‘Amper helft van Brusselse agenten mag vuurwapen hanteren’

Binnenkort moet de grootste politiezone van ons land, Brussel Hoofdstad-Elsene, eindelijk beschikken over een eigen schietstand. Dat is niets te vroeg, want volgens de vakbond is vandaag amper de helft van de lokale politieagenten in orde met de vereiste schietoefeningen en mag de rest strikt genomen dus geen wapen hanteren. “Er zijn collega’s die schrik hebben van hun wapen”, zegt Rudy Harnie van het ACV.

Het gebrek aan schietstanden waar de politie de vereiste schietoefeningen kan uitvoeren, is een nationaal probleem dat al lang aansleept. Dat komt vooral door de strenge regelgeving waardoor niet veel plaatsen in aanmerking komen.

In Brussel moest de lokale politie zo bijvoorbeeld lang noodgedwongen terecht in La Défense, een privé-schietclub langs de Werkhuizenkaai. Maar uiteindelijk kon ook die club niet meer voldoen aan de steeds strenger wordende voorschriften. En dus werd de overeenkomst met de lokale politie opgezegd.

‘Korpschef kan aansprakelijk gesteld worden’

De Stad Brussel zette maandag het licht op groen voor de bouw van een gloednieuw vormingscentrum met een eigen schietstand voor de politiezone. Maar het gebrek aan schietstanden vertaalt zich intussen wel in ernstige problemen op het terrein bij de politie. Volgens een ministeriële omzendbrief moet een agent op het terrein minstens 4 keer per jaar kunnen oefenen om een wapen te mogen hanteren. Wie niet in orde is met zijn of haar schietoefeningen, mag strikt genomen dus geen wapen hanteren. Tenzij op de bevoegdheid van de lokale korpschef. “Maar als er dan iets misloopt, kan de korpschef aansprakelijk gesteld worden en zelfs veroordeeld worden”, stelt Rudy Harnie van de vakbond ACV.

“Als je die nota volgt, dan is amper de helft van de lokale politie in Brussel bevoegd om een wapen te hanteren. Bij de federale politie zal ongeveer een derde van de agenten in Brussel niet in orde zijn”, zegt Harnie. En het probleem is zoals eerder aangehaald een nationaal fenomeen. “In Leuven gaan ze ook een schietstand sluiten, en die in Halle is sowieso al te klein. Het is een probleem dat we al zes à zeven jaar proberen aan te kaarten.”

Personeelstekort en werkdruk

Nochtans zijn regelmatige schietoefeningen essentiëel voor een agent op het terrein. “Je wapen moet je door en door kennen. Toch zijn er vandaag collega’s die schrik hebben van hun wapen. Het zijn daarom geen slechte schutters, maar ze zijn er gewoon niet vertrouwd genoeg mee”, aldus Harnie. Naast het gebrek aan infrastructuur, is ook het personeelstekort, de werkdruk en het gebrek aan goede schietmonitoren nefast voor de vaardigheden van de lokale politie, aldus de vakbondsman.

Volgens Harnie moet federaal minister Jan Jambon (N-VA) het probleem dan ook op een hoger niveau aanpakken, door bijvoorbeeld 1 schietstand per provincie te implementeren. “Het is niet normaal dat iedereen op eigen initiatief een schietstand moet gaan bouwen. De Stad Brussel gaat er nu wel één bouwen, en dat is uiteraard een goede zaak, maar die is dan berekend op de eigen capaciteit van ongeveer 2.700 politieagenten. Dat zal dan toch te klein zijn om er nog veel agenten van andere zones in te passen.”

Het kabinet-Jambon laat in een reactie weten dat het aan de burgemeesters en de lokale politie zelf is om de schietoefeningen van de politiezones te organiseren. Wat het gebrek aan schietoefeningen bij de federale politie betreft, kondigde de minister eerder al een masterplan Infrastructuur aan dat voor een uitbreiding van het aantal schietbanen moet zorgen.