Arrest in zaak-Boël valt ten laatste op 29 oktober

Het Brusselse hof van beroep zal ten laatste op 29 oktober zijn arrest vellen in de zaak Boël. Op de laatste zitting donderdag heeft koning Albert niet langer het wettelijke vaderschap betwist. De vraag van Delphine Boël om de achternaam van haar wettelijke vader en de titels "Hare Koninklijke Hoogheid" en "prinses van België" te dragen, kwam wel aan bod.

Volgens Marc Uyttendaele, de advocaat van Delphine Boël, trekt nu niemand nog in twijfel dat Boël de dochter is van Albert II. "Deze zitting ging dan ook over de gevolgen van die erkenning. Dat zijn zaken die haar toekomen, net zoals ze toekomen aan de andere kinderen van koning Albert", aldus de advocaat.

Boël wil op dezelfde manier behandeld worden als de andere kinderen van de koning. "De titel van prinses is op zich dan ook niet belangrijk, maar we kunnen niet aanvaarden dat een kind anders behandeld wordt dan de andere. Wat we voor mevrouw Boël vragen, geldt bij uitbreiding natuurlijk ook voor haar kinderen", aldus meester Uyttendaele.

Ook volgens meester Alain De Jonge wil Delphine Boël vooral de titel prinses dragen om als gelijke behandeld te worden als haar broers en zus, koning Filip, prinses Astrid en prins Laurent. "Het minste onderscheid in behandeling zou door anderen aangegrepen kunnen worden om haar te discrimineren. Deze procedure is net opgestart om een einde te maken aan de discriminatie."

Meester Alain Berenboom, de advocaat van Albert II, zegt dat de koning zich neerlegt bij het wettelijk vaderschap. "Hij wist niet dat hij de biologische vader was", aldus de advocaat. "Er is wel gepleit over de gevolgen van die erkenning, over de naam en de titel van prinses. Volgens ons zou mevrouw Boël vooral voor dat laatste administratieve stappen moeten zetten. Het hof kan volgens ons die titel niet toekennen, dat kan alleen de uitvoerende macht."