader is van drie kinderen, dat hij drie beschuldigden kent: Mohamed Abrini, Salah Abdeslam en Ali El Haddad.
Lees meer over: Brussel , Sint-Jans-Molenbeek , Justitie , Veiligheid