Aanslagen Parijs: raadkamer bekijkt doorverwijzing verdachten in Belgisch luik

Op de hyperbeveiligde Justitia-site in Brussel buigt de raadkamer zich vandaag over het Belgische luik van het onderzoek naar de aanslagen in Parijs in november 2015. Het federaal parket wil veertien verdachten voor de correctionele rechtbank vervolgen die op de een of andere manier geholpen zouden hebben bij de voorbereiding van het bloedbad in de Franse hoofdstad. De Brusselse raadkamer zal op 24 februari beslissen welke verdachten voor de correctionele rechtbank zullen moeten terechtstaan.

Bij de aanslagen in Parijs op 13 november 2015 kwamen 130 mensen om het leven. Zowel in Frankrijk als in ons land werd een gerechtelijk onderzoek opgestart, omdat de daders van de aanslagen in Parijs zich in Brussel hadden verschuild en daar de aanslagen hadden voorbereid. De terreurcel achter de aanslagen sloeg in maart 2016 ook toe in ons land. In Brussel en Zaventem kwamen toen 32 mensen om het leven.

Een deel van de verdachten die in de nasleep van de aanslagen in Parijs werden opgepakt in ons land, werd nadien overgeleverd aan Frankrijk. Daar zullen ze vanaf september 2021 terechtstaan voor hun aandeel bij de aanslagen.

Dossiers van meer dan 200 kartons

Daarnaast identificeerde het federaal parket nog twintig verdachten die op de een of andere manier geholpen zouden hebben bij de voorbereidingen, zonder noodzakelijk te weten dat er een aanslag op til was.

Het gaat onder meer om Ibrahim Abrini, de jongere broer van Ibrahim Abrini, een van de hoofdverdachten van de aanslagen in Parijs en Brussel. Diens advocaat, meester Edouard Huysmans, verwacht alvast dat het federaal parket meer duidelijkheid verschaft over wat zijn cliënt precies verweten wordt.

"Het federaal parket moet zich loyaal tonen, zijn vordering is op dit moment onvoldoende duidelijk", zegt de advocaat. "Als dat niet verandert bij de dagvaarding voor de correctionele rechtbank, zal ik pleiten dat de strafvordering onontvankelijk is. Het dossier telt meer dan 200 kartons, de tenlastelegging is heel breed, ik wil weten wat mijn cliënt precies wordt verweten."

Ibrahim Abrini zou onder meer een aantal spullen van zijn broer, waaronder een computer, verhuisd hebben.

Veertien verdachten voor de correctionele rechtbank

Het federaal parket zal vandaag aan de raadkamer vragen om zes verdachten buiten vervolging te stellen of hun dossier af te splitsen. Veertien anderen wil het openbaar ministerie voor de correctionele rechtbank brengen.

Verschillende verdachten ontkennen actief betrokken te zijn geweest bij de voorbereiding van de aanslagen en vragen buiten vervolging te worden gesteld. Een van hen is Youssef El Ajmi, die vorige maand buiten vervolging werd gesteld in het dossier van de aanslagen in ons land. De man is een jeugdvriend van Khalid El Bakraoui, de terrorist die zich op 22 maart opblies in het metrostation Maalbeek.

'Niets meer dan lift naar luchthaven'

“Mijn cliënt wordt ook in dit dossier genoemd, op basis van dezelfde elementen”, zegt zijn advocaat Michel Bouchat. “Ja, hij kende El Bakraoui en is bij de man op bezoek gegaan. Maar het is niet omdat je een vriend bezoekt, dat je zijn ideologie kent of deelt. Hij heeft hem een lift gegeven naar de luchthaven van Charles de Gaulle, maar het is toch niet illegaal om een vriend weg te brengen? Het moreel element is hier heel belangrijk."

De debatten voor de raadkamer duren nog de hele dag en gaan mogelijk morgen verder. De beschikking van de raadkamer wordt pas binnen enkele weken verwacht.